Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1791
(1791)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
[pagina 614]
| |
Berigt van het landverblyf en huislyk leeven des grooten generaals George Washington, en zyn verlaaten van 't zelve om het voorzitterschap der Vereenigde Staaten van America te bekleeden.‘De Heer brissot, door de Vereenigde Staaten van America reizende, geeft van het Landverblyf van den Americaanschen cincinnatus, den Generaal washington, en diens Huislyk leven, 't volgend merkwaardig berigt; 't welk blykt geschreeven te zyn vóór dat die onvergelyklyk groote Man, tot het Voorzitterschap verkoozen werd by de Staaten, die, aan zyn beleid en dapperheid, eene lang betwiste Onafhangelykheid, grootendeels, hebben dank te weeten. Dit zal, gepaard met een berigt van zyn overgang uit het Land- tot het Staatsmans leeven, geen onbehaagelyk stukje, zo wy vertrouwen, voor onze Leezers uitmaaken.’
* * * *
Op het oogenblik dat ik te Alexandria kwam, brandde ik van ongeduld om na Mount Vernon, het schoone Landverblyf des Generaals washington, twaalf mylen laager de Rivier as gelegen, te trekken. Derwaards reizende gaat men door veel bosch; en twee hoogten overgetrokken zynde, ontdekt men het Huis, 't welk fraai is, schoon eenvoudig en bevallig van ligging. Voor 't zelve ontmoet men een nette laan; aan de eene zyde zyn Stallingen voor de Paarden en 't Vee; aan de andere zyde een Oranjerie, en Gebouwen, waarin de Negers werken. Op een soort van voorplein wordt veelerlei Gevogelte gehouden. Het Huis ziet op de Rivier Potowmac, en heeft een allerheerlykst uitzigt. Aan den kant na die Rivier heeft het een breeden en hoogen overwelfden gang. Het Huis is wel aangelegd en vol gemakken: en van buiten bedekt met eene soort van vernis, 't welk het Gebouw bykan, ondoordringbaar voor den regen maakt. 't Was avond wanneer de Generaal washington t'huis kwam, vermoeid van een reis door zyne Landgoederen, waar hy een nieuwen weg aanlag. Menigmaal heeft men hem by cincinnatus vergeleeken, en die vergelyking is | |
[pagina 615]
| |
zeer juist. De Wereldwyd-beroemde Veldheer is tegenwoordig niet meer dan een Landbouwer, steeds bezig met het bestuur van zyn Landgoed, met het verbeteren zyner Gronden, en het bouwen van Schuuren. Hy toonde my een nog onvoltooide, een groot gevaarte, omtrent honderd voeten lang en nog meer voeten breed, geschikt om Koorn en andere Veldgewassen te bergen. Rondsom dezelve zyn Stallen voor 't Vee, Paarden, en Ezels; de voortzetting van welk laatst geslacht, in dit Land onbekend, hy tragt te bevorderen. Het plan des Gebouws is met zo veel oordeels ontworpen, dat een man, zonder eenig gevaar, de Ruiven in korten tyd met Hooi en ander leevensonderhoud voor de Beesten kan vullen. - De Generaal verhaalde my dit gebouwd te hebben, naar een ontwerp, hem overgezonden door den beroemden Engelschen Landbouwer arthur young; doch waarin hy verscheide veranderingen gemaakt had. Het Gebouw is van gebakken steen, daar vervaardigd, en elk gedeelte van 't zelve, uitgezonderd de dakspanten en dekdeelen, welke hy, uit gebrek aan tyd, hadt moeten koopen, was op zyn eigen Landgoederen gegroeid. Het kostte hem niet boven de drie honderd Ponden. In Frankryk zou het meer dan 80,000 Livres [3,333 Ponden] gekost hebben. Het vervaardigen van zulke voorraadplaatzen was wat nieuws in Virginie. Zyne Paarden, Ezels en Muilezels weidden in de omliggende velden. Hy berigtte ons ten oogmerke te hebben, om in zyn Land een voorbeeld te geeven van kunstweidlanden, zo zeldzaam in 't zelve, en nogthans zo noodzaaklyk: dewyl het Vee dikwyls in den Winter gebrek aan voeder heeft. - Hy hadt een schoone Paarden-Stoetery, 't welk het ras van goede Paarden