Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1791
(1791)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
[pagina 464]
| |
Ontdekt bedrog wegens den zogenaamden Pierre Du Soleil, of zonnesteen. In eenen brieve van den heer De Saussure, den Zoon, aan den heere De la Metherie.(Journal de Physique.)
myn heer!
Ik zal gebruik maaken van een zonderling verschynzel, 't welk een kunstige zamenvoeging, die, zo ik geloof, niet bekend is, my aanbiedt, om te toonen, dat men niet te zeer op zyne hoede kan wezen tegen voorgewende Nieuwigheden in de Natuurlyke Historie, die zekere Kooplieden, in Delfstoffen, ons menigmaal te koop aanbieden. 't Is weinig dagen geleden, dat een deezer Kooplieden, voor een vry hoogen prys, aan een Lieshebber een witten ondoorzigtigen Steen verkogt, opmerkenswaardig door deszelss eigenschap van, (als men denzelven langzaam in een lepel warm maakte) de kleur en de doorschynendheid van de schoonste Topaatz te verkrygen. Deeze Steen, in gedaante en grootte vry gelyk aan een witte Boon, werd door den Koopman Pierre du Soleil, of Zonnesteen, geheeten; dezelve werd, naar zyn zeggen, in de Zanden van Armenie gevonden; en men kende denzelven aan de eigenschap van over dag doorschynend, en 's nagts ondoorschynend, te weezen, uit hoofde van de uitwerking die de tegenwoordigheid der Zonnestraalen op dien Steen deedt. Op den oorsprong van dit verschynzel peinzende, viel my in de gedagten, dat deeze Zonnesteen, veelligt, niets anders ware dan een Hydrophane, doortrokken van eene zelfstandigheid als Wasch, 't welk de eigenschap heeft van, gesmolten, doorschynend, en gestold, ondoorschynend, te weezen; en dat deeze Hydrophane, dus doortrokken, by het warmen eene doorschynendheid aannam, om dezelfde reden dat zy te vooren, bevogtigd wordende, doorschynend werd. Ik liet daar op een Hydrophane in gesmolten Maagden-Wasch weeken, tot dat die Steen eene volkomene doorschynendheid had aangenomen; ik nam denzelven daar uit, ik deed de proeve, en ik had een Steen, volmaakt gelyk | |
[pagina 465]
| |
aan dien des Koopmans, die, overtuigd van zyn bedrog, en versteld staande, den Steen wedernam voor den koopprys. Men mag hierby in opmerking neemen, dat een Pyrophane, in deezer voege toebereid door 't vuur, eene veel grootere doorschynendheid verkrygt, dan een Hydrophane, van dezelfde soort, in 't water; dewyl de verkoelende eigenschap van het Wasch veel grooter is dan die des Waters. Indien men wil, dat die Steen, in het doorschynend worden, de kleur van een Grenaat aanneeme, hebbe men slegts langer en sterker het Wasch, waarin men den Steen laat weeken, te verwarmen. Men zou ook, door dat Wasch een weinig te kleuren, den Steen andere kleuren kunnen doen aanneemen.Ga naar voetnoot(*). |
|