Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1795
(1795)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijAanmerkingen over de kindsheid der dieren; getrokken uit het Werk van den Heer William Smellie, getyteld: Philosophy of Natural History.(Medegedeeld door reinier arrenberg, te Rotterdam.)
Door het woord Kindsheid verstaat men in het alge meen dat gedeelte van het leven, het welk begint by de geboorte, en eindigt met dat tydstip, op welk de Dieren het vermogen verkregen hebben, om, zonder den bystand van derzelver Ouders, voor hun eigen bestaan te kunnen zorgen. Dit tydstip verschilt grootlyks in verscheiden Dieren, weshalven de uitdrukking van Kindsheid, wanneer 'er van derzelver verschillende soorten gesproken word, zeer verschillende bepalingen heeft, met betrekkinge tot den tyd. De staat van Kindsheid duurt by het Menschlyk geslacht veel langer dan by andere Dieren. Kinderen hebben, terstond na hunne geboorte, reeds hulp noodig, en vereischen een gestadigen bystand en oplettendheid van de Moeder. De meeste Schryvers over dit onderwerp hebben egter niet alleen de magteloosheid, maar ook de elenden, van den kinderlyken staat merklyk vergroot. ‘Een Kind (zegt buffon) vereischt meerder hulp dan het jong van eenig ander Dier; deszelfs onzeker leven schynt alle oogenblikken te dobberen aan den oever van den dood. Het kan zich niet bewegen of het lichaam opheffen; het heeft nauwlyks kragts genoeg om te bestaan, en om, door deszelfs geschrei, de smerten, die het lyd, te kennen te geven. Het is, in de daad, of de Natuur het onnoozel wigt reeds wilde | |
[pagina 182]
| |
doen weten, dat het tot rampen gebooren, en alleenlyk onder de menschlyke schepsels is gebragt om deel te nemen in derzelver gebreken en aandoeningen.’ Dan deze vernederende schildery is gedeeltlyk juist, maar ook gedeeltlyk onwaar. Schoon de Kinderen langer in den staat van onnoozelheid blyven dan de jongen van andere Dieren, zyn zy egter geenzins in zulk een onvermogenden staat. Van het oogenblik van derzelver geboorte, hebben zy het vermogen om op te slorpen en door te slikken het geen hun den mond geboden word, en op dat zelfde tydstip kunnen de jongen van Hazen, Konynen, Rotten, Muizen, en anderen, niets meer doen, en zyn even zoo min in staat om zich te bewegen, of het lichaam op te heffen. Daarenboven zyn 'er zeer veele viervoetige Dieren, welken, verscheiden dagen na hunne geboorte, het vermogen nog niet hebben van te kunnen zien, daar ondertusschen de Kinderen, op het oogenblik dat zy ter wereld komen, reeds het gebruik van het gezigt genieten, welk vermogen hun binnen weinige uuren de gelegenheid tot vermaak en genoegen geeft, terwyl 'er nog veelvuldige andere soorten van Dieren zyn, welken 'er mede verscheiden dagen van verstoken blyven; ook zyn de jongen der meeste Vogels even week en nooddruftig als die der Menschen; de eersten hebben geen ander vermogen dan dat der ademhaling, en openen den mond om het voedsel van derzelver Ouders te ontfangen, en laten haren afgang loopen zoo dra het voedsel verteerd is. Indien de Kinderen, in de daad, meer pyn en smert lyden dan andere Dieren in dien staat, schynt egter de Natuur die strenge berisping niet te verdienen, welke zy fomtyds ondergaat. De menschlyke lichamen worden in de famenleving, even gelyk die van sommige huisdieren, verzwakt door weelde, door kunstige manieren van leven, of door onnatuurlyke en schadelyke kleedingen, en brengen aan hunne Nakomelingen over de zaden van zwakheid en ziekte, welker uitwerkingen nimmer gevoeld worden door hen, die hunne levenswys meer naar de inrigtingen en oogmerken der natuur regelen. Om dezelfde reden, zyn de Kinderen der Wilden, het zy dezelven Jagers of Schaapherders zyn, veel sterker, gezonder, en aan minder gebreken onderhevig, dan zy, welken geteeld zyn door verlichter en tederer gestellen in de samenleving: ook vind men onder de- | |
[pagina 183]
| |
