La Flore des Insectophiles précédée d'un Discours sur l'Utilité des Infectes & de l'Etude de l'Insectologie. Par Jaques Brez. à Utrecht, chez B. Wild & J. Altheer, 324 pag. in gr. 8vo.
Dit Deel, het welk, volgens des Auteurs belofte, door meer andere staat gevolgd te worden, behelst, behalven de Voorafspraak, eene zeer uitvoerige redeneering over de nuttigheid der Insecten en de beoefening van hunne Geschiedenis, waarby gevoegd zyn eenige Noten, voor het grootste gedeelte Uittrekzels uit de Werken van de in dat vak der studien meest beroemde Schryvers; dienende om het nuttig gebruik deezer Dieren te betoogen, tot voedzel, ter voorkennis eener aanstaande verandering van weder en luchtsgesteldheid, tot huisselyk en geneeskundig gebruik, tot verwstoffen, enz. Ten aanzien evenwel van het Geneeskundig gebruik der Scorpioenen, waarvan in de derde Note gezegd word, dat men, volgens het getuigenis van redi, ter zyner tyd, 's jaarlyks wel 400 ℔ tot het bereiden der zogenaamde scorpioenen-oly bezigde, moeten wy aanmerken, dat wy gaarne het getuigenis van dien beroemden Florentynschen Geneesheer willen gelooven; maar dat, in onze dagen, de Geneeskundigen al te wel overtuigd zyn, dat de zo hoog geprezen geneeskragt dier Oly geenzins aan de Scorpioenen, maar wel aan de Oly, en ook aan deeze alleen, kan en moet toegeschreven worden; waarom