in 't land kan doen in stand blyven, en toonde ons twee fyne Ezels, van Malta en Spanje afkomstig. Zyn drie honderd Negers leefden in houten-huizen, verstrooid over zyn Landgoed, 't welk hier omtrent tien duizend Acres beslaat. - De Colonel humpreys, die by hem als Secretaris woont, verzekerde my, dat washington's Landgoederen, op onderscheide plaatzen gelegen, meer dan tweemaal honderd duizend Acres bedraagen. - De Generaal hadt uit Engeland een door en door kundig Landbouwer met diens Huisgezin laaten overkomen, en deezen aan 't hoofd der verrigtingen des Landbouws gesteld. | |
[pagina 616]
| |
Alles in het Huis van washington is eenvoudig. - Zyne Tafel was wel voorzien; doch zonder iets dat naar pragt geleek. Mevrouw washington houdt het oog op alles, wat het Huishouden betreft, geslagen, en voegt, by de hoedanigheden van eene uitsteekende Landman's Vrouwe, die eenvoudige deftigheid, welke past aan eene Vrouwe, wier Egtgenoot den hoogsten stand bekleed heeft. Met dit alles paart zy die zagtaartigheid en oplettenheid voor vreemdelingen, welke Gastvryheid zo aangenaam maakt. Dezelfde hoedanigheden bezit haare beminnelyke Nigt, wier gezondheid, ongelukkig, zeer wankel is. Gy hebt gehoord dat ik den Heer chastillux berispte, dat hy te veel vernufts betoond hadt in het Portrait van dien Generaal gegeeven. Een gekunsteld Portrait van een ongekunsteld Man loopt geheel buiten het character. De goedhartigheid des Generaals straalt uit zyne oogen. Zy hebben niet langer dat vuur, 't welk zyne Officieren daarin bespeurden, toen hy aan de spitze zyns Legers stondt; doch onder het onderhoud klaaren zy op. In 's Mans gelaad zyn geene sterk spreekende trekken, te welker oorzaake het moeilyk valt hem te treffen: waarom ook weinige der van hem gemaakte Afbeeldzels gelyken. - Alle zyne antwoorden ontdekken Gezond Verstand, eene uitsteekende maate van Voorzigtigheid, en een groot Wantrouwen op zich zelven; doch teffens eene onveranderlyke Standvastigheid, als hy eenmaal eene zyde gekoozen heeft. Zyne Zedigheid kan niet nalaaten eenen Fransman hoogst te verwonderen. Hy spreekt van den Americaanschen Oorlog als of hy 'er het beleid niet over gevoerd hebbe; en van zyne Overwinningen, met eene bedaardheid, waar mede geen vreemdeling dezelve kan vermelden. Ik zag hem nimmer in drift gloeijen, of afwyken van die Bedaardheid hem zo natuurlyk eigen, dan wanneer hy zich over den tegenwoordigen toestand van America uitliet. De verdeeldheden, welke [toen] in zyn Vaderland plaats, greepen verscheurden zyne Ziel. Hy voelt de noodzaaklykheid om alle de Vrienden der Vryheid rondsom een middelpunt zamen te brengen, en om klem aan het Staatsbestuur by te zetten. Nog is hy gereed om die rust, welke zyn Geluk uitmaakt, aan zyn Vaderland op te offeren. ‘Geluk,’ zeide hy onder anderen tegen my, ‘Geluk bestaat niet in Grootheid, en is in het gewoel des Leevens niet te zoeken!’ Deeze Wysgeer was dermaate doordrongen van de waarheid dier stellinge, dat hy, van het oogenblik dat hy zich | |
[pagina 617]
| |
het gewoel der Wereld op zyne Landgoederen onttrok, alle Staatkundige verbintenissen afbrak, en afstand deedt van alle Bedieningen in het Staatsbestuur. Nogthans, ondanks zulk een Afstand, zulk eene Belangloosheid, zulk eene Nederigheid, heeft deeze hoogst bewonderenswaardige Man, Vyanden! Men heeft hem, in de Nieuwspapieren, schandvlekken zoeken aan te wryven; hem beschuldigd van Staatzugt, van snoode Bedoelingen; terwyl zyn geheele Leeven, terwyl gansch America, kan getuigen van zyne Belangloosheid en de Regtheid zyns gedrags. Virginia is misschien het éénig Landschap, waarin hy Vyanden heeft; want nergens, buiten 't zelve, heb ik zyn Naam anders dan met diep Ontzag