Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1791
(1791)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijVerslag van het leeven en de schriften des eerw. Richard Price, D.D.L.L.D. Lid van de Koninglyke Societeit, en van de Americaansche Philosophische Societeiten te Boston en te Philadelphia.(Uit het Engelsch.)
‘Onthaalden wy, zeer onlangs, onze Leezers op de Leevensgeschiedenis van den grooten Wysgeer en Staatsman benjamin franklinGa naar voetnoot(*), zy zullen het ons, zo wy hoopen, dankweeten, dat wy de eerste voegzaame gelegenheid waarneemen, om zyn Vriend en Medevoorstander der Vryheid, richard price, door veele | |
[pagina 432]
| |
zyner vertaalde Schriften by onze Landsgenooten in naam en denkwyze bekend, nader te doen kennen.’
Richard price, een uitmuntend Godgeleerd en Zedekundig Schryver, maar meer beroemd wegens zyne Naspeuringen over de Burgerlyke Vryheid, en Rekeningen, den Staat der Geldmiddelen betreffende, werd te Tyenton in Glamorganshire, op den twee en twintigsten van Sprokkelmaand des Jaars MDCCXXIII, gebooren. Hy was een jonger Zoon van den Eerw. rice price, Leeraar van een Protestantsche Gemeente Dissenters te Bridgend, in 't zelfde Landschap. Zyn Vader zondt hem in 't jaar MDCCXXXI ter Schoole by den Eerw. joseph symmons, te Neath; en, omtrent vier jaaren laater, plaatste hy hem onder het opzigt van den Eerw. samuel jones van Pentwyn, in Carmarthenshire. Hy verbleef by dien Eerw. omtrent zo lang als hy by symmons geweest was. Vandaar ging hy na de Academie van den Eerw. vavasor griffiths te Tolgarth, in Berconshire. Reeds vroeg hadt hy blyk van een kloek vernuft gegeeven, en onder het opzigt der Heeren jones en griffiths, verkreeg hy eenige vryere denkbeelden van Godsdienst. Zyn Vader, schoon anderzins een Man van een zeer waardig Character, was heftig van aart, en een zeer yverig Calvinist. Een optekenenswaardig bewys hiervan strekt, dat, wanneer onze jonge price in eene Vacantie t'huis was, hy zyn Vader verzogt, hem iets uit Dr. s. clarke, voor te mogen leezen; de oude Heer luisterde, eenigen tyd, hoewel niet zonder zigtbaare tekenen van ongemaklykheid; in 't einde rees zyne verontwaardiging tot zulk eene hoogte, dat hy van zyn stoel opstondt, het Boek uit zyns Zoons hand rukte, op den vloer smeet, en hem geboodt uit zyne oogen te gaan. Men denkt, dat verkleefdheid aan het Calvinistische Leerstelzel hem aanzette, tot het maaken van eenen Laatsten Wil, uit welke, in Juny des jaars MDCCXXXIX, den tyd van des ouden Heers overlyden, bleek, dat hy zeer weinig voorzien hadt in de verzorging van deezen Zoon; verre het grootste gedeelte zyner Bezittingen, zo wel als het Vaderlyk Landgoed, bespreekende aan zyn oudsten Zoon, die, eenigen tyd daar naa, benoemd werd tot Hoog Sheriff voor het Landschap van GlamorganGa naar voetnoot(*). | |
[pagina 433]
| |
