Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1791
(1791)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
[pagina 595]
| |
Eenige byzondere waarneemingen en proeven omirent de kinderziekteGa naar voetnoot(*), door C.J.R. Scheidler, Chirurgyn Major by 't eerste Battaillon van het Regiment van den Heere Colonel Bar. des Villates.Niettegenstaande de zoo opmerkelyke Verhandeling van wylen den Zeer Geleerden Heer j.j. van den bosch thans het licht ziet, en algemeen gemaakt is; zoo hebbe ik gedagt den oordeelkundigen Leezer, en voornaamlyk den Konstoefenaaren, geen ondienst te doen, van eenige byzondere Waarneemingen omtrent de Kinderziekte mede te deelen; in welke eene reeds voor lang bekende, maar myns weetens nooit in diervoegen aangewende, Behandeling, in zekere tydsomstandigheden voorkomt. Eenigen tyd geleeden, las ik will. alexander's Geneeskundige Proeven en Waarneemingen, en vond in de vierde en volgende Waarneeming, over de zweetdryvende Middelen, dat Zyn Edele op 't gebruik van verscheide daar toe dienstige Middelen, aan geen zweeten konde komen, eindelyk resolveerde om een groot stuk Flenny in kookend water te zoppen, en uitgewrongen (zoo warm als hy het verdraagen konde) om beide de Beenen te leggen; waarop, in minder dan vyf minuuten, na deeze stooving, het zweet over het geheele Lichaam uitbrak, en kort daar op zeer sterk wierd. Deeze Waarneeming heeft myne oplettendheid gaande gemaakt; ik dagt van dezelve den een of anderen tyd gebruik te maaken, en wel voornaamlyk in het 3de tydperk van de Pokken (vermits ik in de kwaadaartige Epidemie, in de Jaa- | |
[pagina 596]
| |
ren 1788 en 1789, te Schoonhoven, de meeste zag sterven; als wanneer dezelve in zweering moeten overgaan, of reeds suppureeren.) En vermits door het niet opkomen der Pokpuisten, of door het terugslaan der Pokstoffe, de grootste slagting onder het Menschdom tot dus verre plaats heeft gehad; zoo heb ik gedagt, misschien is het mooglyk, dat door het aanwenden van dit Middel (dat in zekeren opzigte een Bad is) het welk eene ontspannende en verweekende, dus den wederstand der huid wegneemende, en door de Flenny teffens eene zagt prikkelende kragt heeft, de Pokstoffe na de Peripherie van 't lichaam te lokkenGa naar voetnoot(*). Omtrent zes maanden geleeden, vond ik eene gelegenheid om eene Proeve van dit Middel te maaken. Eerste Proeve. Een jong Heer ruim zestien Jaaren oud, lag aan de Varioloe confluentes (of zamenvloeiende Pokken) ziek, en vermits Zyn Ed., van zyne Jeugd af aan, Scrophuleuse humeuren had, was men voor een kwaaden uitslag bedugt; des niet tegenstaande, zoo ging alles tot den 11den dag, na de uitbotting, taamlyk wel, uitgenomen, dat de Pokpuisten (behalven in het aangezicht en den hals) met eene klaare wateragtige stoffe aangevuld waren, maar verre de meesten waren ledig, en het hoofd beneffens de Extremiteiten sterk gezwollen; tegens den avond van dien dag was de koorts zeer sterk, en de Heer Lyder bragt den nagt onder een afwisselend Delirium door; den volgenden dag had de Patient van tyd tot tyd Convulsien, de | |
[pagina 597]
| |