hooren noemen, gemengd met Toegenegenheid en Dankërkentenisse. Gy zoudt u verbeelden, dat de Americaanen van hunnen Vader spraken. - Het zou misschien geheel verkeerd weezen washington met de vermaardste Oorlogshelden te vergelyken; maar hy is het Toonbeeld van eenen Gemeenebestgezinden; hy bezit 'er alle hoedanigheden, alle deugden, van. Washington sprak met my van den Heer la faijette, met tederheid. Hy merkte hem aan als zyn Zoon; hy zag met vreugde, schoon gemengd met kommer, welk een rol deeze Heer stondt te speelen in de Omwenteling toen in Frankryk beginnende. - Over den uitslag dier Omwenteling hadt hy zyne twyfelingen. Hy kende, aan den eenen kant, de drift der Franschen om in uitersten te loopen; hy kende, aan den anderen kant, hunne verregaande zugt voor hun oude Ryksbestuur en Monarchy: dat men deeze ongeschonden zou kunnen laaten, en eene Omwenteling daar stellen, dagt hem belachlyk. Naa omtrent drie dagen ten huize van dien beroemden Man doorgebragt te hebben, die my met beleefdheden overlaadde, en my veel onderregtings gaf, zo ten opzigte van den jongst gevoerden Oorlog als den tegenwoordigen Toestand der Vereenigde Staaten van America, keerde ik, met wederzin, na Alexandria. Dus verre de Heer brissot. - Met welk een oog de Inwoonders dier Landstreeke, waar deeze Heer dien Vader zyns Vaderlands aantrof, zyn vertrek aanschouwde, toen hy het Landverblyf verliet om het Voorzitterschap te bekleeden by de Vereenigde Staaten van America, blykt uit het Vertoog, waar mede de Inwoonders van Alexandria | |
[pagina 618]
| |
hem, te dier gelegenheid, aanspraken. 't Zelve is van deezen korten, maar treffenden, inhoud. ‘Myn Heer! Wederom vordert het Vaderland uwe zorg, gehoorzaam aan deszelfs wenschen, niet bedugt op uw eigen rust en gemak, zien wy u andermaal gereed om hèt gezegend Landleeven vaarwel te zeggen; en dit in een tydperk des leevens, wanneer de stem der Natuure zelve eene voorkeuze van rust schynt te wettigen. Niet om uwen roem als een Krygsheld te verheffen - niet om onzen dank uit te storten voor uwe gedaane Diensten - niet om de regtmaatigheid te erkennen van de onvoorbeeldlyke Eer, U opgedraagen door de vrywillige en algemeene stem van drie millioenen vrye Lieden, in uwe verkiezing tot de eerste post in 't Staatsbestuur - niet om de Vaderlandsliefde, welke uw gedrag ter regelmaat strekt, te bewonderen - vervoegen zich uwe Buuren en Vrienden tot U. - Aanspooringen, min schitterend, maar tederder, dryven ons aan. - De eerste en beste der Burgeren moet ons verlaaten! Ouden moeten hun Cieraad! onze Jeugd haar Voorbeeld! onze Landbouw zyn Verbeteraar! onze Handel zyn Vriend! onze opkomende Academie haaren Beschermer! onze Armen hunnen Weldoener! en binnenlandsche Vaart op de Potomac, (eene zaak vol van de uitgestrektste nuttigheid, en reeds door uwe onvermoeide poogingen deels in trein gebragt,) haar Invoerder en Bevorderaar! verliezen. Vaar wel!... Gaa... en maak een groot Volk gelukkig - een Volk, 't geen dubbel dankbaar zal weezen, als het deeze nieuwe opoffering voor deszelfs belangen beschouwt! Aan dat Weezen, 't welk, naar zynen wil, vast en los maakt, beveelen wy U. Mogt het, naa de volvoering van de allergewigtigste bezigheid, waar toe gy wordt opgeroepen, ons den besten der Mannen, den meest bemindsten Medeburger, wedergeeven!’ Op deeze Aanspraak door den Heer dennis ramsay, Major, uit naam der Ingezetenen van Alexandria gedaan, en overgeleverd op den zestienden van Grasmaand des Jaars MDCCLXXXIX, gaf de Heer washington 't volgend nadruklyk, en hem zo zeer kenschetzend, Antwoord. ‘Schoon ik het niet behoef te verbergen, kan ik nogthans niet beschryven, welke smertlyke gewaarwordin- | |
[pagina 619]
| |
