oogenblik dat hy tyding heeft bekomen wegens een verlooren Proces, het welk hem noodzaakt zyne Huishouding te verminderen. De trotsche Gravin, die het hart van haaren Gemaal geheel bestuurt en misleid, en wier Broeder toevallig Overste is van sternthal's Regiment, bewerkt, door eene en andere omstandigheid, dat de Luitenant, driftig genoeg, door den Oversten te recht gesteld wordt. De verdediging van sternthal wordt gevolgd door een Kapiteinsplaats, en een bevel om in dien rang te veld te trekken. De Gelieven worden dus verwyderd, het welk amalia eene Ziekte kost, nadien men sternthal's brieven aan haar onthoud, zo dat zy niets van zyne omstandigheden, of vertrek ten Oorloge, weet. De Graaf, het afzyn van den Minnaar zich ten nutte maakende, voert zyne Dochter, op de geheimste wyze, naar een ander Klooster, met oogmerk om haar daar, na den proeftyd, den geestelyken Staat te doen omhelzen. Intusschen komt sternthal agter het geheim, en, wanneer men, in de meeste stilte, de ongelukkige en zuchtende amalia voor het Autaar gesleept heeft, om den afgedwongen eed te doen; en deeze, byna bezweeken, de sidderende lippen daar toe zal beweegen; roept eensklaps eene ernsthafte mannelyke stem: ‘Houd op, amalia! Verbreek den eed niet, dien gy my, voor het oog van God, gezworen hebt! Verbind u niet tot eene zaak, die gy onmogelyk volbrengen kunt! Houd op!’ Deeze holle stem, welke amalia oogenblikkelyk herkent, maakt zulk een diepen indruk op haar hart, dat zy op nieuw, onder eene afwisseling van Schrik en Vreugde, aan den voet des Autaars nederzinkt. Vier Grysaarts, welke, als Pelgrims, de vryheid tot het bywoonen van deeze plegtigheid verkreegen hebben, werpen hunne bovenklederen en gemaakte baarden weg, en verschynen in de gedaante van frissche Jongelingen; terwyl hun aanvoerder, ondanks de
tegenkantinge der Abtdis, zyne beminde amalia naar het wagtend Rytuig voert, en met hetzelve alle vervolging ontsnelt.
Was de Graaf van schönau gebelgd over het gedrag van zyne Dochter in het Klooster, hy is het niet minder, wanneer hy, uit een vreemd Land, een' eerbiedigen brief van haar ontvangt, met kennisgeeving van haar huwelyk. Zyne onverschilligheid gaat nu, ten haaren opzichte, zoo verre, dat hy den Bode zonder eenig antwoord laat vertrekken; en zonder te onderzoeken, waar zyne Dochter zich bevindt. Het laatste wordt hy niet dan lang naderhand en in den ongelukkigsten toestand gewaar.
De Gravin, ter herstelling haarer gezondheid, benevens de Graaf, zeker Bad zullende bezoeken, ryden zy door een Bosch, in welks midden zy door Roovers aangevallen worden. Deeze aanval is zo woedend, en valt zo ongelukkig