zwelling der leden en van 't hoofd was veel minder, het vleesch der armen en beenen was zeer slap en slets in 't aanvoelen, de reuk uit den mond en van 't geheele lichaam was zeer cadavereus, de tong droog en styf, de pols klein, irregulier, snel en hard, en boven dien vertoonde zig reeds een Stertor of rochelen op de borst. In dit hoopeloos tydstip, hoewel de Heer Lyder met alle mooglyke oplettendheid en kunde, volgens alle regelen der Geneeskunde tot dus verre behandeld was geworden; zoo vond men, volgens myne raadgeeving, goed, om een kan Water met even zoo veel zoete Melk te kooken, en eenige ellen Flenny, daarin gezopt en uitgewrongen zynde, dezelve den Patient (zoo warm als Z. Ed. het verdraagen kon) om het lyf en beenen te slaan. Deeze stooving wierd om 't uur van nieuws warm opgelegd. Na verloop van drie uuren, vond men den Patient beter, en binnen den tyd van twaalf uuren, waren de Pustulae met Etter aangevuld, de tong vogtig, de Heer Lyder zeer present, en de zwelling der Extremiteiten was hersteld. Men continueerde den nagt en volgenden dag nog met de fomentatie, en door eene gepaste behandeling met den Camphur et Cort. peruvian. rubr. opt, &c. wierd de Heer Lyder volkomen hersteld. Deeze gelukkig geslaagde Proeve verheugde my ten sterksten; egter had ik nog eene twyffeling over, vermits de Heer Lyder omtrent vier uuren na het appliceeren van de Flenny, hoewel veel beter zynde, sterke giften Campher, volgens de raadgeeving van den zeer vermaarden Heer collinGa naar voetnoot(*), alle 2 uuren gebruikte. De tweede Proeve is gemaakt, by het oudste jongetje van den Battaillons Kleermaaker, Brentongh, oud zynde omtrent drie jaar, het zelve kreeg 14 dagen, na dat de voorgaande Waarneeming in 't werk gesteld was, de op de natuurlyke wyze medegedeelde Pokken, en wel Consluentes; tot den 4den dag na de uitbotting, nam het kind reedlyk wel zyne door my hem toegediende Middelen, maar na dien tyd wilde het volstrekt niets meer gebruiken; den 5den was het zeer onrustig, en den nagt daarop wierd het zeer slegt, den 6den dag waren de Pokken nog zeer laag, en scheenen gansch niet te willen opkomen, den | |
[pagina 598]
| |
7den 's morgens was het kind zeer gevaarlyk, de Pokken waren nog als gisteren, eenige ledig, andere met eene wateragtige stoffe aangevuld, maar de meesten hadden zwarte stippen in haar midden, de tong was styf, en met geen mooglykheid kon het zelve het minste slikken, hier by was nog het zoo naare als gevaarlyke rochelen ook al reets. Ik ordonneerde dus direct, boven beschrevene, met melk, water, en door de daar in gedoopte Flenny gemaakte somentatie, en had binnen korten tyd het geluk, het kind uit deezen gevaarlyken staat te redden; de Pokken kwamen op, vulden zig met Etter aan, en het kind wierd volkomen hersteld; by dit kind heb ik geobserveerd, dat het zelve den 2den dag na de uitbotting, dus den 4den na de applicatie van de Fleuny, verscheide oppervlakkige Abscessen, op zyde van het femur en den rug, kreeg. De derde Proeve, heb ik aan 't kind van Mr. Bendels, Styfzelmaaker, een zuigeling van tien maanden, gemaakt; hetzelve had in 't aangezicht veele, egter op de overige deelen van het Lichaam, na proportie, veel minder Pokken; de kleine Lyder was den 8sten dag na de uitbotting, door de styfheid der tong en het zwellen van 't hoofd, niet meer in staat om de borst te vatten, en was in den voorgaanden nagt zoo slegt geweest, dat men dagt dat hetzelve sterven zoude; ik vond het kind, gelyk reets vermeld is, in een zeer gevaarlyken staat, daar benevens kwamen 'er nu van tyd tot tyd stuiptrekkingen ten voorschyn, en de Ouders, zoo wel als de Omstanders, dagten niet dat het kind nog eenige uuren zoude in 't leven zyn, vermits het reets den agtsten dag was, en de