sen openen en sluiten derzelver openingen; Koraalen en Zeepennen steeken derzelver takken uit, of haalen ze te rugge; Schelpdieren openen of houden derzelver Schelpen geslooten, om voedzel te neemen, of eenig onheil af te weeren, en het is uit deeze beweeging der Spieren, dat wy opmaaken, dat de Weezens, welke dezelve betoonen, bevatting hebben, of, 't geen op 't zelfde uitkomt, dat ze Dieren zyn.
In het Groeiend Ryk, kan men eene dergelyke spieragtige Beweeging by veele Planten waarneemen, zo volkomen, bepaald, en onderscheiden zigtbaar, als by de Dieren van de evengemelde soort. De Planten, onder den naam van Heliotropae bekend, keeren zich dagelyks met de Zon om: door steeds haare oppervlakten aan dat Licht des daags aan te bieden, schynen zy zo zeer eenig voedzel uit die straalen te begeeren, als eene laag Oesters dit van het Water verlangt; de Schelpen by het inbreeken van den vloed openende. De Flores Solares zyn zo eenpaarig in zich te openen en te sluiten, als de Dieren in het in agtneemen van den tyd om zich te voeden, en het voedzel te verteeren; eenige neemen, in deeze beweegingen, de Jaarsaisoenen niet in agt; maar openen en sluiten de Bloemen, op het zelfde uur, in alle Jaarsaisoenen; andere, even als verscheide Insecten, die zich vertoonen of niet te voorschyn komen, naar maate van de hette des Weers of der Lugtstreeke, openen zich laater op den dag, of geheel niet, als men ze verplaatst heeft van eene Zuidlyker na een Noordlyker Breedte. Men heeft eene menigte van Planten, die, by het aannaderen van regenagtig weêr, zo geregeld de Bladeren sluiten, dat zy eene soort van Instinct of Voorgevoel schynen te hebben, niet ongelyk aan dat der Mieren. En, 't geen nog zeldzaamer is, de Planten blyken een soort van Hygrometers te zyn; want by verscheidene bespeurt men eene uitzetting of inkrimping der vezelen, die, in alle opzigten, aan de vereischten van een Vogtmeeter beantwoordt. De vezelen dier Planten, aangedaan wordende door de gesteldheid der Lugt, worden opgetrokken of uitgerekt naar gelange het weêr verandert, en wyzen gevolglyk de graaden van droogte of vogtigheid des Dampkrings aan. - Jonge Boomen in een digtbegroeid Woud, bevindt men dat zich wenden tot dat gedeelte waar het licht doordringt, even gelyk men dit waarneemt by Planten, gezet in een donkere kamer, zich
uitstrekkende na een lichtstraal, welke door een gas