gen ik gevoelde toen ik gedrongen werd eene keuze te doen, om het Voorzitterschap in de Vereenigde Staaten aan te neemen, of van de hand te wyzen. De eenpaarigheid der Verkiezing, het Gevoelen myner Vrienden, my uit verscheide Oorden van Europa, zo wel als uit America, medegedeeld; de blykbaare wensch der zodanigen, die niet geheel voldaan waren over de Staatsgesteltenisse in de tegenwoordige gedaante, en de brandende Begeerte van myn kant, om een Werktuig te mogen weezen tot het bevorderen van de goedwilligheid myner Landsgenooten jegens elkander - hebben my tot het aanvaarden van die post overgehaald. Zy die my best kennen, (en gy, myne Medeburgers! gy behoort, uit hoofde van uwen stand, tot dat getal,) weeten beter dan iemand anders, dat myne zugt tot een afgezonderd Leeven zo groot is, dat geen tydlyk belang buiten eene overtuiging van Pligt, my zou hebben kunnen beweegen om afstand te doen van myn eens genomen besluit, om nimmer eenig deel te neemen in het bestuur van Staatszaaken! Want welke mogelyke voordeelen kan ik in myne jaaren, en in myne omstandigheden, my voorstellen, om my weder te begeeven op den ongestuimen en wisselvalligen Oceaan des openbaaren Leevens! - Ik voel geene noodzaaklykheid om openlyke verklaaringen te doen te uwer overtuiging, myne Heeren! van myne verknogtheid aan u, en deelneeming in uwe belangen. Het geheele beloop myns leevens ligt voor uwe oogen bloot, en myne voorgaande Daaden moeten, veeleer dan myne tegenwoordige Betuigingen, tot waarborg van myn Gedrag in het toekomende strekken. Intusschen bedank ik u op 't hartlykst voor de betuigingen in uwe Afscheids-Aanspraak. - 't Is waar, juist naa dat ik vaarwel gezegd heb aan myne Huislyke Betrekkingen, is deeze tedere proeve van uwe Vriendschap maar al te zeer geschikt, om myne aandoeningen op nieuw en sterker te roeren, en myn leedweezen over het verlaaten der genietingen des Amptloozen Leevens te vergrooten. Niets blyft 'er voor my over, dan my zelven en u aan te beveelen aan de Bescherming van dat Goedgunstig Weezen, 't geen ons, in eene voorige gelegenheid, gelukkig weder zamen bragt, naa eene lange en droeve scheiding. - Misschien zal die zelsde goede Voor- | |
[pagina 620]
| |
zienigheid ons hetzelfde hartroerend geluk weder schenken. Maar - myne Medeburgers! - woorden ontbreeken my. Onuitspreekbaare aandoeningen moeten overgelaaten worden aan een meer beduidend stilzwygen: terwyl ik u, met een van leedweezen kloppend hart, u allen, myne genegene Vrienden, en goede Nabuuren, Vaarwel! - zegGa naar voetnoot(*)’. In de woorden en daaden van groote Mannen doet zich eene verrukkende eenpaarigheid op; laaten wy, ter bevestiging hiervan, het oog slaan op washington, daar hy den grooten stap deedt tegen welken hy met zo veel zorgs hadt opgezien. De vereerende staatlykheden, die zyne Inhuldiging tot Voorzitter te New-York vergezelden, de Godsdienstverrigtingen en Vreugdebetooningen te dier gelegenheid, zyn uit de Dagpapieren van dien tyd bekend; als mede, dat hy, in dit geval, even als in voorgaande, weigerde eenige geldbelooning voor zyne diensten, den Vaderlande beweezen, te ontvangen: en schoon zyne Aanspraak, toen gedaan, ook bekender moge weezen, dan het Afscheid der Burgeren van Alexandria, en zyn Antwoord daarop hier boven opgegeeven, kunnen wy niet nalaaten dezelve hier te plaatzen, als zeer characterschetzend en vol van die edele gevoelens, welker herhaaling en insçherping niet te wraaken is. Hoort den Godsdienstigen Staatsman, en weest overtuigd dat Staatkunde met Godsdienst, met Braafheid, bestaan kan - dat dezelve anders dien naam niet mag voeren; maar met eenigen anderen, en den slegtsten dien men met mogelykheid bedenken kan, mag bestempeld worden......