Pokken niet opkwamen, nog zig met Etter aanvulden, en zig daar door de gevaarlykste toevallen vertoonden. Ik verzogt Flenny (maar kon spoedshalven niets dan baai krygen) om dezelve, in warme melk en water gezopt, om te slaan. Een half uur na dat de fomentatie geappliceerd geworden was, sliep het kind reets zeer gerust, het welk het in geen drie dagen en nagten gedaan had; de Pokken wierden vol Etter, en de Ouders hadden het genoegen haar kind gered, en eenigen tyd daarna hersteld, te zien. Vierde Proeve, den 12den July wierd ik geroepen by Pieter Bodden, Canonier in de Compagnie van den Wel Ed. Gestr. Heer Capit. Du Pont, zynde oud 27 jaar, en vermits dezelve den Heer Lieut. Noordberg, toen aan de natuurlyk medegedeelde Pokken ziek leggende, oppaste, en hy ze nog niet gehad had, zoo bleef my geen twyffel | |
[pagina 599]
| |
over, volgens de Symptomata te oordeelen, of hy zoude de Pokken krygen: des daags te voren had hy reeds de koorts gehad, en den 12den July met Conatus vomendi opstaande, kreeg hy een uur daarna eene vehemente Dyarrhoea; ik liet hem direct een Vomitif uit de Ipecacuanha neemen, 't welk verscheide Vomitus veroorzaakte, en daarna Mucilaginosa gebruiken, benevens Clysmata, waarop de Dyarrhoea verminderde, en zig alles zeer wel schikte; den 13den kon men reeds Pokken zien, welke den 14 en 15den zig zeer vermeerderden en conflueerden; den 16den ging hy op de plaats by zeer mooi weer wandelen, en gebruikte van eene mixtuur uit, Pulv. antispasm. Stahl. Ʒij, rhei Ʒß, Camphur. gr. V, Spir. nitr. dulc. gtt: XL, Insus. flor. Samb. ℥viij, et Rob. ejusdem ℥j. m. alle uur een lepel vol; den 17den zag men, hier en daar, aan de Extremiteiten, Petechien, en de randen der Pokpuisten waren paarsch en loodkleurig, hoewel ik geene Acida gebruikte, als zynde zoo wel in dit als volgende Tydperk zeer daartegen; de Pokken bleeven in denzelfden staat, en schoon ik den Campher, beneffens ouden Rhynsen Wyn liet gebruiken, en de gifte van den Campher zelfs sterk vermeerderde, zoo wierd de Lyder, van dag tot dag, zigtbaar zwakker, onrustiger, en den 10den dag, na de uitbotting, zeer gevaarlyk; als wanneer de koorts zeer hevig het Delirium en de Convulsien afwisselend zig vertoonden, en hy zelss zoo wel als alle de omstanders niet dagten, dat hy nog een half uur zoude in 't leven blyven; want zyn aangezicht en de tong waren styf, en een Stertor en Convulsien in een zeer hoogen graad tegenswoordig en vermeerderd, waardoor hy volstrekt niets meer slikken kon; ook waren de Extremiteiten styf, koud en byna ongevoelig geworden, en de Petechien waren grooter en menigvuldiger over 't geheele lichaam; de Pokken waren meest ledig, egter eenige met water aangevuld, en andere hadden zwarte stippen in het midden. In dit voor eene aandoenlyke Ziel zeer akelig en naar gezicht, waren de oogenblikken, om den Lyder nog te kunnen helpen, zeer kostbaar, en ik verzogt den Wel Ed. Gestr. Heer Capit. Du Pont, om, in deezen elendigen staat, de onkosten te doen, en aan den Lyder eenige ellen Flenny of baay te bezorgen, 't welk direct zeer edelmoedig geaccordeerd, en met veel spoed bezorgd, wierd. Waarop de fomentatie, uit kookend water en zoete melk bestaande, en de baai dubbeld | |
[pagina 600]
| |
