draagen, bleef tot heden in gewoonte. De Schryver van dit kleine stukjen, niet willende beslisschen (zo als in hallo's glücklicher Abend. Th. 2. Z. 183 gedaan wordt) of deeze gewoonte geheel en al diende vernietigd te worden; tracht alleen het lastige kostbaare, drukkende en dikwils ruïneuse, daar van te verbeteren, door het invoeren en draagen van Linten; waar toe hy agt Modellen opgeeft, kunnende onderscheidenlyk als Rouwtekens gedraagen worden, 1. over Echtgenooten, 2. Ouders, 3. Kinderen, 4. Broeders en Zusters, 5. Grootouders, 6. Kleinkinderen, 7. Ooms en Tantes, en 8. over Neeven en Nichten.
‘Het zou (zo als de Schryver wél zegt) noodelooze moeite zyn, breedvoerig voor te stellen, hoe het aanschaffen van Rouwklederen altyd ten uitersten lastig en kostbaar is, en hoe het dikwils gebeurt, dat de Rouw over 't hoosd van een talryk Huisgezin, met wiens afsterven alle middelen van bestaan ophouden, de ondergang van geheel 't Huisgezin naar zich sleept; of ten minsten een zeer gevoeligen slag toebrengt; en dit, - ô wreed en onnatuurlyk bedryf! - dit geschied dan dikwils, zo 't heet, ter Eere van eenen Man of Vader, die alléén tot nut van de zynen leefde, die niets als 't nut van de zynen wenschte, en wiens dood, die hem om de zynen welligt alléén hard viel, zyne overblyvende dierbaare panden te meer moet knellen, dewyl van 't weinige, dat hy kon nalaaten, nog zoo veel, mogelyk alles, aan de allerongerymdste gewoonte moet worden opgeofferd; terwyl daarenboven al het menigvuldig Zwart, dat men steeds voor zich ziet, en met zich torst, de droefheid, die men in waarlyk treurige gevallen (in anderen is het Rouw-draagen enkele ydelheid) zo treffend gevoelt, zo veel mogelyk nog vergroot, en alle verädeming tracht af te weeren.’
Men ziet uit het gestelde, dat het oogmerk van den Uitvinder deezer weinig kostbaare Rouwdragten alzins pryswaardig is; verdienende daarom zyn Plan de goedkeuring van zodanige lieden, zo als wy 'er reeds kennen, die moeds genoeg hebben, om de eerste voorbeelden te geeven, zo in het draagen van zulke, of soortgelyke, eenvoudige Rouwtekenen, als in dezelve door testamentaire dispositiën aan te pryzen. Dat de dankbaare zuchten van diepbedrukte Weduwen en Weezen, hunne zo wel als des Schryvers nutte poogingen, daar voor toegewyd mogen worden, is ook onze wensch!