bewust zyn, is 'er tot nog toe in onze taal geene Verzameling van vreemde Reisbeschryvingen voorhanden. Daar nu de nuttigheid, zo wel als het aangenaam onderhoud derzelven, algemeen erkend wordt, hebben wy, het voetspoor van andere Natien volgende, niet onvoegzaam geoordeeld, om een nieuw Werk, onder den titel: Magazyn van Nieuwe Reisbeschryvingen, aan het licht te geeven. Dit eerste Stukje zal spoedig door een tweede gevolgd worden, en men zal voor alles zorgen, dat 'er geen Reisverhaalen in deezen bundel voorkomen, die alreede in onze taal het licht zien.
Drie Stukjes na genoeg van gelyke grootte als het tegenwoordige, zullen een Deel uitmaaken, en by elk Deel zal een algemeenen Inhoud geleverd worden.’
Dit Eerste Stukje vervat de zeven volgende Reizen. - Reize van den Heer gorani door de Republiek Genua - Reize door de Landen aan den Rhyn, in de Lente des Jaars 1793, door den Heer van knoblauch - Nieuwe Reize na de Pelew-Eilanden - Reize van den Major houghton door de Binnenlanden van Africa - Reize van de buitengewoone Gezanten des Konings van Engeland na den Keizer van China - Waarneemingen op eene Reize na Maintz, in een Brief aan een Vriend, door c. meiners - Reize van een Lyflander na Warschauw, in 1793.
In een Werk van deezen aart komt het en op Keuze en op de Volvoering aan. In beide schenkt dit aanvanglyk Stukje geene ongelukkige Proeve. De Nieuwheid en de Verscheidenheid, twee zeer gewigtige vereischten in eene Verzameling van deezen aart, zyn beide in agt genomen, en de Vertaaling, zo verre de oorspronglyke Stukken ons bekend zyn, is gelukkig volvoerd.
Thans laaten wy het by deeze bykans bloote Aankundiging berusten. Volgende Stukjes zullen ons wel gelegenheid aanbieden tot eene breedvoeriger opgave.