Dit voorval wyst uit, welk een schrik, ten dien tyde, eenigen der Besten zelfs, beving, op het enkel denkbeeld van een vry en onbevooroordeeld onderzoek, op de waarheid dier Godgeleerde Stellingen, die, zints langen tyd, vast bepaald, in Geloofsbelydenissen, Geloofsartykelen en Catechismussen, aangemerkt werden als Grondleerstellingen, en, als 't ware, eene onschendbaare heiligheid door verjaaring verkreegen hadden. Het legt, wyders, aan den dag, die volyverige en belanglooze verkleefdheid, welke de jonge price hadt, voor 't geen hy begreep de waare Leer van het Euangelie te weezen, en naderhand zo zigtbaar doorstraalde in het Character en Gedrag van onzen jeugdigen Godgeleerden, die zo vroegtydig, in zekere maate, een Belyder werd van Opregtheid in beginzelen. Naa den dood van zyne Moeder, in den jaare MDCCXL, begaf zich de Heer price na Londen, en werd, dus in de wyde Wereld als Wees gelaaten, genomen onder de bescherming van zyn Oom, den Eerw. samuel price. In deezen uitmuntenden Man, die meer dan veertig jaaren Amptgenoot was van Dr. watts, in Bury Street, St. Mary Axe, was de stugge geest van Onverdraagzaamheid, toen zo heerschende by de Dissenters, daadlyk geleenigd door den Geest des Christendoms. Hoewel de Heer s. price, duidelyk bemerkte, dat zyn Neef verre afweek van de hoogte der Regtzinnigheid, op welke hy zich bestendig hieldt, beminde en bezorgde hy hem met meer dan vaderlyke tederheid. Waarlyk in de zagtaartigheid en bevalligheid van spreeken en voorkomen, deedt 'er zich eene groote gelykvormigheid op, tusschen Oom en Neef. Om deezen laatsten zyne Godgeleerde Studien te doen voltrekken, zondt de eerste hem na eene Academie in Moorfields, waar de voornaamste Opziender was de Heer john eames, een der Raaden van de Koninglyke Societeit, en door die Societeit, nevens den Heer martyn, benoemd, om de Philosophical Transactions, zints den jaare MDCCXIX, te verkorten. Deeze Heer, die op eene zeer groote maate van Geleerdheid mogt roemen, bezat tevens eene onverbeeldlyk groote maate van Nederigheid. Maar zyne Lessen, in de Godgeleerdheid, beantwoordden geenzins aan zyne uitsteekenheid in andere opzigten; want zyn verstand werd geboeid en bepaald tot marck's Medulla, het Merg van Nederduitsche Calvinistische Godgeleerd- | |
[pagina 434]
| |
heid; hy droeg naauwlettende zorge tegen allen vry onderzoek zyner Kweekelingen, en zogt de zugt daartoe in de geboorte te smooren. Het ontbrak, egter, op deeze Academie, niet aan eenige weinige Studenten, die, in naavolging der edelaartige Bereers, beslooten, de Schriften te onderzoeken, en voor zich zelven te denken. Onder deeze ernstige en onvermoeide naspeurders der waarheid, telde men den Heer jolly, Leeraar der Engelsche Presbyteriaansche Kerk te Rotterdam; den Heer thomas van Stafford; den Heer parry van Cirencester; den Heer lewis van Maidstone; Dr. furneaux van ClaphamGa naar voetnoot(*); den Heer kiddell van HackneyGa naar voetnoot(†) en onze Dr. price. Zy kwamen éénmaal ter week zamen, om Godsdienstig Onderzoek en onderling Onderwys te bevorderen; en mag men vrylyk veronderstellen, dat, op deeze zamenkomsten, de dageraad zich vertoonde, van die uitsteekende bekwaamheden in den jongen price, welke vervolgens met eenen middagluister blonken. Vier jaaren hier besteed hebbende, ging hy woonen by den Heer streatfield van Stoke Newington in Middlesex, in wiens Familie hy veertien jaaren bleef als Vriend en Kapellaan. Geduurende zyn verblyf aldaar, zo wel als staande zyn Leertyd op de Academie van Moorfields, bevlytigde hy zich sterk in zyne Letteroefeningen; en scheen dermaate verzonken in