zorgen, dat dergelyke boeken door hunne kinderen niet gelezen worden. Grotendeels behelst toch ook dit Deel niet anders dan een verhaal van afschuwlyke schelmeryen, waaraan zich fathom blyft schuldig maken, en die hem doorgaans maar al te wel gelukken; en deze lage slaaf der wellust, en van allerlei soort van ondeugd, sterft toch nog, hoewel in armoede, zyn eigen dood; hetgeen gewis den braven Lezer zo wel als ons leed zal doen, daar de Schryver het immers in zyne hand had, om den booswicht hier of daar op een schavot te helpen, en alzo, door ene treffende beschryving van zyn yslyk einde, ten minsten enigermate den nadeligen indruk had kunnen verhelpen, dien het welgelukken zyner misdadige bedryven welligt kan gemaakt hebben op het hart van dezen of genen jeugdigen Lezer, wiens grondstellingen nog niet genoegzaam waren gevestigd. Het is waar, wy vinden nog iets van zyn berouw; maar dit is in ons oog, weinig genoeg. Wy zullen het zo straks moeten opgeven; want door onze uitvoerige opgave van den inhoud des eersten Deels, bragten wy ons onder de verplichting, van ook nu den loop des verhaals te volgen.
Wy lieten fathom in de gevangenis. De bedrieger werd nu door de zynen bedrogen; en rathkali, in stede van hem te redden, maakt zich meester van alle fathoms bezittingen, en verdwynt daarop. Zyn Procureur is, dit voelt hy, medeplichtig; dan zyne wraak is machteloos, en hy moet, uit vrees voor nieuwen ramp, van dezelve afzien. Wy gaan het gezelschap, dat hy in den kerker vond met stilzwygen voorby, alzo dit niets doet tot den draad van het verhaal. Toevallig wordt hy daar ontdekt door adolph, den jongen Graaf van melvil; deze wist nog niets van zyne laagheid en schelmery, schonk hem op nieuw zyn vol vertrouwen, en maakt met trapwel zeker verdrag, waarvan het gevolg was, dat fathom uit de gevangenis ontslagen werd. De schelm, dit spreekt van zelven, had ene verdichte geschiedenis van zyne rampen gereed; en de jonge Graaf, niets kwaads vermoedende, bragt zich, door fathom te redden, zelve in grote ongelegenheid. Hy had zich, daar zyn Vader hem niet veroorloven wilde, ene buitenlandsche reis te doen, heimlyk van zyne familie verwyderd; en op zyne reizen het hart gezet op ene jonge Dame van aanzien, en haar zo wel als zichzelven door deze liefde aan grote gevaren blootgesteld. Eindlyk was zy met hare Moeder naar Engeland geraakt, waar adolph voor haar zorge droeg. De Moeder was nu onlangs overleden. Hy aanbad het meisje; doch bedwong zyne genegenheid, begrypende, dat hy door een overhaast huwlyk haar en zichzelven bederven zou. Zyn Vader was overleden gedurende zyn afzyn, zyne Moeder aan den Graaf trebasi