Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1795
(1795)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijDe staat der plantkunde te Parys, en een berigt van de voornaamste plantkundigen te dier stede.(Overgenomen uit a Sketch of a Tour on the Continent, in the Years MDCCLXXXVI and MDCCLXXXVII. By james edward smith, M.D. & F.R.S. 1793.)
‘Te meermaalen hebben wy, uit deeze Schets van Dr. smith, het een en ander ontleend; als de Beschryving van Genua; het Character van j.j. rousseau, en van diens WeduweGa naar voetnoot(*): het lust ons tegenwoordig, hem te Parys te vergezellen, waar hy, die, by zyne Landgenooten, den naam draagt van den Linneischen smith, zich voordoet in het Vak, waar toe zyne Reis grootendeels was ingerigt; naamlyk, om Plantkundige Naaspooringen te doen. Met genoegen, twyfelen wy geen oogenblik, zullen onze Leezers hem den staat der Plantkunde te Parys, en zyne ontmoeting van de voornaamste Plantkundigen te dier Stede, in de opgemelde jaaren zyner Reize, hooren verhaalen.’ * * * *
De Kruidtuin te Parys is onlangs zeer veel uitgelegd, en beslaat tegenwoordig een zeer wydstrekkende plelgrondsGa naar voetnoot(†). Dezelve levert veele openbaare Wan- | |
[pagina 139]
| |
delwegen op; eenige plaatzen zyn met yzeren hekken afgeslooten, waarin de Trekkassen en de Bewaarplaatzen zyn van tedere Planten, geschikt naar het Stelzel van jussieu. Deeze Tuin wordt des Zomers gebruikt tot de Avondwandelingen van Geleerden en andere lieden van Fatsoen, en alle dagen bezogt door Liefhebbers der Plantkunde, van beide de Sexen. Hier ziet men de Dames druk in de Plantkennis bezig; bloemen ontleedende, en de beschryving daarvan 'er mede vergelykende: want het is te Parys geheel niet ongewoon, dat de schoone Sexe, in grooten getale, Lessen over deeze en geene Weetenschappen bywoont. Deeze Plantverzameling wordt doorgaans geagt alleen voor die te Kew te moeten onderdoen. Men treft 'er, nogthans, veele Planten aan in Engeland niet te vinden, meest uit Peru en de Levant komende. - De Datura arborea, bedekt met haare heerlyke en sterk riekende Bloemen, was thans de uitmuntendste Plant in den geheelen Tuin, en werd alle avonden door eene groote menigte bezogt. Weinigen konden den reuk, voor eenen geruimen tyd, verdraagen. De zeldzaame Gundelia groeide hier; doch de meeste van tournefort's keurlykste Planten zyn te deezer plaatze, zo wel als in Engeland, gestorven. Naast aan den Kruidtuin is het Kabinet des Konings, of het Museum der Natuurlyke Historie, bestaande uit | |
[pagina 140]
| |
een lange reeks Vertrekken, byzonder ryk in schitterende Vogelen en Insecten uit Guinea. Hier ontmoet men de Papilo Hecuba, de éénige misschien in Europa, wél afgebeeld in buffon's Planches Illuminées, waarvolgens linnaeus dezelve beschreef. - Het gedeelte van dat Museum 't welk tot het Plantenryk behoort, bevat du hamel's eigene stukken van zyne Proeven op de Boomen, met een groot aantal Buitenlandsche Vrugten; en inzonderheid de oorspronglyke Herbariums van tournefort en vaillant. Van deeze beide is het laatste het talrykste, en in den besten staat. Beide zyn ze zeer dienstig om de Naamen, door de Oude Plantkundigen gebezigd, te bepaalen, en bovenal die der Schryveren, welke deeze Verzamelingen maakten. Door de vriendlykheid des Heeren d'aubenton kreeg ik verlof om ze beide op myn gemak te doorzien; dat van tournefort bezag ik met byzondere aandagt, en beschreef daar uit meer dan tachtig Planten uit de Levant, niet opgetekend door linnaeus. De Schikking is naar de Letters van het Alphabeth, volgens de Fransche Naamen; een slegter kon men naauwlyks met mogelykheid verzinnen, dewyl verscheide Soorten