om 't Lyf en de Extremiteiten geslagen wierd, 't welk om de twee uuren vernieuwd en trouw agtervolgd was. Na verloop van zes uuren, vond ik den Lyder eenigzins beter, en, na 16 uuren, de Pokken vol Etter; de koorts verminderde, het Delirium, de Convulsien bleeven agter, benevens de andere Symptomata. Zonderling was het, dat de Stertor het eerst, niet alleen hier, maar ook by de voorgemelde waarneemingen, van de toevallen, verminderde. De Patient kreeg meer dan 40 Abscessen, over 't geheele Lichaam, maar voornaamlyk op het femur, de armen en den rug, zekerlyk om dat hy meest op die deelen gelegen heeft. De Abscessen wierden geopend en geneezen, en vervolgens de Patient, na omtrent negen weken ziek geweest te zyn, volkomen hersteld. Vyfde Proeve. De Heer hasley, Chirurgyn Major by het eerste Battaillon van Zyne Doorlugtige Hoogheids tweede Regiment Orange Nassau, heeft insgelyks, op myn aanraaden, na alvorens Campher-doeken te vergeefs op de Extremiteiten geappliceerd te hebben, by een Lyder, die aan de Variolae confluentes ziek lag, en waar alle door de Konst opgegeeven hulpmiddelen vrugtloos waren, in zulk een gevaarlyk tydstip, als wanneer den negenden dag, na de uitbotting, de Pokpuisten nog ledig, of met water aangevuld waren, en doodlyke Symptomata zig reeds vertoonden, eene Proeve met de Flenny in melk en water gezopt, met een gelukkigen uitslag gemaakt. Behalven deeze vyf gelukkig geslaagde Waarneemingen, welke aan Lyders, in het grootste gevaar zig bevindende, gemaakt zyn, heb ik nog by drie kinderen, als aan twee Soldaaten-, en een Burgerkind, deeze behandeling in 't werk gesteld. By alle drie kinderen was eene Dyarrhoea vooraf gegaan, en geduurende deeze hevige en ongeregelde ontlastingen, kwamen de Pokken voor den dag; eene nadere Beschryving der Historia Morbi, zoo beknopt als mooglyk, zal hier niet ondienstig zyn. Het kind van Helslooten, Soldaat in de Compagnie van den Heer Major van den Enden, oud zynde omtrent anderhalv jaar, van eene extra sterke en gezonde Constitutie, was reeds 17 dagen aan eenen sterken afgang, welke de Ouders oordeelden van uitkomende tanden veroorzaakt te zyn, en daarom geen hulp zogten; geduurende deeze hevige Dyarrhoea kwamen de Pokken, en den derden dag | |
[pagina 601]
| |
na de uitbotting wierd ik daarby verzogt; de koorts was hevig, de Pokken waren klein en puntig, en 't Hoofd en Leden wemig opgezet; en niet tegenstaande, dat de afgang den dag na de uitbotting sterk verminderde, zoo wierd het kind zeer zwak; men diende hetzelve goeden ouden wyn toe, maar de Pokken kwamen niet op; de koorts wierd sterker, het kind onrustiger, en den 7den dag, vermits de Pokken zig niet aanvulden, liet ik de Flenny omslaan, maar zonder eenige verligting, en het kind stierv. Het Zoontje van den Soldaat Borkie, was ruim een jaar oud en nog zuigende, en altoos gezond en zeer voorspoedig geweest, tot dat hetzelve, agt dagen vóór dat het de Pokken kreeg, eene sterke Dyarrhoea had, waardoor het zeer verzwakt, en afgevallen was. De afgang hield aan, de Pokken wilden niet omhoog, waren zeer menigvuldig, klein en puntig, de koorts was zeer sterk, de zwelling gering, maar de afgangen wierden, den zesden dag na de uitbotting, zwart, verzeld van eene Cadavereuse reuk, en doode Wormen; een Stertor en stuiptrekkingen kwamen den volgenden nagt nog daarby, en, niet tegenstaande het appliceeren van baai in zoete melk en water gezopt, stierv hetzelve den 9den dag na de uitbotting. Toevallig zag ik een kind van een Burger, waarby Militairen in quartier lagen, welk kind de zamenvloeiende Pokken had, en toen ik 'er by kwam, was het reeds