hinderd hebbe de laatste hand aan deezen Taalgeleerden arbeid te leggen, of althans ontzet heeft, van denzelven met eene Voorreden, op den voet zyner Voorgangeren, te verryken; waarover zich de Uitgeevers met rede beklaagen.
Alleen moeten wy, by de Aankondiging deezes Werks, vermelden, dat, by deeze laatste keurlyke Uitgave, 't zelve, schoon over 't geheel 't zelfde gebleeven, vermeerderd is met de volgende, voor de Taalgeleerden gewigtige, Byvoegzels des jongsten Uitgeevers.
Lib. I. |
cap. II. |
De Pronominum Latinorum causis. |
Lib. I. |
cap. X. |
De priscis Diminutivorum nominum formis. |
Lib. I. |
cap. XI. |
De antiquissima Comparativl & Superlativi terminatione apud Latinos. De iis etiam quae videantur anomala Bonus, melior, optimus; Malus, pejor, pessimus: cet. |
Lib. I. |
cap. XVIII. |
De causis Propositionum, Adverbiorum, Conjunctionum. |
Lib. III. |
cap. VIII. |
Correctio Sanctii de Gerundiis. |
Lib. III. |
cap. IX. |
Correctio Sanctii de Supinis. |
Lib. III. |
cap. XIV. |
De causis Conjunctionum. |
Ontelbaar veele zyn, buiten deeze groote en allen in 't oog loopende Byvoegzels, de door het Werk heen verspreide Aanmerkingen. Ophelderingen en Verbeteringen, van den onvermoeid werkzaamen scheidius, die alleszins blyk en bewys opleveren van 's Hoogleeraars groote Beleezenheid en uitgebreide Taalkunde, opgedaan in eene onbezweekene beoefening van Grieksche en Latynsche Schryveren, en hier verwerkt op eene wyze die hem eere aandoet. De Taalgeleerde Wereld zal, ongetwyfeld, deezen Letter- en Taalarbeid onder de Gedenkstukken rekenen, die den naam van den Geleerden scheidius vereeuwigen.
Wy merken nog op, dat de Boekhandelaars, die ons deeze, de voorige Uitgaven van sanctius verre overtreffende, Uitgave ter hand gesteld hebben, tevens bezorgden, dat dit Werk geslooten werd met een daar op hoogst noodig en uitvoerig Register.