| |
| |
| |
Proeven met het sap, waaruit de elastieke gom, op Cajensche harst, wordt voortgebragt.
Door den Heer Fourcroy.
De Elastieke Harst, welkers aart de Scheikundigen tot hiertoe niet naauwkeurig gekend hebben, dient tot een groot aantal van nuttige gebruiken, in het Land, alwaar de Planten wassen, welke dezelve voortbrengen; want men kent ten minsten vyf- of zesderlei soorten van Gewassen, die, door insnyding, deze zelfstandigheid opleveren. - Men maakt 'er toortsen van, brandt het als wasch, en wanneer het, nog vloeibaar zynde, in aarden vormen gegoten wordt, worden 'er, door uitdamping in de lucht, flesjes van verschillende soort en grootte van gemaakt, waarin men allerleie soorten van vochten bewaaren kan. In Europa bereidt men 'er verschillende Heel-Natuur- en Werktuigkundige Instrumenten van.
Tot hier ontving men deze zelfstandigheid in eene drooge gedaante, en men moest tragten dezelve te verweeken en op te lossen, om ze tot verschillende einden bekwaam te doen worden, en hierdoor verloor zy zeer veel van haare hoedanigheden. Om te beproeven, of men niet, even zo wel als in Afrika, hier te Lande uit het Sap zelve verschillende werktuigen konde maaken, kreeg ik door een myner vrienden eenige hoeveelheid van het Sap, en ondervondt de mooglykheid. Onlangs op nieuw een mengelen van dit Sap ontvangen hebbende, heb ik hetzelve meer tot bevordering der kunsten, dan tot Chemische naspeuringen, waar toe de voorraad niet genoegzaam was, aangewend.
By het openen van de fles met het Sap der Hevaea Guian. of Jatropha elast. L. verspreidde zich eene zeer stinkende reuk, even als van rottend knoflook. Het grootste gedeelte van het Sap was vloeibaar, wit en ondoorschynend, als melk; maar in de beide slessen, die ik had, was eene vaste zeer witte stof, die de gedaante van de geheele fles in de eene, en slegts van den hals en een gedeelte van den buik in de andere, had aangenomen, dewyl deze laatste op de reis omgekeerd estaan had. Van twee pond 1 once, 1½ drachme, die in de fles waren, verkreeg ik, nadat dezelve aan stukken geslagen was, 3 oncen, 1 drachme 36 greinen eener aller- | |
| |
zuiverste verdikte elastieke Gom. Het witte vocht had een zoetachtigen smaak, schoon het tevens alreeds scherp en onaangenaam was. In een gesloten fles zacht gewarmd zynde, stremde het Sap niet, maar als men het in een open glas warm maakte, dat 'er de lucht by kon komen, zo vertoonde 'er zich iets, 't geen tot de kennis der elastieke Gom zeer gewigtig was. Na dat het eerste vliesje weggenomen was, kwamen 'er geduurig weder nieuwe te voorschyn, en een pond van het vocht gaf byna ½ drachme elastieke Harst. Toen 'er zich niets meer opdeed, was het melkig vocht helder geworden; en wanneer men voortging met het tot de dikte van een syroop uit te waassemen, zo schooten 'er by het koud worden eene groote menigte spieswyze krystallen uit aan, die geel van kleur waren, en een suikeragtigen en ligt zuuren smaak hadden.
Indien het Sap op kwikzilver aan de lucht werd blootgesteld, zo zoog het allengs levenslucht in; de Gom scheidde zich af, en dreef op de oppervlakte. In deeze Proeve maakte, even als by de uitdamping, de vereeniging der zuurstof de verdikking van het Sap tot elastieke Gom; gelyk ook de zuuren, die in het Sap gegoten werden, de afscheiding van de hangend gebleven Gom bewerkten. In 't eerst neemt de Gom de gedaante van vlokken aan, die spoedig aaneen komen, en zich tot eene samenhangende massa vereenigen. Het gedephlogisticeerde zoutzuur bevordert het afscheiden van de Gom zeer sterk, en het verlies van derzelver reuk bewyst, dat men deze verschyning aan het afzetten van het Oxygène moet toeschryven; zo dat in deze Proef het zuur in zeer korten tyd te weeg brengt, 't geen de aanraaking der lucht in een langer tydbestek veroorzaakt.
