der fraaiste Vernuften van Duitschland had doen kennen, gaf de Verhandelingen, die den Wysgeerigen Arts uitmaaken, voor eenige jaaren stukswyze in het licht, en had het genoegen, dat dezelve, onder zyne Landgenooten, een zeer gunstig onthaal ontvingen, en tot vermeerdering van zynen roem niet weinig toebragten. - Omtrent het oogmerk, welk hy door de uitgave deezes Werks trachtte te bereiken, onderricht de Autheur ons in zyne Voorrede.
‘Uit alles blykt klaar,’ zegt hy, ‘dat men zig zeer bevlytigen moet om eene naauwkeuriger kennis van den mensch te verkrygen, zoo men hem behoorlyk beoordeelen of behandelen wil. Hiertoe behoort ook het betreklyk verval, de wasdom of de volkomenheid, zyner kragten en bekwaamneden. Hiertoe behoort alles wat in staat is in dit stuk eenige verandering te maaken.
Uit dit inzigt ben ik tot de keuze der Verhandelingen gekomen, welke in dit Werk medegedeeld zyn. Ik heb eenige punten, die den mensch betreffen, naar wysgeerige en geneeskundige gronden beproefd en ontleed. Myn hoofdöogmerk is, iets tot de geschiedenis der menschheid, tot verlichting van het menschlyk verstand, en tot de rust en tevredenheid van 's menschen hart, by te draagen. Lieden, die hunne voornaamste inkomsten van de domheid der menschen trekken, voor welken het van aangelegenheid is, het menschlyk geslacht altoos in bygeloovige vrees en neêrslagtigheid te houden; diergelyke lieden zullen misschien myne poogingen verdoemen.
Ieder heeft zyn eigen bril, door welken hy de voorwerpen wil naspeuren; daarom komen dezelve den eenen kleiner, den anderen grooter, en den derden mismaakt, voor. Ieder, zegt tristram, berydt zyn eigen stokpaardjen. De Bovennatuurkundige heeft overal afgetrokkene en geestige verschyningen. De Natuurkundige zou geene waarheid willen laaten gelden, dan die hy zien of voelen kan. Bergasse wil haat en vriendschap, oorlog en vrede, gezondheid en dood, door mesmer's magnetisch beginzel bestierd hebben.
De dryfveêr van wysgeerige onderzoekingen zy waarheidsliesde; de beweeggrond tot derzelver algemeenmaaking zy opregtheid en menschenliefde. Hoe zeer wenschte ik het menschdom, door mynen geringen arbeid, eenen werklyken dienst te kunnen doen! Hoe zeer wenschte ik my oogen, die overal de zuivere waarheid opspooren konden! Ik ben ten minsten over