Verhandelingen van het Bataafsch Genootschap der Proefondervindelyke Wysbegeerte te Rotterdam. Elfde Deel. Eerste Stuk. 1794. In gr. 4to. 143 bl.
Dit Stuk van het Rotterdamsch Genootschap, op welks Letterkundige Voortbrengsels het geleerd Publiek thans al te spaarsaam onthaald wordt, bestaat grootendeels uit Waarneemingen, die tot het vak der Genees- en Heelkunde behooren, en door verschillende Leden aan hetzelve zyn medegedeeld.
De Heer thuessink beschryft de gelukkige geneezing eener Borstwonde, waar alles een' naderenden dood scheen te voorspellen, en de Natuur niettemin op 't onverwachtst eene gunstige uitkomst beschikte. - Dr. van der leeuw geeft eene Waarneeming op van eene Zak-waterzugt, welke zich als een Buik-waterzugt voordeed, benevens daarin bevatte gezwellen, welke, by het openen van het doode lichaam, bevonden werden, van eene vleesch- vetpees- en kraakbeenige zelfstandigheid te zyn. Van den Zak, zo wel als de Gezwellen, worden Afbeeldingen geleverd, die, onzes oordeels, weinig tot opheldering van een geval, het geen buiten dat niet zeer vreemd is, dienende, gemaklyk ontbeerd hadden kunnen worden. - Hierna volgt het bericht van eene verbaazende menigte van Etter, door de Paracenthesis ontlast, uit den buik eener waterzugtige Vrouw, door den Heer l. bicker: jammer in de daad, dat de opening van 't lyk niet werd toegelaaten. - Voorts twaalf Waarneemingen, wegens het gebruik van 't Opium in verstervingen van teenen en voeten; benevens twee Waarneemingen omtrent het nut van dit zelfde middel in Venerische ongemakken, door Dr. robol. De Waarneemingen, aangaande de verstervingen, zyn gedaan door den Heer muller, Heelmeester in 's Lands Zee-Hospitaal te Enkhuisen, en reeds voor verscheidene jaaren, door den Heer du puy, in het Geneesen Vroedkundig Magazyn van de Heeren pruis en nolst, kortlyk medegedeeld. Hier komen dezelve uitvoeriger voor, zonder echter eenig nieuw licht aan eene genoegzaam bekende zaak by te zetten. De twee Waarneemingen van het nut des Opium's zyn door denzelfden Heer muller, en een ander Heelmeester, opgegeeven.
Dan de allerbelangrykste Waarneeming, welke in dee-