Grondbeginzels der Hoogere Meetkunde, bevattende de voornaamste Eigenschappen der Kegelsneeden, en van eenige andere Kromme Lynen. Op een zeer gemaklyke en nieuwe wyze beweezen, en tot dienst van eerstbeginnenden opgesteld, door Jacob Floryn, Mathematicus en Examinator der Zee-Officieren, by het Ed. Mog. Coll. ter Adm. op de Maaze, enz. enz. Met Plaaten. Te Rotterdam, by D. Vis, 1794. In gr. 8vo. 322 bl.
Men onderscheidt de Meetkunde gemeenlyk in twee hoofddeelen; namelyk in eene eenvoudige, en in eene meer verhevene, of hoogere, Meetkunde. De eerste bepaalt zich alleen tot de regte lynen, de regtlynige platte vlakken, den cirkel, en de ligchaamelyke ruimten, die door eene vooronderstelde omwenteling van eenige vlakken kunnen voortkomen; de tweede houd zich, op de gelegde gronden, met de beschouwing van alle overige uitgebreidheden bezig; namelyk met de kromme lynen en kromlynige vlakken, als mede de ligchaamen, mede door de omwenteling der laatsten voortgebragt. Deeze laatste Meetkunde is het, welke de wiskunstige floryn in dit Werk voordraagt; volgende daarin de voetstappen van zynen Leermeester steenstra, wiens Grondbeginzelen det eenvoudige Meetkunde te veel, en met te veel lof, bekend zyn, dan dat wy dezelven hier zouden roemen; zynde dit Werk daar een Vervolg op.
Na eene uitgebreide Voorrede, in welke de Autheur bericht geeft van eenige Werken over de Hoogere Meetkunde, in onze taale geschreven, en het nut en de noodzaaklykheid van een volledig zamenstel dier kunste, draagt hy, in het Eerste Boek, in drie Hoofdstukken, 1. de Parabola, of Brandsnede, 2. de Ellips, of het Langrond, en 3. de Hyperbola, of wassende Kegelsnede, voor: gaande het Tweede Boek, dat in agt Hoofdstukken verdeeld is, over de volgende kromme lynen: 1. Over de Conchoide, of Schulptrek van nicomedes, 2. de Cissois, of Klimtrek van diocles, 3. de Quadratrix van dinostrates, waarby die van tchirnshausen, als een Byvoegzel, be-