de 9de dag na de uitbotting, de 6de dat het geen afgang had, en de 3de van een aanhoudend Delirium; het kind was drie Jaaren oud, en van zyn geboorte af aan zieklyk geweest; het hoofd en de Extremiteiten waren sterk gezwollen, de tong droog en zwart, en de pols snel, klein en hard. Verders vernam ik, dat hetzelve eenige dagen vóór dat het de Pokkoorts gekreegen, eene sterke Dyarrhoea had gehad, welke onder de uitbotting plotslings ophield; ik vond een dik opgedreeven Onderlyf; en verordende Clysmata, waarop eene zeer stinkende en Cadavereuse ontlasting volgde: de Pokpuisten, die niet aangevuld waren, en hier en daar zwarte punten hadden, wierden, op 't gebruik van de fomentatie, welke direct in 't werk gesteld was geworden, hooger, en hier en daar eenige met Etter aangevuld; innerlyk wierd de Cortex peruv. rubr. opt. met Campher en Spir. Vitr. gebruikt, en met de Clysmata gecontinueerd, welke eene byna onuitstaanbaare putride materie deeden ontlasten; maar het kind stierf den 11den dag na de uitbotting. | |
[pagina 602]
| |
Om dat by deeze drie kinderen eene sterke Dyarrhoea voorafgegaan was, zoo hebben deeze mislukte Proeven my op de volgende gedagten gebragt; welke ik, zoo kort als mooglyk, hier nog zal mededeelen. Ik denk, dat, door de aanhoudende prikkeling (irritatie) en vermeerderde Motus peristalticus, een toevloed van vogten na de Intestina veroorzaakt is geworden; dat de Pokstoffe toen nog circuleerende, na de huid, welke zig in dien tyd spasmodice zamen getrokken bevond, zig daar niet heeft kunnen ontlasten, en volgens Physische Wetten, waar de prikkeling het sterkste was, te weeten, in het centrum van 't lichaam, of de Viseera nobiliora, zig heeft nedergezet, en aldaar Inflammatien, Gangraena en den dood heeft veroorzaakt; 't welk den Heer dominic. cotunnii, in zyn Werk, de sedibus Variolarum, Vien. 1771, te regt aanmerkt by 't openen der Lyken gezien te hebben. En het is niet vreemd, dat, door eene Methastasis eener virulente materie, de lever, de long, en intestina, enz. aangetast worden, welke laatste voornaamlyk, door dat ze zeer spoedig van haare natuurlyke slym, by eene langduurige Dyarrhoea, beroofd raaken, ligt geinslammeerd worden, en waarop eene Gangraena en de dood spoedig kunnen volgen. Van de verplaatzing der Ziektestof, zyn wy niet alleen in de Pokken, maar ook in andere Ziekten, ten vollen overtuigd; dierhalven zy my vergund dat ik uit beide, zoo wel de gelukkig geslaagde, als mislukte, Proeven, deeze gevolgtrekking maake. Dat zoo lang de Pokstoffe of Etter circuleerende is, dezelve tot de Peripherie van het lichaam, zoo wel als elders, kan gebragt worden; dus begryp ik dat deeze fomentatie, door haare emollierende, ontspannende en zagtprikkelende, vermogens, een Affluxus heeft veroorzaakt, en daar door de circuleerende Pokstoffe na buiten is gelokt en gefixeerd geworden, ('t welk de 2de en voornaamlyk de 4de Waarneeming met haare Abscessen ten vollen bewyzen,) en vermits geene innerlyke deelen door eene Methastasis aangedaan of bedorven waren, zoo moesten de Proeven gelukkig, of, in het tegenovergestelde geval, ongelukkig, uitvallen. By het opstellen deezer Proeven, welke met alle mooglyke oplettendheid gemaakt zyn, en welke ik hier mede aan het oordeel van deskundigen onderwerpe, hebbe ik | |
[pagina 603]
| |
geen andere bedoeling, dan het algemeene welzyn der Maatschappye te helpen bevorderen.
Breda, den 14 Nov. 1791. |
|