zelfde regeeringen, en in denzelfden staat van beschaafdheid, denzelfden trap van weekheid en zieklykbeid. De Kinderen van aanzienlyke en ryke lieden zyn in 't algemeen kinderachtiger, zwakker en zieklyker, dan die der boeren of handwerkslieden. Ondertusschen hebben die Kinderen, in derzelver groei, van de geboorte tot den vollen wasdom, ontelbare genoegens, welken, zoo zy de smert, die dezelven onvermydlyk moeten ondergaan, het zy dan onder een meer natuurlyken, het zy onder een meer kunstigen, staat van het Menschdom, niet geheel en al wegnemen, ten minsten merklyk verligten. Indien de weelde en de beschaafdheid het lichaamsgestel der Kinderen verzwakken, geven zy ook gelegenheid tot wezenlyke genieringen, welken aan de Wilden volstrekt onbekend zyn; hunne behoeften zyn weiniger, maar hunne aangenaamheden zyn ook evenredig minder. Schoon de tyd van de kindsheid der menschen evenredig langer is, word die dikwils nog verlengd door eene wanvoeglyke behandeling. In dit en andere Landen van Europa, zyn de Kinderen naauwlyks de baarmoeder ontkomen, en hebben het vry gebruik hunner ledematen verkregen, of zy worden andermaal verwezen tot een veel wreeder en onnatuurlyker bedwang. Het hoofd word in eene vaste houding gezet, de beenen gekluisterd, en de armen aan beide zyden tegen het lyf aangebonden, zoe dat de onnoozele wigtjes dermaten bezwagteld worden, dat zy geen vinger verroeren kunnen, en dit bedwang der zwagtels moet hun noodwendig zeer veel pyns veroorzaken. Het is waar, dat zulks geschied met het oogmerk om te voorkomen, dat het hoofd en de ledematen, door geene onnatuurlyke of verkeerde houdingen, eene wanstaltige gedaante verkrygen; doch men begrypt niet, dat de pogingen, die de Kinderen doen, om zich zelve los te maken, veel meer strekken om hunne leden wanstaltig te doen worden dan eenige houding, die zy zonden aannemen, wanneer zy een meerderen trap van vryheid genoten. Dan indien het waar is, gelyk het in de daad is, dat de pogingen der Kinderen, om zich van dat wreed bedwang los te maken, hun nadeelig zyn, is het tevens zeer zeker, dat de staat van werkeloosheid, waar in zy gedwongen worden te blyven, hun misschien even zoo schaadlyk is. Kinderen, zoo wel als alle jonge Dieren, zyn geneigd om zich te bewegen: dit bevordert hun- | |
[pagina 184]
| |
ne groeijing en de uitbreiding van derzelver zintuigen, ook versterkt het gelyklyk alle hunne ledematen, en maakt den omloop en de afscheiding van alle derzelver vogten gemaklyker; doch wanneer de Kinderen van de magt of het vermogen van beweging beroofd worden, heeft 'er eene tegengestelde uitwerking van dit alles plaats. Het gebrek van beweging vertraagt hunnen groei, en verzwakt hun gestel. Die Kinderen, derhalven, welken eene volle vryheid van beweging toegelaten word, zyn doorgaans gezonder en sterker. Wy kunnen egter niet nalaten te doen opmetken, dat, door de pogingen der Wysgeeren en Geneesheeren, de gewoonte van de Kinderen sterk te zwagtelen minder algemeen geworden is, vooral by verstandige Vroedvrouwen en Moeders; dan lang gevestigde vooroordeelen te overwinnen, en heilzamer gebruiken, door een geheel Land, in te voeren, kan niet geschieden dan door lengte van tyd en aanhoudende pogingen. Uit welke oorzaken en omstandigheden de byzondere manieren in de behandeling der Kinderen ontstaan, is ondertusschen moeilyk te bepalen; doch het is zeker, dat de wildste en ruuwste Natien, in de behandeling hunner Kinderen, dikwils meerder oordeel en eigenaartig gedrag vertoonen dan de meest beschaafde Volken der menschlyke maatschappye. De Negers, de Wilden van Kanada, Virginie en Brasil, gelyk ook de Inboorlingen van genoegzaam geheel Zuid-Amerika, in plaats van hunne Kinderen te zwagtelen, leggen dezelven nakend in hangmatten, of hangende bedden van katoen, of in wiegen met bont gevoerd. De Peruvianen laten de armen van hunne Kinderen volmaakt vry in een foort van zak: als zy wat grooter worden, zetten zy hen tot den middel toe in een pot, die zy in de aarde graven, en welke zy met linnen of katoen vullen; door deze behandeling zyn hunne armen en hoofd volkomen vry, zonder het minste gevaar van te kunnen vallen, of eenige belediging te ondergaan. Om hen het gaan te leeren, word hun, zoo dra zy staan kunnen, de borst op een zekeren afstand aangeboden. De Kinderen der Negers kruipen, nog zeer jong zynde, op handen en voeten, naar de knieën der Moeders, en grypen haare borsten met hunne handen. In dien stand houden zy zich zeer vast, zonder eenige hulp, en blyven aanhoudend zuigen, zelf buiten eenig gevaar van | |