van het zelfde Geslacht, hier door, op een wyden afstand van elkander verstrooid zyn. De gedroogde Planten zyn vastgemaakt op bruin Papier, met daarby gevoegde Aanduidingen. In het Herbarium van tournefort zyn de Planten van elke Soort zo veelvuldig, en de Voorwerpen zo keurig, niet als in dat van vaillant. De geschreevene Waarneemingen van vaillant weezen uit, dat hy een veel beter Plantkundige geweest hebbe dan men hem gemeenlyk schat. Hy had keurlyke gissingen gemaakt, zo wegens de verwantschappen van veele nieuwe Planten, als over de Gelykluidende Naamen van veele oude. Het verbaasde my, zyn Herbarium zo ryk te vinden in Noord-Americaansche Gewassen, door sarrasin, in 't vroegst deezer Eeuwe, verzameld. Veele worden thans verondersteld zeer laat ontdekt te weezen; als de Kalmina glauca van den Hort. Kew. Dit onttrekt niets aan de verdiensten der zodanigen, die deeze Planten naderhand verzameld hebben; doch hoe vreemd is het, dat dezelve zo langen tyd onbeschreeven gelaaten zyn door de Fransche Plantkundigen! - Eene groote Verzameling van Tekeningen en Handschriften van plumier blyft nog onuitgegeeven in de handen van de Aca- | |
[pagina 141]
| |
demie des Sciences, die een allerdierbaarst geschenk zoude weezen voor alle Minnaaren der Plantkunde. Op den trap van dit Museum is een leevensgroot Standbeeld van den beroemden Graaf de buffon, gepaard met Bycieraaden, die de Weetenschap, waar in hy zo zeer uitmunt, aanduiden. Het Opschrift gaat alle maate van zedigheid te buiten, en grenst aan oneerbiedigheid: majestati naturae par ingenium: een vernuft gelyk aan de majesteit der natuure. De uitdrukking des gelaads is zeer trots. Hoe een Franschman, ‘Philosophe soi disant,’ zodamg eene vleiery kon verdraagen, gaat de vatbaarheid van een min verheven Vernuft te boven. Ik was zo gelukkig niet van deezen grooten Man te zien; dewyl hy, toen ik te Parys was, zich eenige mylen van die Hoofdstad verwyderd vondt. Met zyn Amptgenoot en Vriend, de Heer d'aubenton, verkeerde ik veelvuldig, en altoos met vermaak en leering. De Graaf de la cepede, die zints een zeer goed Werk heeft uitgegeeven over de Kruipende Dieren, geschikt om ten Vervolge van buffon te dienen, bevondt zich ook dikmaals in het Kabinet, toen ik my daar van tyd tot tyd vervoegde. In den Tuin ontmoette ik nu en dan den Heer adanson, wiens bedreevenheid in de Plantkunde hem een grooten roem zou aanbrengen, ware hy min verslaafd aan het wonderspreukige, en minder de Pedant. Doorgaans deed hy, met my spreekende, een aanval op linnaeus: nu eens noemde hy hem een zeer onkundig en ongeletterd Man; en, wanneer ik het waagde diens Philosophia Botanica, als een bewys van het tegendeel, aan te voeren, schold hy hem voor een Scholastiek. Ik hield my te vrede met glimplachende te denken hoe de eene beschuldiging de andere vernietigde. De Heer adanson is geen minder voorstander van Barbaarsche Naamen in de Plantkunde; hy pryst aan, dat elke soort van Plant, in alle Boeken, enkel zal genoemd worden by den naam, onder welken dezelve bekend is in het Land waar die Plant voorkomt, even of dezelfde Plant niet menigmaal voorkwam in vyftig of honderd onderscheide Landen, en in elk dier Landen geen byzonderen naam hadt, en als of de Naamlyst van linnaeus niet ten vollen geregtvaardigd is door Rede en Ondervinding beide! Dit brengt my om een kort verslag te geeven van eenige andere voornaame Plantkundigen, thans te Parys in | |
[pagina 142]
| |
