zou zyn; doch ik geef het alleen als eene loutere Aanduiding, niet als eene uitgewerkte Verhandeling. In 't kort het is een Broederlyk Woord, waar van de welmeenenheid, zo al niet de eenige, ten minsten zeker een der hoofdverdiensten uitmaakt.’
Een styl vol leevens kenmerkt dit Stukje by uitsteekenheid. De Woordvoerder tot zyne Bataafsche Medeburgers betoont zich een geslaagen vyand der Aristocraaten. Hun gekenschetst hebbende by den aanvang, vaart hy voort: ‘De Oppermagt van het Volk zullen die trotsche boozen belachen, tot dat de siddering voor deszelfs geducht vermogen hun hart met eenen doodlyken schrik slaat. Gelukkig, myne Medeburgers! de schitterende waterbel hunner trotschheid, hoe gezwollen, hoe hoog gereezen, zal binnen kort barsten - en het oogenblik der volkomen zegepraal van 's Volks Oppermagt nadert. Laaten wy dan met kloekmoedige bedaardheid, doch tevens met het gloeiend vuur der Vryheid in onzen boezem, dit oogenblik, dit gewigtig oogenblik! niet als uitgelaaten vrolyke kinderen verbeiden; maar laaten wy den korten tusschentyd, die 'er tusschen de Telling des Volks en de Verkiezing van de Leden der Bataafsche Conventie verstryken moet, doorbrengen met om te zien na Mannen, die in den volsten zin ons verdienen te vertegenwoordigen, als Kiezers van de Leden der Nationaale Conventie.’
Het aanbelang deezer zaake aangeweezen, en zyne Medeburgers gewaarschuwd hebbende om uit eigen oogen te zien, onderhoudt hy zyne Broeders, niet over de Persoonen, maar over de Zedelyke Hoedanigheden, der geenen, die Kiezers verdienen te zyn der Leden van de Nationaale Conventie; dewyl de Politike Hoedanigheden of bekend zyn, of bekend zullen worden uit de daaromtrent by de Oproeping vastgestelde bepaalingen.
Het eerste vereischte in een Kiezer is Goede Trouw, in een zeer wydgestrekten zin, hier ontvouwd. - Wyders moet een Kiezer niet alleen eerlykheid van hart, maar ook gezond verstand en uitgestrekte kennis bezitten aan de onderscheidene Persoonen van verdiensten, die zich in ons Vaderland bevinden. De rechtmaatigheid van dit vereischte wordt bondig beweezen.
Gepast en treffend is daarop het vermaan. - ‘Elk Burger van Nederland bedenke, als hy de pen opvat