Edelmoedig vriendschapsbetoon.
(Eene waare Geschiedenis.)
Acht dagen vóór dat (in den Jaare MDCCLXXXIV,) te Port a Prince, op het Eiland St. Domingo, een deerlyke Brand uitborst, hadt de Heer roberjot de lartioue, Thesaurier dier Volkplantinge, een Pakhuis vol Koopwaaren verkogt aan zyn. Vriend, den Heer giraud, voor de som van 180,000 Livres. Wegens de betaaling deezer somme was men overeengekomen, dat onmiddelyk 60,000 Livres zouden worden geschooten; doch dat het overige in drie jaaren tyds zou worden afbetaald. De Koopbrief was opgemaakt, en de Heer giraud deed de eerste betaaling van 60,000 Livres.
De Kooper en Verkooper waren aanschouwers van den verwoestenden verder en verder voortslaanden Brand. De eerstgemelde, dit ziende, beklaagde zyn lot, onder de sterkste betuigingen, dat hy, dit Pakhuis verbrandende, een geheel bedorven en verlooren Man was. - De Verkooper voerde hem op een bedaarden toon te gemoete: ‘Wees gerust, myn waarde Vriend! gy hebt een talryk Gezin, uw welvaard gaat my diep ter harten. Toen ik dit Pakhuis met Goederen aan u verkogt, liet ik de voorwaarden aan u over. Gy oordeelde een goeden Koop te doen, en mogt dit met rede verwagten. - Maar dit ongeval is eene gebeurtenis, welke niemand van ons beiden kon voorzien, en zeker uwe zaaken in de uiterste verlegenheid moet brengen. - Ik zou het nooit my zelven kunnen vergeeven, als ik een yverig Vader van een talryk Huisgezin, die daarenboven myn Vriend is, in ongelegenheid liet - Indien het Pakhuis kan behouden blyven, blyft de Koop geslooten, en des te beter voor u; indien niet, ik zal de schade draagen!’