De Moerbeziën-boom, Herders Zangspel: door Jan A. Backer. Te Amsteldam by D.M. Langeveld, 1792. 46 bladz. in 8vo.
Alexis en glicerus, de Zoon en Dochter van ergastus en palemon, twee Arcadische Herders, waren reeds eenigen tyd aan elkanderen verloofd, en streelden zich met het denkbeeld hunner aanstaande verbindtenis, toen hunne Vaders met elkanderen in twist geraakten over een' Moerbezienboom, die het eigendom van palemon was, maar welken de gierige ergastus zich toeëigende. De jonge Gelieven ontvingen nu het wreed bevel van elkanderen niet weder te zien, en alle hoop op hun huwelyk scheen verlooren. Maar palemon, door zyn Zoon verbeden, was edelmoedig genoeg, om den boom aan ergastus af te staan, na dat deze echter eerst, door tusschenkomst van thermosiris, den Priester van Pan, het eigendom van palemon op denzelven erkend hadt. De twist was na bygelegd, en de jonge lieden werden vereenigd. 'Er is noch in het plan, noch in de uitvoering, van het Stukje, iets, dat byzondere aanpryzing verdient; en de Schryver begaat dikwyls taalsonten, hoedanige iemand niet begaan moest, die voor het Publiek schryst, en vooral niet, die zich in het vak der schoone Kunsten, of fraaije Letteren, begeeft.