[pagina 185]
| |
te vallen, schoon de Moeders zich voorover buigen, en haar gewoon werk verrigten. Op het einde van de tweede maand beginnen die Kinderen reeds op handen en voeten te kruipen, en, dit doende, verkrygen zy, door de gewoonte, het vermogen om met eene verwonderlyke vaardigheid te kunnen loopen. De Wilden zyn uitermaten oplettend omtrent de reinheid van hunne Kinderen. Schoon zy niet in staat zyn om hunne bonten zoo dikwils te veranderen als wy ons linnen, vergoeden zy dat gebrek door andere hulpmiddelen van weinig waarde. De wilden van Noord-Amerika liggen de fyn gemaakte molsem van verrotte boomen op de bodems van hunne Wiegen, en ververschen het zoo dikwils als het nodig is. Op die molsem worden de Kinderen nedergelegd, en met vellen gedekt, en dit poeder, het welk zeer zagt is, slorpt de uitwerpselen der Kinderen zeer schielyk op. In Virginie worden de Kinderen naakt in een houten bak gelegd, waarin een gat is om hunnen afgang kwyt te worden, en met katoen toegedekt. Dit gebruik word byna algemeen gevolgd in het Oostlyk gedeelte van Europa, en byzonder in Turkyen, en heeft boven alles nog dit voordeel, dat 'er die beklaaglyke gevolgen, welken zoo dikwils uit de zorgelooze behandeling der Voedsters ontstaan, door voorgekomen worden. Verscheiden Noordsche Natien dompelen hunne Kinderen, terstond na de geboorte, in koud water, zonder dat zy 'er eenig nadeel door lyden. De Laplanders liggen hunne pas geboren Kinderen in de sneeuw tot dat zy byna dood van koude zyn, en brengen hen dan in een warm bad; deze schynbaar harde behandeling word, geduurende hun eerste jaar, driemaal daags herhaald. Na dien tyd, worden de Kinderen driemaal 's weeks in koud water gedompeld. Het is in die Noordlyke Landen een algemeen begrip, dat de koude baden den mensch gezonder en sterker maken, en het is uit hoofde van dat denkbeeld, dat zy hunne Kinderen, van de geboorte af, aan dat gebruik gewennen. In de landengte van Amerika werpen zich de Inwooners, zelf dan wanneer zy sterk zweeten, in het koude water, zonder dat zy 'er eenig letsel van hebben: de Moeders baden zich insgelyks, met haar Kind, in het koud water, oogenbliklyk na hare verlossing, en ondertusschen sterven 'er by die Volken minder Vrouwen in het Kinderbedde dan | |
[pagina 186]
| |
by die Natien, welken deze gewoonte als ten uiterste gevaarlyk beschouwen. Met betrekkinge tot het voedsel der Kinderen, zoude het, geduurende de twee eerste maanden, enkel kunnen bestaan in de melk van de Moeder. Zonder nadeel 'er door te lyden, zal een Kind, voor het einde van de eerste maand, geen ander voedsel kunnen gebruiken. In Holland, in Turkyen, en door den geheelen Levant, geeft men de Kinderen, geduurende hun eerste jaar, niets anders. De Wilden van Kanada zogen haare Kinderen vier of vyf jaren, en sommigen zes of zeven. In gevallen van noodzaaklykheid, kan de melk van viervoetige Dieren de melk van de Moeder vervangen; doch in zulke gevallen moet men het Kind de mam van het Dier doen zuigen, dewyl de trap van warmte, die het zog der Dieren heeft, altyd eenparig en eigenaartig is, nadien de melk, door de beweging der spieren, altoos met speeksel gemengd word, het welk de spysvertering bevordert. Sommige sterke LandliedenGa naar voetnoot(*) gebruiken, gelyk bekend is, geene andere zoogsters dan Geiten, en na verloop van twee of drie maanden gewennen zy de Kinderen aan eenig voedsel, dat meerdere vastheid heeft dan deze melk. Vóór het uitkomen der tanden zyn de Kinderen volstrekt onbekwaam tot eenige kaauwing, en het is daarom dat de Natuur vordert, dat zy, geduurende dien tyd, alleenlyk door zagte spyzen gevoed worden; doch als de tanden daar zyn is het even voordeelig, dat zy nu en dan met vaster voedsels gespysd worden.
(Het Vervolg en Slot hier na.) |
|