handel is ook door robespierre vervolgd, eene verdervende geest bedreigde geheel Frankryk, en richtte overal verwoestingen aan. Vreemde Volken zenden u hunne voortbrengzelen toe, en vraagen de uwe in de plaats; maar gy verteert alles zelven. Zult gy 'er hen metaalen voor geeven! Welke mynen bezit gy, die daar toe toereikende zyn? Het is de werkzaamheid alleen die een Volk kan in staat stellen het evenwigt in den Koophandel te houden met andere Volkeren. Behoed Frankryk voor het ongeluk van cynsbaar te worden aan andere Volkeren, door de noodzaaklykheid van derzelver voortbrengzelen in geld te moeten betaalen. Geef die kragt aan den Koophandel weder, die door de dwaaling en de onkunde was opgeheven. Verkondig plegtig, dat ieder Burger, die zynen tyd nuttig aan den Landbouw, de Kunsten en Weetenschappen, of in den Koophandel, besteed, geen overlast zal aangedaan, noch, als een verdagt persoon, behandeld worden. Geef aan de Manufacturiers alle die Waaren, welke nu onder het Zegel zyn, te rug; laat de goederen, die naar verschillende plaatzen afgezonden zyn, doch verborgen en opgehouden worden, uit kragte van het besluit, het welk de verbeurtverklaaring gebiedt van alles dat naar oorden die in opstand zyn verzonden wordt, in
omloop brengen. Keer uwe aandagt na Lyons, zet paalen aan de verwoesting der gebouwen; dat de Burgers naar hunne Werkplaatzen wederkeeren. Zy wierden gebooren om te werken, niet om verwoest te worden.’