Vreemdigheden van den vogel Baya, of Indiaanschen Dikbek. Door at'har ali' khan, van Delhi
(Uit de Asiatic Researches.)
De Asiatische Vogel Baya geheeten, of de Indiaansche Dikbek, is wat grooter dan een Mosch, donkergeel van Pluimadie, geel aan kop en pooten, ligtkleurig op de borst, en heeft een kegelvormigen bek, zeer dik, naar evenredigheid van het lichaam. Deeze Vogel maakt haar Nest in de hoogste boomen, met den ingang na beneden, om 't zelve tegen de Roofvogels te beveiligen. Vreemde dingen worden van deezen Vogel verhaald. Men zegt, dat de Baya zyn Nest verlicht, door middel van lichtgeevende Vliegen, welke hy in den nagt vangt, en met natte klei aan de wanden van het Nest vastmaakt. Deeze Vogel kan geleerd worden, om het een of ander kleine voorwerp, dat zyn meester hem aanwyst, op te zoeken. Het is, zo men wil, een door ooggetuigen beweezen geval, dat, indien de Eigenaar, die den Vogel afgerigt heeft, een Ring in een diepe put laat vallen, en hem daar op het teken geeft om denzelven op te zoeken, de Baya met eene verbaazende snelheid na beneden vliegt, en den Ring vat eer dezelve in het water komt, en, met een blykbaar genoegen, by zyn Meester boven brengt. - Een ander voorbeeld van de leerzaamheid deezes Vogels wordt door den Asiatischen Schryver, met veel vertrouwen, verhaald. De jonge Hindoo-Vrouwen te Banares, en op andere plaatzen, draagen duune gouden plaatjes, Ticas geheeten, als een cieraad, even vastgemaakt tusschen de wenkbraauwen. Het gebeurt niet zelden, dat de jonge Minnaars, die zich vermaaken met Bayas op te kweeken, aan dezelve een teken geeven 't welk zy verstaan, en afzenden om deeze Ticas van de voorhoofden hunner Minnaressen af te haalen, en die in zegepraal aan de Minnaars te brengen.