De loogzouten werken op eene omgekeerde wyze op deze melk; zy vermeerderen de vereeniging der elastieke stof met de vloeistof, en verhinderen de afscheiding door de zuurstof des dampkrings. Vier oncen van het Sap, met eene zeer geringe warmte overgehaald zynde, gaven een vocht zo helder als water, en zo welriekend als jasmin, in plaats van de stinkende zwavel-lever-lucht. Het was zuurachtig van smaak; maar de geringe hoeveelheid belette het verder onderzoek. De Gom, die zich in den hals der fles gezet had, en meer dan 3 oncen en 2 drachmen woog, was zeer wit, van een fyn en digt weefzel, zacht aan te voelen, en volmaakt veerkrachtig. Aan de lucht
| |
| |
blootgesteld, werd het geel, en eindelyk bruin. Door destilleering verkreeg men veel vlug loogzout en olie. De luchtvrye en vloeibaare loogzouten maakten 'er geene verandering in, zelfs niet eens met eene sterke warmte. De vitriool-aether maakte het week, en loste het gedeeltelyk op; dit laatste deed de geest van terpentyn nog ligter. Zo men deze oplossing langen tyd op een zacht vuur, en in een open glas, warmde, scheidde zich een gedeelte van de Gom in derzelver elastieken en zuiveren toestand af. Zo men het met salpeterzuur behandelde, verkreeg men stiklucht, luchtzuur, pruissisch-, en suikerzuur. Deze zelfde Proeven nam men ook met de gewoone Gom, die verkogt wordt, en de uitkomsten waren dezelfde.
De gekrystallizeerde zoete stof, die men, na het afscheiden van de vliesjes der elastieke Gom, verkreegen had, was zeer oplosbaar in water, en maakte het lakmoespapier rood. De Alkohol ontbindt het zeer ligt, en word rood. Zo men deze oplossing in de lucht; laat uitdampen, scheiden 'er zich witte langwerpige en dunne krystallen uit af, en 'er blyft eene kleurende stof in het laatste gedeelte van den Alkohol over; deze krystallen kunnen weder zeer gemaklyk in water ontbonden worden, slaan het zilver of kwikzilver, dat in salpeterzuur ontbonden is, niet neder; geeven ook geen onoplosbaar zout met kalkwater, en hebben ook nog den voorigen suikersmaak. Het vuur verdeelt dezelve, en brengt 'er een brandig slym- en luchtzuur uit voort, zonder blyken van olie. In het luchtvolle Alkali maaken zy geene verandering, en schynen door de suikerstof gevormd, die tot zuur begint over te gaan, zonder geheel in den staat van zuur veranderd te zyn, en dit schynt van eene grooter hoeveelheid zuurstof, dan in de suiker is, af te hangen.
Deze Scheikundige Proeven, die wy gaarne by eene grooter voorraad van Sap verder zouden hebben voortgezet, geeven ons eenige nieuwe en nuttige resultaaten, deels tot betere kennis van den aart dezer byzondere zelfstandigheid, deels tot beter gebruik van derzelver eigenschappen.
1) De elastieke Gom is in een melkachtig Sap opgelost, uit 't welk zy door de bykomst der lucht alleen zich afscheid, en niet door enkele uitwaasseming.
2) De opslurping der zuurstoffe is de voornaamste
| |
| |
oorzaak dezer afscheiding, en der verdikking van de elastieke Gom.
3) De elastieke Gom krygt haare bruine kleur van de werking der lucht; men leidt dezelve dus verkeerd van eene berooking af.
4) Het vlugtig loogzout, welk men by de destillatie uit dezelve verkrygt, is eigenaartig in hetzelve, en ontstaat niet uit eenige vermenging met roet: zy bevat dus stiklucht.
5) De elastieke Gom is ontbindbaar in vitriool-aether, indien men 'er zeer kleine stukjes van inwerpt.