leeven. De Heer anthony de jussieu mag vry aan het hoofd gesteld worden der zodanigen onder hun, die, wat het Stelzel aanbelangt, den naam van Anti-Linnaeisten mogen draagen. Hy erfde zyn smaak voor de Plantkunde van zyne Oomen bernard en joseph de jussieu. De eerstgemelde was Hoogleeraar te Parys. De laatstgenoemde maakte eene schoone Plantverzameling in Peru. Hunne Boeken en Plantverzamelingen kwamen by erfenis aan deezen Neef, die eerst zedert weinig jaaren zyne aandagt meer byzonder op de Plantkunde vestigde; doch met welk een gelukkigen uitslag hy, in dat korte tydsverloop, zich daar op bevlytigde, wyst zyne Genera Plantarum uit, in den Jaare MDCCLXXXIX in 't licht gegeeven. Een Werk, 't welk den Schryver zal vereeuwigen, en waarschynlyk tot de Naakomelingschap overgaan met de Genera Plantarum van linnaeus; twee Werken zo wel by elkander voegende. Den zodanigen, die zyn Werk kunnen leezen, en bevoegd zyn om 'er over te oordeelen, behoeft niet gezegd te worden, dat de Heer de jussieu een rechtschapen Wysgeer is, door en door ervaaren in de Weetenschap, vuurig in het najaagen der waarheid, zelve voor overtuiging blootstaande, en opregt in zyne berispingen der gebreken van anderen; en zullen zy zich niet verwonderen te hooren, dat hy in zyn voorkomen en zeden beleefd en gevallig is, en in zyn onderhoud aangenaam. Schoon wy in veele stukken verschilden, als ten aanziene van het opmaaken van de Naamlyst der Planten, en de verdiensten van het Stelzel van linnaeus, kreegen wy, daar waarheid ons beider doel was, door herhaalde en openhartige gesprekken, langs hoe meer agting voor elkanderen; en, wat my betreft, moet ik bekennen, dat het onderhoud met deezen Man voor my altoos genoeglyk, altoos leerzaam, was. Ten huize van den Heer de jussieu ontmoette ik by wylen den Heer de la mark, even zeer aan de Plantkunde overgegeeven, en daarin als 't ware verzwolgen. Zyne kundigheid is ongetwyfeld zeer uitgestrekt; doch zyn character veel min behaaglyk dan dat van de jussieu. Deeze Heer heeft op zich genomen het Plantkundige gedeelte van de Encyclopedie; een Werk, waar van ik afgeschrikt ben om het zo zeer te bestudeeren als het mogelyk verdiende, deels door de wonder vreemde schikking, deels uit hoofde van de veragting met welke 'er algemeen van gesprooken werd door de Stelzelminnende | |
[pagina 143]
| |
Plantkundigen in Frankryk. Door dit verzuim, en, zo als men my verhaald heeft, om dat ik hem geen bezoek was komen geeven, moest ik ongelukkig ten doel staan aan zyne openbaare berisping, die van my, te myner verdediging, een antwoord vorderde, 't welk ik ook gegeeven heb. - Ik beken openhartig, dat ik een afkeer had van het gezelschap eens Mans, die altoos de gelegenheid zogt en aangreep, om met geweld aan te vallen op 't geen hy wist dat myne meest geliefde begrippen waren; en dien ik alle paalen van welvoeglykheid zag overschreeden, wanneer van eene Plant, in zyn Woordenboek genoemd, in gezelschap onverhoeds gesprooken werd onder een anderen, schoon zeer gebruiklyken, Naam. Meer dan ééns heb ik gelegenheid gehad om waar te neemen dat de Ongestuimigheid, of Onwelvoeglykheid, der Franschen, het beleefdste Volk des Aardbodems, alleraanstootelykst is. Even zo is de ruwheid van zeker slag van lieden, die zich anders gelaaten zeer beleefd en nederig te weezen, als dezelve zich openbaart, de lompste en ondraaglykste ruwheid! Onder de Linnaeistische Plantkundigen steekt de Heer l'heritier, thans een der Regters van het Departement van Parys, onder de nieuwe Constitutie, uit, door zyne heerlyke en stelzelmaatige. Werken; waarvan de Plaaten uitgevoerd zyn met eene fraaiheid en naauwkeurigheid die naauwlyks wedergade heeft, en zyne Beschryvingen zyn niet min volkomen. Aan deezen Heer is toevertrouwd de Uitgave van dombey's Planten, in Spaansch America verzameld; en het is te hoopen, dat hy de Wereld niet