Leven en Dood van Casimire, in Leven regeerende Gravin tot Lippe, Geb. Prinses van Anhalt; benevens eenige van haare Brieven. Uit het Hoogduitsch, door J. van Loo, Predikant te Ootmarsum. Te Utrecht, by W. van Yzerworst, 1794. In gr. 8vo. 164 bl.
Dit Stuksken draagt op het Voorhoofd den Titel van het Leven en Dood van casimire; doch men zoude zich zeer bedriegen, wanneer men dagt hier eene volledige beschryving van een of beiden te vinden; het benelst alleen eenige Anecdotes, die met het oogmerk van den Opsteller strookren. De Heer chapon, een Vriend van ewald, geeft van haar eene Lofrede, welke zeker zeer hoog loopt. Men heeft geene rede om aan de Egtheid zynes Verhaals, noch der Brieven, door hem gemeen gemaakt, te twyfelen, en dan is de Gravin tot Lippe gewis een uitmuntende, verstandige en godvruchtige, Dame geweest. Doch sommigen zullen mooglyk denken, dat zulke uitsteekende Ziels- en Verstandsvermogens, onder eenen anderen bestrerer, zonder vermindering van waare Godsvrucht, eene andere en minder Theologisch sentimenteele leiding zouden verkregen hebben. Nochthans kan dit Werkje van veel nut zyn voor verstandige vroome menschen, en tevens doen zien, dat grootheid van stand niet altyd strydig is met welgemeende Godsvreeze Het kan den in rang verhevenen ten voorbeeld, en den minderen ter aanmoediging strekken, om waare grootheid, waarin de Grooten det Aarde met den minsten gelyk staan in de beoefening van naauwgezette deugd na te jaagen. - In haare Brieven ademt alles menschen-liefde, en erkentelyke dankbaarheid voor de liefde van God jegens den mensch. - Men hoore haar, bl. 23.
‘Aanstaanden Zondag denken wy het Avondmaal van onzen hooggepreezen Heiland te genieten. Welke liefde heeft hy ons beweezen! Vrugteloos is alle pooging, om de ondoorgrondelyke liefde van onzen God, op eene, maar eenigzins draaglyke, wyze te stamelen. - Te vergeefsch zou ik ook tragten, slegts een flauwgelykend schaduwbeeld van alles, wat de Goedertierenste aan my gedaan heeft, te tekenen. Wist gy toch al dat onbeschryflyke! - ô Myn geliefde lotte welk een geluk voor ons, dat onze God zo barmhartig is welk een onuitspreeklyk geluk! Hy de Beste, de Allerbeste! Hy de Allervolmaaktste zal ons bystaan, zal ons kragten verleenen, op dat wy hem welbehaaglyker mogen worden! - God, die in de diepten van ons hart ziet, ziet uwen wensch, uwe begeerten naar het waare goed, naar zyne goedkeuring, met welbehagen; - en hy - hy, die niets dan ons hoogst geluk wil, verhoort u zekerlyk, wanneer gy hem om hulpe aanroept. Hy ondersteunt u zekerlyk met zynen Heiligen Geest, wanneer