Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1794
(1794)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
[pagina 23]
| |
Onderricht voor de Officieren die zich in den Velddienst zoeken bekwaam te maaken, of doch den Veldtogt met nut bywoonen willen. Door Voorbeelden uit den Zevenjaarigen Oorlog opgehelderd, en met de noodige Plans voorzien, door Johan Gotlieb Tielke, Capitein by de Cheurvorstel. Saxische Artillerie. Naar den vierden veel vermeerderden Druk, uit het Hoogduitsch vertaald, en met de nooaige Byvoegzels vermeerderd. IIde en IIIde Deel. Te Arnhem by J.H. Möeleman, 1791 en 1793. In gr. 8vo., 608 en 136 bl., behalven de Voorrede, en eene menigte Plaaten.Het nut, dat dit onderricht van Kapitein tielke voor mars Aankweekelingen kan hebben, is door ons, by de beöordeeling van het Eerste Deel dezer Vertaalinge, reeds gemeldGa naar voetnoot(*). Had de Schryver, in dat Deel, de verrichtingen van den Veld-Ingenieur doen kennen; hy deelt nu, in het Tweede, XIX Byvoegzels tot dezelve mede, die alle hunne betrekking tot het verhandelde hebben, en het eens geleerde duidelyk maaken. Het Derde Deel handelt over het opneemen en vervaardigen van Militaire Plans; beschryvende, in XXIX Hoofdstukken, het vervaardigen der Maatstok; het opneemen met behulp van Landkaarten, en zonder dezelven; als mede door middel van een Compas, en nog een ander Instrument. Het opneemen naar Mans- en Paardenschreden; als mede van Legers, Rivieren, Bosschen, Gehugten, Steden, Dorpen, enz.; het maaken van een Plan van een Bataille; het legeren en verschansen. En eindelyk alles wat tot het maaken, versieren, verven en couleuren, van Plans, en derzelver opplakking, behoort; wordende het geheele Werk door een Tafel der verschillende voetmaaten, naar de Parysche en Rhynlandsche verdeeling geschikt, gesloten. Proeven te geeven uit een Werk van deezen aart, zou aan het algemeen weinig voldoen, als hebbende maar weinigen van onze Leezers belang by het kunstmaatige van den Krygsdienst. Dan, daar de Schryver hier en daar eenige verhaalen, of zogenaamde Anecdoten, heeft ingevlogten, die ook voor Lieden, die geene Officieren zyn, eenig vermaak kunnen aanbrengen, door dezelve | |
[pagina 24]
| |
te overweegen, neemen wy een enkel staaltje, uit het zestiende Byvoegzel, over; zynde de aantooning eener schoone manaeuvre van een Fransch Officier, welke, door zyn verstandig gedrag, met 400 man, een zeer inportante post, tegens een Armee van 40 tot 50,000 man, bewaarde, die de Vyand anders, zonder zwaarigheid, zou hebben kunnen inneemen. ‘Deeze Officier stond, in 1708, geduurende den Italiaanschen Oorlog, op de Hoogte van een Berg, die het Dal van Oulx van dat van Paragelos scheidt. Hy kwam daar op aan om deeze Hoogte te bewaaren, en de Fransche Armee, die veel verder daar van daan was dan de Keizerlyke, tyd te geeven om daar zelve te kunnen komen. Hy liet ten dien einde, tegen den nacht, 5 of 6 vuuren op de Hoogte, ongeveer 100 schreden van elkanderen, maaken, zo dat men in het vyandelyke Leger dezelve zien konde. Hier na liet hy, den geheelen nagt dóór, zyne 400 man voorby de vuuren, naar de vyandelyke zyde, zodanig heen marcheeren, dat zy altyd agter het vuur in de schaduw weêr te rug kwamen; en liet zulks 10 tot 12 maalen herhaalen; zo dat de Vyand niet twyfelde, of een groot Corps van de Armee had reeds deeze Hoogte ingenomen. In deeze overtuiging stelde de Vyand zyne verdere beweeging uit, en de Marechal van villars bekwam daar door tyd aldaar aan te komen; waar door de Vyand nu niet alleen gehinderd wierd om in het Dal van Paragelos voort te rukken, maar ook eene geheel andere positie neemen moest.’ Onder de Hulpmiddelen, door den Schryver opgegeeven, om afstanden en wegen te meeten, hebben wy den Schredewyzer niet gevonden, welke nicolai, in zyne Reizen door Duitschland, gebruikte, en zo sterk aanpryst: welligt zou die Wyzer van veel nut in de Krygskunde kunnen zyn, om dat men 'er het tellen der schreden meer wiskunstig door doet. Het spyt ons, verscheidene Taalfeilen, vooral in den eersten Naamval, in dit Werk aangetroffen te hebben. Schoon wy gaerne willen gelooven, dat veele Leezers van hetzelve dit niet merken zullen, had men het voor de keurigen toch gemakkelyk kunnen voorkomen. Papier en Letter zyn evenredig met zulk eene keurige uitvoering: die intusschen van een Officier niet te vergen is; maar die sommige Spraakkundigen nog al gaerne op zich neemen. |
|