6) Zy schynt niet geheel tot de vette olien, noch tot de harsten, te behooren, maar gelykt het meest naar de lymige zelfstandigheid der planten, door haare veerkracht, en haare eigenschap van by de destillatie vlug loogzout, een stinkenden olie, stiklucht en blauw-zuur, te geeven. Echter moet men beide deze zelfstandigheden niet als volkomen gelyksoortig beschouwen. De elastieke Gom schynt meer olieachtig te zyn, en meer water te bevatten, dan de lymstof.
Met opzicht tot de kunsten merken wy op, dat, behalven de eigenschap, die de witte Gom schynt te hebben, om zich zeer goed in terpentynölie op te lossen, en waardoor deze oplossing by uitstek geschikt zou zyn om verscheiden lichaamen te bekleeden, en met een veerkrachtig vliesjen te bedekken, 't welk de vlugge olie zou teruglaaten, wanneer zy vervlogen is, ook het Sap der Hevaea zelve onze opmerkzaamheid verdient. Van de beide hoeveelheden, die my toegezonden waren, had zich het grootste gedeelte, geduurende de reis, als eene vaste Gom asgescheiden, en 'er was slegts omtrent het 30ste gedeelte in het vocht opgelost gebleven: deze konde, of zeer langzaam door de lucht alleen, of wat spoediger door bykomst van warmte, of zeer schielyk door behulp van zuuren, afgescheiden worden. Doch het was van vry meer aanbelang, een middel te vinden, om de Gom geheel opgelost te doen blyven, en derzelver uitzakking te verhinderen: en dit middel moest de elastieke stof niet veranderen, en tevens niet beletten, dat men 'er dezelve uit af kon scheiden, zodra men zulks verlangde. Om dit oogmerk wel te bereiken, moest men het Sap in deszelfs Vaderland onderzoeken, en met verschillende zaaken vermengen. Want het geen wy hier omtrent doen konden, was slegts met het Sap, dat van zyne lymige zelfstandigheid reeds grootendeels beroofd was: weshalven 'er altoos
| |
| |
nog eenige onzekerheid zal overblyven, tot dat de ervaring onze methode ook met nog geheel onveranderd Sap zal bevestigd hebben. Daar de vaste loogzouten zeer blykbaar de aantrekking en vereeniging der Gomdeelen met het overige van 't Sap scheenen te versterken, z kunnen wy niets beters aanraaden, dan dat men deze zouten met het Sap vermengt, zodra het uit de plant uitvloeit. Hierdoor zou men waarschynlyk beletten, dat de Gomdeelen op de reis zich afzonderden, en het Sap onveranderd kunnen bekomen; verlangde men dan de Gom af te scheiden, zo behoefde men slegts het Alkali door een zwak zuur op te doen neemen, en dan konde men 'er, door onderscheiden vormen, allerleie gedaanten en dikten aan geeven, die men verlangde. Men liep dan geen gevaar om deze stof in haaren aart te veranderen, terwyl zy ontbonden en met lichaamen vereenigd wordt, die haare veerkracht verminderen, en haar droog en broos maaken. Wy achten ons verpligt, de Natuurkundigen, Reizigers, en Planters onzer Kolonien, in Amerika en Afrika, verslag van ons voorstel te geeven, en wy kunnen ons van derzelver yver en kunde belooven, dat zy het opgegeevene met het Sap der Hevaea, terstond als zy uitgevloeid is, beproeven, het Sap aldus in wel gesloten flessen herwaarts zenden, en 'er een kort bericht van de hoeveelheid des Saps, deszelfs eigenschappen, soortlyke zwaarte, smaak en reuk, vóór dat het met Alkalia vermengd was, als mede den tyd der aftapping, byvoegen zullen.
Deze zelfde Proeven moeten ook met het Sap der verschillende soorten van Hevaea, vooral de Caoutchouc, en die van Guajana, als mede met de Jatropha elastica, Cercropia peltata, Ficus Indica, en alle overige bekende en onbekende gewassen, van welke men weet dat eene elastieke Gom verkregen wordt, in 't work gesteld worden. |
|