Beproefde middelen en ernstige raadgevingen voor allen, die hunne Oogen, tot in eenen hoogen ouderdom, gezond bewaren, of het verzwakte gezigt weer versterken willen; mitsgaders een Voorschrift, hoe men zich, by plotslinge toevallen aan de Oogen, die geene medicinale of chirurgicale kundigheden vereischen, zelf helpen kan, en hoe men de Oogen, by en na de Kinderpokken, behandelen moet. Naar het Hoogduitsch van Georg Joseph Beer, Med. Doctor en beëedigd Oogarts aan de Universiteit te Weenen. Met eene verklarende Plaat enz. In den Haage, by J.C. Leeuwestyn. In gr. 8vo. 174 bl.
Dit Werkje, welks hoofdinhoud ons de breede titel voor oogen stelt, bevat veelerhande nuttige vermaaningen, die tot behoud des gezichts kunnen strekken, 't geen, door veelerleije misbruiken, waarvan zommige reeds in de vroegste kindsheid plaats hebben, aan veelvuldige onheilen wordt blootgesteld; gelyk, by voorbeeld, kan blyken uit de waarschuwing des Schryvers tegen het ontydig blootstellen der eerstgeboornen aan een te helder daglicht. ‘Vader, Grootmoeder of Tante wenscht het jonggeboren wigtje te zien: men brengt het dus, zonder het minste kwaad te vermoeden, naby het venster, of zelfs in een helder en licht vertrek. De kleine begint nu, wel is waar, erbarmelyk te schreijen, maar kan niet zeggen, wat hem scheelt, en nu stelt men alles te werk, om zyne smart te verzachten, terwyl men aan de waare rede, de prikkeling van het licht naamelyk, waar aan men hem zo onvoorzichtig bloot stelt, niet eens denkt. Is de familie der kraamvrouw by ongeluk zeer groot, dan moet het arme schaapje deeze pynbank dagelyks meermaalen doorstaan; want de vrouwen vooral doen gaarne onderzoek, naar wien het kindje wel het meest gelykt, en zyn geschrei om hulp blyft zo lang onverhoord, tot 'er zich eindelyk eene aanmerkelyke zwelling en roodheid der oogleden vertoont, met een geele slym, dat in menigte uit de oogen vloeit en ze gestadig bedekt,’ enz.