Wiskundige, Bovennatuurkundige en Godgeleerde naspeuringen, dat, uit dien hoofde, zelfs zyne gemeenzaamste Vrienden, zich eenigermaate verwonderden, hoe het mogelyk was, dat hy dien klaaren, klemmenden en vuurigen styl kreeg, welke zyne Schriften kenmerkt. Terwyl hy by den Heer streatfield woonde, bewees hy zomtyds hulpe aan Dr. chandler, in de Vergadering in de Old Jewry, en aan den Heer savage, een oud Leeraar, te Edmonton. Ten deezen tyde stak hy niet uit door behaagende Predikgaven. Nogthans begon men meer smaaks in hem te krygen, naa dat hy eenigen tyd de Naamiddag-Predikatien gedaan hadt, in de Vergaderplaats van den Heer radcliffe, in Jewry Street, voor eene Vergade- | |
[pagina 435]
| |
ring, die roemen mogt, twee zulke uitsteekende Leeraars gehad te hebben, als Dr. lardner en Dr. benson. Zyn Oom, samuel price, overleedt in den jaare MDCCLVII, en liet hem het grootste gedeelte zyner Bezittingen naa. Omtrent dien zelfden tyd stierf de Heer streatfield, en hadt deeze hem een vry aanzienlyk Legaat besprooken, ten bewyze van de hoogagting en genegenheid hem altoos toegedraagen. In deezer voege zich in een middelbaaren staat van onafhangelykheid geplaatst vindende, verzogt, en verkreeg hy, ten Huwelyk Mejuffrouw sarah blundell; eene Dame, oorspronglyk van Belgrave in Leicestershire, doch die eenigen tyd vóór haar Huwelyk te Hackney gewoond hadt. Deeze Dame, zints lang by hem bekend, en door hem bemind, was meer bemiddeld dan hy. Met haar leefde hy veele jaaren in een staat van onafgebrooken eensgezindheid, en huislyk geluk; men hoorde haar, eenigen tyd vóór haar dood, betuigen, dat zy haar Man nooit in drift gezien hadt. Dit verdient zeer onze opmerking: dewyl hy uit den aart een driftig en oploopend gestel hadt, schoon, gelyk wy eeds aanduidden, zagt en vriendlyk in zyn voorkomen. Naar Wysbegeerte en Godsdienst hadden zints lang zyne Drften beteugeld, en het Oppergezag der Rede in zyne Ziel gehandhaafdGa naar voetnoot(*). Naa zyn Huwelyk ging Dr. price van Stoke Newington na Hackney; doch omtrent één jaar laater beroepen zynde tot Leeraar der Gemeente te Newington Green, waar hy nu en dan den dienst in de morgenbeurte hadt waargenomen, nam hy daar zyne woonplaats. In deeze afzondering genoot hy de verkeering eeniger uitgeleezene Vrienden. Hy mogt zyn hart uiten in 't gezelschap der Wyzen en Braaven; hy was een der Leden van een Gezelschap, 't welk alle weeken ééns zamen kwam, eerst te Stoke Newington, vervolgens op verscheide plaatzen in de Stad; doch, voor veele jaaren was het ééns in de veertien dagen gehouden in het Londen-Koffyhuis. 't Zelve bestondt uit Dr. benjamin franklin, als hy in Engeland was; den Eerw. Dr. owen van Edmonton; Mr. radcliffe van WalthalmstowGa naar voetnoot(†); Mr. burgh | |
[pagina 436]
| |