Medeleden van den Raad! en van het Huis der Volksvertegenwoordigers!
‘Onder de Lotgevallen in dit wisselbeurtig leeven, kon geene gebeurtenis my met grooter kommer vervullen, dan die, waarvan, op uw bevel, de bekendmaaking my werd toegezonden, en welke ik ontving op den veertienden van deeze MaandGa naar voetnoot(†). Aan den eenen kant, word ik opgeroepen door myn | |
[pagina 621]
| |
Vaderland, welks stem ik nooit dan met eerbied en liefde kan hooren, uit een verblyf, 't geen ik met de hartlykste voorkeuze gekoozen had, met de streelende hoope en het onveranderlyk besluit, dat het my ter vryplaats zou strekken in myne afneemende Jaaren, een verblyf, 't welk my elken dag zo wel noodzaaklyker als dierbaarder geworden was, daar zich hebbelykheid by neiging voegde, en, uit hoofde van de veelvuldige zwakheden ten opzigte van den staat myner Gezondheid. - Aan den anderen kant, kan de grootheid en moeilykheid van de Post, tot welke de stem myns Vaderlands my riep, genoegzaam zynde om den wyssten en ervaarendsten van deszelfs Burgeren op te wekken tot een onderzoek vol wantrouwen aan zyne bekwaamheden, niet missen, kleinmoedigheid te doen gebooren worden by eenen, die, met mindere gaven van de Natuur bedeeld, en onbedreeven in de Pligten van Burgerlyk bestuur, byzonder bewust moest weezen van zyne eigene gebreklykheden. In deezen stryd van aandoeningen is alles wat ik durf erkennen, dat ik my getrouw bevlytigd heb myn pligt op te maaken, uit eene juiste waardeering van elke omstandigheid, die 'er op kon werken. Alles, wat ik durf hoopen, is, dat, indien ik in het volvoeren van deeze taak des zelfonderzoeks, my te veel heb laaten vervoeren door eene dankbaare herinnering van vroegere voorvallen, of door een te verregaande gevoeligheid voor deeze alles overtreffende proef van het vertrouwen myner Medeburgeren: en heb ik te deezer oorzaake al te weinig myne onbekwaamheid overwogen, zo wel als de ongezindheid tot de gewigtige en onbeproefde zorgen, welke my thans wagten, myne dwaaling zal verschoond worden door de beweegredenen, welke my misleidden, en de gevolgen daarvan zullen beoordeeld worden door myn Vaderland, met eenig inmengzel van die partydigheid, uit welke zy eerst voortsprooten. Deeze de indrukzels zynde, onder welke ik, in gehoorzaaming van het openbaar opontbod, tot de tegenwoordige Post toetreed, zou het hoogst onvoegelyk weezen, indien ik, by dit eerste bedryf myner Bedieninge, naliet myne vuurige Gebeden op te zenden tot dat Almagtig Weezen, 't welk het groot Heeläl regeert, dat in de Raadsvergaderingen der Volken voorzit, en | |
[pagina 622]
| |
welks Voorzienigheid allen menschlyk gebrek kan vervullen, ten einde zyn zegen aan de Vryheid en het Geluk des Volks van de Vereenigde Staaten, een Staatsbestuur heilige, door hun zelven ingesteld ter bereiking van deeze gewigtige oogmerken; en elk Werktuig, in het bestuur gebruikt, in staat stelle, om, met een gewenschten uitslag, de zaaken, tot zyn Post behoorende, te volvoeren. In het toebrengen van deeze hulde aan den Grooten Veroorzaaker van allen gemeen en byzonder welzyn, hou ik my verzekerd, dat ik niet minder uwe gevoelens dan de myne uitdruk; en zo wel, die myner Medeburgeren in 't algemeen, als van ieder onzer in 't byzonder. - Geen Volk kan meer dan het