Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1795

Aanmerkingen, over het staatkundig character van Sir Robert Walpole, en de hervorming van het parlement in Groot, Brittanje.

(Overgenomen uit de Memoirs of the Kings of Great-Britain of the House of Brunswic-Lunenburg, by w. belsham, 1793.)

Wanneer wy eene juiste waardeering zullen opmaaken van het Staatkundig Character van Sir robert walpole, die, vóór meer dan twintig jaaren, het Groot-

[p. 67]

Brittannische Ryk bestuurde met uitsteekenden roem en bekwaamheid, zullen wy ruime stoffe vinden, zo om hem te pryzen, als om hem te laaken.

Sir walpole uit het gunstigst gezigtpunt beschouwende, worden wy gedrongen te erkennen, dat, onder het Bewind van deezen Staatsdienaar, het Regt billyk en onpartydig werd uitgeoefend; dat het voorregt des Monarchs onveranderlyk bepaald bleef binnen de striktste paalen van de Wet; de Koophandel werd door wyze Wetten aangemoedigd en uitgebreid, de Rykdom der Natie kreeg eenen spoedigen aanwas; de Regten en Vryheden des Volks bleeven ongeschonden bewaard.

Maar, indien wy het oog vestigen op de inwendige Staatkunde zyns Bestuurs, ontdekken wy, dat, hoe schoon 't zelve ook mogt weezen by het uitwendig voorkomen, hetzelve van binnen verrot is, door en door besmet met den doodlyken waas van Omkooping; en dreigende, by deszelfs voortgang, de ondermyning van alle Volksdeugd, als mede de uitdooving van alle vonken van Vaderlandsliefde.

Om zich van 's Vorsten gunst te verzekeren, en gestreeld met de hoope om zyn Staatspost te behouden, vondt hy zich gedrongen, maatregels te neemen, strydig met zyn eigen beter oordeel, en aanloopende tegen de waare belangen zyns Vaderlands. Hy zag, dat het beste of liever het éénig zekere middel, om deeze schadelyke maatregelen in 't werk te stellen, bestondt, in een belang in het Parlement te verwekken, afgescheiden van het belang des Volks; door de laagste en veragtlykste kunstenaaryen van Staatkundige bedorvenheid, verwierf en verzekerde hy eene Meerderheid van Stemmen in de beide Huizen. En, naa de Invoering van dit Stelzel, 't welk tot ons in volle kragt is afgedaald, hebben de raadpleegingen des Parlements weinig meer te beduiden gehad, dan het twisten van Partyen, of de niets betekenende gedaante van Vryheid.

Het Parlement, het welk een onbezwalkten glans van Wysheid, Braafheid en Goedheid, moest ten toon spreiden, zich vereenigende in eene luisterryke Vergadering, kan dus, met de daad, vernederd worden tot een Hof, enkel zamengekomen met oogmerk om de Koninglyke Bevelschriften op te tekenen. - Het zyn, onder den invloed van dat Stelzel, de ernstige en welgewikte

[p. 68]

en gewoogene Raadgeevingen niet van de Wetgeevende Magt, die de beweegingen der Uitvoerende regelen, maar het is de grilligheid, de hoogmoed en de dwaasheid, van de Uitvoerende Magt, die maar al te dikwyls op den Wil der Wetgeevende Magt invloed gehad, en dezelve bestuurd, heeft.

Het is eene erkende waarheid, eene waarheid in het Parlement opgehaald - dat de Invloed der Kroone moet verminderd worden; doch geene groote stappen zyn 'er tot nog gedaan om die Vermindering te bewerken.

Eene Hervorming der Vertegenwoordiging; eene Verkleining van de Staande Krygmagt; eene voortgaande Aflossing der Staatsschulden; eene volslaagene Afschaffing van alle nutlooze en overtollige Bedieningen en Jaargelden, waar mede het Monster, de Omkooping, zich voedt; deeze Middelen zyn alleen geschikt om de groote taak van Nationaale Hervorming te bewerken. - En, indien by de Maatschappye, in 't algemeen, die veerkragt ontbreekt, welke dezelve, by tyds, opwekt en in staat stelt tot het aanvaarden van zodanige Middelen, als noodig zyn ter bereiking van dit einde, wat blyft 'er dan meer over, dan, in diepe stilte, en met de grootste bedaardheid, af te wagten het Tydstip, waarop de Volksvryheid uitloopt op eene volstrekte Monarchy; die, om de woorden van een diepdenkend en beroemd Schryver te gebruiken, de waare Euthanasia (een zagte, natuurlyke dood) van de Britsche Constitutie uitmaakt.