Zedelyke bedenkingen.
Als wy altyd bereid en gereed waren om van alle onze bedryven, van alle onze daden en handelingen, rekenschap te kunnen geven, hoe gerust zouden wy dan van het tooneel dezes levens kunnen afstappen, en tot een ander leven overgaan! doch hoe veele van onze handelingen zouden wy wel wenschen dat nimmer aan het licht kwamen; maar veel liever verborgen bleven agter het gordyn van eeuwige vergetelnis. - Hoe veele daden bedryven wy niet, over welke wy ons zouden schamen, wanneer zy ter kennisse kwamen van onzen evenmensch. En wat zal 'er van wezen? Alle onze daden zullen nochtans eens het licht zien. Maar over hoe veele zullen wy ons dan niet schamen!
Hoe vaak misleid de waan den verblinden sterveling niet, dan vooral wanneer hy zich laat wegslepen door de verderslyke Wellusten, en door ongebonden verinakelykheden; dan nochtans worden zy maar al te dikwils door het grootste gros der menschen vuurig nagejaagd, schoon men ook dagelyks de jammetlykste uitwerkzels en smartlykste gevolgen eener bedorven Wellust voor oogen heeft. Wie spiegelt zich aan anderen, al zyn de voorbeelden nog zo treffende, nog zo treurig en aandoenlyk! Hoe jammerlyk bedriegt men zich, wanende zyn grootst geluk te vinden in de opvolging zyner bedorven lusten; want het einde van dezelve is niet anders dan moeite, dan jammer en verdriet!
De mensch verschynt eenmaal in het leven en op de wereld; de weg, langs welken hy daarin verschynt, is enkel, is een - maar langs duizend wegen zou hy daar weêr kunnen uitstappen. Wie moet niet verbaasd staan, in overweging nemende hoe veele middelen 'er zyn om het leven af te snyden; wie moet niet verbaasd staan, dat de menschen nog zo lang leven, en niet veel eerder sterven. - Men zegt, des menschen levensdagen zyn kort, en vol onrust en verdriet. - Dan, wie zou niet veeleer zeggen, dat wy waarlyk zeer lang leven, wanneer men overweegt, hoe veele de gevaren zyn, welke ons gestadig dreigen, en de veelvuldige kwaden, die ons gestadig over 't hoofd hangen.
C. v.d. G.