Volk der Vereenigde Staaten verbonden zyn, om de onzigtbaare hand, die alle zaaken der Menschen bestuurt, te erkennen en te aanbidden. Elke stap, door welken zy gevorderd zyn tot het character van een Onafhanglyk Volk, schynt gemerktekend door eenig blyk van de werking der Voorzienigheid. En in de gewigtige Omwenteling, voltrokken door het stelzel van hun vereenigd Staatsbestuur, kunnen de bedaarde raadpleegingen, en vrywillige toestemmingen, van zo veele onderscheiden Gemeenschappen, uit welke die gebeurtenis gebooren werd, niet vergeleeken worden met de middelen, waardoor men de meeste Staaten grondvestte, zonder dat in ons opkome eene Godvrugtige Dankbaarheid, gepaard met nederig vooruitzigt op de toekomende zegeningen, welke de genootene schynen te voorspellen. - Deeze bedenkingen, hervoortkomende uit den tegenwoordigen stand der zaaken, dringen te sterk op myn gemoed om te onder gehouden te worden. Gy zult u, vertrouw ik, met my willen vereenigen, in te denken, dat 'er geene zyn, onder welker invloed de stappen van een nieuw en vry Staatsbestuur, met meer gerustheids, kunnen begonnen worden. By het Artykel over het Uitvoerend Departement is den Voorzitter, als een Pligt, opgelegd, aan uwe overweeging aan te beveelen zodanige Maatregelen als hy noodig en nuttig zal oordeelen. De omstandigheden, in welken ik u aantref, zullen my ontstaan van in dit onderwerp verder te treeden, dan u te wyzen tot het Groot Constitutionaal Charter, waaronder gy vergaderd zyt, en 't welk, door uwe magt te bepaalen, de voorwerpen aanwyst, op | |
[pagina 623]
| |
welke uwe aandagt zich moet vestigen. 't Zal voegelyker weezen aan deeze omstandigheden, en zamenstemmender met de gevoelens, die my bezielen, om, in plaats eener aanpryzinge van byzondere maatregelen, te stellen de schatting, welke men verschuldigd is aan de Bekwaamheden, de Braafheid en de Vaderlandsliefde, welke de Charters vercieren van hun, die gekoozen zyn om ze te beraamen en aan te neemen. In deeze loflyke hoedanigheden beschouw ik de zekerste waarborgen, dat, gelyk, aan den eenen kant, geene plaatslyke vooroordeelen of verbintenissen, geen byzondere oogmerken, geen partyschappen, het veel beziend en billyk oog, welk moet waaken over deeze groote verzameling van Gemeenschappen en Belangen, zullen misleiden; zo ook, aan den anderen kant, de grondslagen van ons Volksbestuur zullen rusten op de zuivere en onwankelbaare beginzelen van Zedekunde; en dat de uitsteekendheid onzer vrye Regeeringe zal schitteren door alle de hoedanigheden, die de genegenheden der Burgeren kunnen trekken, en eerbiedenis van de Wereld afvorderen. Ik staaroog op dit vooruitzigt met al die voldoening, welke eene vuurige liefde tot myn Vaderland my kan inboezemen; naardemaal 'er geene waarheid op vaster grondslag steunt, dan dat 'er in de huishouding en loop der natuure eene onlosmaaklyke band bestaat tusschen Geluk en Deugd; tusschen Pligt en Voordeel; tusschen de waare Grondregelen van eene eerlyke en grootmoedige Staatkunde, en weezenlyke belooningen van algemeene Welvaart en Geluk. Dewyl wy ons niet min moeten verzekerd houden, dat het gunstig nederzien des Hemels nooit verwagt kan worden door een Volk, 't welk de eeuwige regelen van orde en regt versmaadt, welke de Hemel zelve vastgesteld