langer in verwagting van dit Werk zal houden dan tot volmaaking van 't zelve noodig is. De Heer bulliard is wel bekend, door zyn Herbier de la France, waarvan de Plaaten met Olieverwen gedrukt zyn. Verscheide Koperen Plaaten zyn 'er noodig voor ieder Figuur, doorgaans vier of vyf. Op één derzelven zyn alle de groene deelen der Figuure gegraveerd, op een ander de roode, blaauwe, enz. Deeze worden agtereenvolgend op het zelfde papier gedrukt, met de naauwkeurigste voorzorge dat elke kleur juist op haare plaats kome, en de andere vervange. Ten laatsten komt een Plaat met de schaduwen, de naamen en de getallen, in 't zwart, en voltooit de Figuur. Deeze wyze van drukken slaagt wonder wel in voorwerpen die zo weinige en eenvoudige kleuren hebben als de Fungi, | |
[pagina 144]
| |
maar zo gelukkig niet in andere Planten. Het Werk van den Heer bulliard behelst meest Fungi, en men kan de Plaaten, daar toe behoorende, afzonderlyk bekomen. Zy maaken een dierbaar toevoegzel uit voor de Plantkunde. De Heer desfontaines, thans Hoogleeraar in de Kruidkunde in den Koninglyken Tuin, was, in den Jaare MDCCLXXXVI, even te rug gekomen uit Barbarye, met een ryken oogst van Planten en Insecten, welke hy my alle liet zien, en waarvan hy my deelgenoot maakte. Het is waarschynlyk, dat hy ons zal verpligten met een Verhaal zyner Reize. De vuurigste dankërkentenissen ben ik verschuldigd aan den Heer thouin, die het opzigt heeft over den Kruidtuin, voor de heusche en verpligtende wyze, waarop hy my altoos den toegang openzette tot die ryke Verzameling; zo wel als om my te verlustigen in zyn eigen byzonder Herbarium, 't welk ik geheel, met geen geringe leering, heb doorzien. Weinige Natuurkundigen evenaaren den Heer broussonet in yver en bekwaamheden; niet genoeg kan men het beklaagen, dat zyne veelvuldige bezigheden en verbintenissen hem geen genoeg tydruimte zullen laaten om zyn Systematisch Werk over de Ichthyology ten einde te brengen, of de uitmuntende Afbeeldingen en Beschryvingen van Visschen, van welke ééne Aflevering in 't Jaar MDCCLXXXII het licht zag, voort te zetten; misschien nogthans heeft zyn Land reden om zich te verheugen dat hy zyne Talenten op meer gewigtige voorwerpen te koste legt. Aan de onvermoeide volstandigheid en werkzaamheid van den Heer broussonet hebbe men voornaamlyk dank te weeten het opneemen van de Koninglyke Societeit des Landbouws, opgericht onder lodewyk den XV, doch naderhand veele jaaren lang verwaarloosd; van welke hy Secretaris is. Door het doen van met oordeel uitgekoozene Proeven, door het geeven van Belooningen voor nuttige onderneemingen, door recht te passe komende en in 't oog loopende uitgaven van Werken, de aandagt des Landmans en des Burgers te trekken tot dit allerbelangrykst onderwerp, heeft deeze Societeit den Landbouw in Frankryk schielyker verbeterd dan ooit in eenig ander Land gebeurde. Onder andere verbeteringen is de aankweeking van Raapen en Aardappelen zeer algemeen geworden. Om de Armen met het gebruik van dit laatste | |
[pagina 145]
| |
voedzel te bevredigen, hebben verscheide Persoonen van hoogen rang met hun voorbeeld in 't gebruik daar van voorgegaan. Ik heb een geheel geregt van deeze hoogst nuttige Aardappelen zamengesteld, en op verschillende wyzen gereed gemaakt, gezien op de tafel van den Heer parmentier, die een Boek geschreeven heeft over het teelen en het gebruik der Aardappelen. - Te Charenton is een Veterinary-School opgericht, waarin de Heer broussonet en anderen Lessen geeven over de onderscheidene takken van den Huishoudelyken Landbouw, welke Lessen zo wel door Landhoevenaars en Boeren, als door Heeren en Juffrouwen, worden bygewoond. |
|