te handhaaven en te verdedigen. Daar door in den haat der Aristocratische Regeering van zyne woonplaats gekomen, gebruikte deeze haare gewelddaadige magt tegen hem, en liet hem, tegen allen regt, uit zyn huis haalen en gevangen neemen: twee onvoltooide, en nooit aan 't licht gebragte, schetzen van Revolutie, gaven deeze zyne Regters aanleiding, om, ten minsten onder een goeden schyn, hem als een Oproermaaker en Twiststooker ten zwaarde te veroordeelen; en, schoon zy van de aannadering der Franschen bewust, en daar voor niet weinig bekommerd waren, dreef hen hunne haat dermaate aan, dat zy de uitvoering van dit vonnis met allen mooglyken spoed verhaastten, en Vryhart werkelyk zouden hebben doen onthalzen; doch, op 't oogenblik dat de Beul gereed stond hem den doodelyken slag toe te brengen, komt de minnaar van Vryhart's dogter met eenige Franschen toeschieten, bevryd hem van den dood, en stelt hem in vryheid: waarna de inrukking der Franschen volgt, en de Vryheid triumpheert. - Dit is de Inhoud van dit Toneelspel, waarvan de byzondere Toneelen niet onnatuurlyk zyn ingericht, en ons van de bekwaamheid der Digteres in de schikking en bearbeiding der tusschen-vallen een goed denkbeeld inboezemt. Indien zy ons in de Voorreden niet berichtte, dat dit stuk haare eersteling was voor het Toneel, en dat hetzelve in twee maanden bewerkt en afgedrukt was, door het verlangen, om het zelve in een zo gepast oogenblik in de Wereld te hebben, zouden wy, byzonder ten aanziene van het Digtmaatige, wel eenige aanmerkingen kunnen maaken; maar wy zullen dit nu niet doen: alleen kunnen wy niet voorby, der Digteres te herinneren, dat, hoe groot ook de Poëtische Vryheid zy, dezelve echter niet veroorlooft, (om het rym, of de maat,) tegen de Geslagten of de Woordvoeging (Constructie) te zondigen; 't geen, in dit stuk, op meer dan ééne plaats, geschied, gelyk den kundigen Leezer en ook
haar zelve, by een naauwkeurig in- en herzien, ras in 't oog moet loopen. - Ook stootte het ons, (voorondersteld, dat dit stuk ten Toneele gevoerd werd) daarin zulke uitgebreide gebeden of aanspraaken aan het Godlyk Opperweezen te ontmoeten, en bovenal keurden wy het wraakzucht ademend gebed van Vryhart, (dat bl. 51 gevonden word,) ten sterksten af, als niet passende in den mond van een Christen, en een van zyne onschuld ten vollen overtuigd Patriot.