heeft; en dewyl het bewaaren van het heilig Vuur der Vryheid, en de bestemming om een voorbeeld eener Gemeenebest-Regeering te geeven, aan de handen des Americaanschen Volks is toevertrouwd; hiervan zal het eene volkomene, en misschien beslissende, Proeve kunnen geeven. Behalven de gewoone voorwerpen, uwer zorge aanbevolen, zal aan uw oordeel staan te beslissen, in hoe verre een gebruik van de opgedraagene magt by het vyfde Artykel der Constitutie voegelyk is in de tegenwoordige tydsgelegenheid, door den aart der tegenwerpingen tegen het | |
[pagina 624]
| |
stelzel ingebragt, of door de maate van ongerustheid, die dezelve heeft doen gebooren worden. In stede van my te vermeeten, byzondere raadgeevingen daar omtrent in 't midden te brengen, in welke ik het geleide zou missen van het licht ontleend van voorkomende ingebragte bedenkingen, zal ik my wederom geheel verlaaten op uw oordeel, en tragten na het algemeene welweezen: want ik hou my verzekerd, dat, terwyl gy zorgvuldig zult vermyden alle verandering, welke de zegeningen van vereenigd en daadlyk bestuur kunnen in gevaar brengen, of die de aanstaande lessen der ondervinding behooren af te wagten; een eerbied voor de onderscheidende Regten van Vrye Lieden, en een agt geeven op de openbaare eensgezindheid zal genoegzaamen invloed hebben op uwe raadpleegingen, over de vraag: hoe verre de eerste meer onwankelbaar bevestigd, en de laatste veilig en met voordeel bevorderd, worde. By al het aangevoerde heb ik nog ééne Aanmerking te voegen, die allereigenaartigst in het Huis der Volksvertegenwoordigeren voegt. Deeze Aanmerking betreft my zelven, en daarom zal ik ze zo kort mogelyk voordraagen. Toen ik my de eerste keer vereerd vond met het verzoek om myn Vaderland te dienen, ten tyde van den hachlyken stryd voor deszelfs Vryheid, vorderde het licht, waarin ik myne pligtsbetragting beschouwde, dat ik afstand deed van alle Geldbelooning. Van dit besluit ben ik in geen geval afgeweeken. Nog onder dezelfde indrukken staande, die dit besluit veroorzaakten, moet ik, als my niet voegende, van de hand wyzen, allen aandeel in de persoonlyke baaten, die vastgesteld mogen weezen als eene volduurende belooning voor het Uitvoerend Departement; en moet, gevolglyk, verzoeken, dat de Geldbelooning voor de Post, welke ik bekleed, geduurende den tyd dat ik 'er in blyve, mag bepaald zyn tot zodanige daadlyke kosten, als men oordeelt dat het algemeen welweezen vordert. In deezer voege u myne gevoelens opengelegd hebbende, gelyk ze by my opkwamen, ter gelegenheid, die ons zamen deedt vergaderen, zal ik thans myn asscheid neemen; doch niet zonder my nogmaals te vervoegen tot den Algoeden Vader des Menschdoms, met nederige smeeking, dat, naardemaal het Hem behaagd hebbe het Volk van America te begunstigen met de gelegenheid | |
[pagina 625]
| |
om in volkomen rust te raadpleegen, en met neigingen om in eene onvoorbeeldelyke eensgezindheid bepaalingen te maaken over eene Regeeringsvorm, tot meerder zekerheid van hunne vereeniging en bevordering van hun Geluk, zo ook zyn Godlyke Zegen even zigtbaar moge doorstraalen, in de wyder strekkende uitzigten, de bedaarde raadpleegingen en de verstandige maatregelen, van welke het welgelukken deezes Landbestuurs moet afhangenGa naar voetnoot(*)’. |
|