van Newington GreenGa naar voetnoot(*); Mr. canton van SpitalsquareGa naar voetnoot(†); den Eerw. Dr. kippis; den Eerw. Dr. rees, en eenige anderen, alle Mannen van Geleerdheid en voorstanders van Burgerlyke en Godsdienstige Vryheid; in deezer Gezelschap heeft men Dr. price menigmaal hooren verklaaren, dat hy eenige der genoeglykste oogenblikken zyns leevens gesleeten hadtGa naar voetnoot(§). Dr. price, die, toen hy eerst den Predikdienst begon, geen toeloop, ja zelfs als Leeraar geen naam hadt, maakte, door zyne Uitgegeevene Schriften, de aandagt wakker op zyne Leerredenen; en verwierf welhaast toeloop, als een Godvrugtig, verstandig en gemoedlyk Prediker. In 't jaar MDCCLXX, werd hy verkooren tot Leeraar van de Gemeente te Gravel Pit, Hackney; in gevolge hiervan, verliet hy de post als Naamiddagprediker in Jewry Street, en predikte te Newington Green, 's Naamiddags in stede van 's Morgens. Hy ging in Maart MDCCLXXXVII, omtrent vyf maanden naa het overlyden van zyne Egtgenoote, te Hackney woonen. Geduurende de laatste zes jaaren zyns leevens, bepaalde zich het dienstwerk van Dr. price tot den Morgendienst te Hackney, dien hy geregeld waarnam tot den twintigsten van February MDCCXCI, wanneer hy zyne laatste Leerreden deedt. Op Woensdag den drie en twintigsten dier Maand kreeg hy de Koorts, veroorzaakt, of ten minsten verslimmerd, door het bywoonen der Begraafenisse van een Vriend in Bunhill-fields, op een tyd dat het zeer slegt Weêr was. Hy sukkelde drie Weeken aan die ongesteldheid, en scheen toen te beteren; maar op Saturdag, den zeventienden van Maart, toen alle verschynzels van koortzigheid verdweenen waren, overviel hem eene smertlyke pyn in de | |
[pagina 437]
| |
Blaas, die allengskens, zints tien of twaalf jaaren, hem geplaagd hadt. Deeze, zomtyds met geweldige smerten vergezeld, perste hem geen klaagen of morren af. In de tusschenpoozen van ongemak was hy vrolyk, maar het lang aanhouden dier ongesteltenisse hadt ten laatsten zyn geest en kragten dermaate uitgeput, dat hy niet dan met de uiterste moeite kon spreeken. Op Saturdag, den zestienden van April, nam het geweld dier kwaal zeer toe; de pynen werden bykans onophoudelyk, en hy vondt zich buiten staat eenig voedzel te gebruiken. Eindelyk, geheel afgemat naar den Lichaame, maar by 't volle gebruik zyner Zielsvermogens, blies hy zagtlyk den laatsten leevensadem uit, op den negentienden van April des gemelden JaarsGa naar voetnoot(*). Dr. price hadt schriftlyk bevel naagelaaten, dat zyn Lyk in stilte zou worden bygezet; zyne Bloedverwanten en de uitvoerders van zyn Uitersten Wil hadden beslooten, zich daaraan stipt te houden. Maar hartlyke toegenegenheid van die Vergadering, in welke hy, beminnende en bemind, zo veele jaaren zyns leevens gesleeten hadt, en de volyverige begeerte zyner Vrienden, om zyne Naagedagtenis te vereerenGa naar voetnoot(†), ging de paalen, door hem | |
[pagina 438]
| |
voorgeschreeven, te buiten, en bewoog hun, op hunne eigene kosten, zyn Lykstatie te houden. De Heeren der Vergaderinge volgden het Lyk in negentien Rouwkoetzen, agter hun voegde zich de Graaf stanhope in zyn Rydtuig, aan 't hoofd van zesendertig Rydtuigen van Edellieden. Hy werd begraaven op den zesentwintigsten van April, te Bunhill-fields, in 't zelfde Graf, waar de overblyfzels rusten van zyne teder door hem geliefde Vrouwe, en van zyn Eerwaardigen Oom en Weldoender samuel price. Het Rouwkleed werd gedraagen door de Eerw. Doctors priestley, rees en harris; alsmede, door de Eerw. Heeren taylor, palmer en worthington. By het Graf sprak de Eerw. Dr. kippis een Lykreden, en op Zondag, den eersten van Mey, deedt de Eerw. Dr. priestley een Redenvoering te zyner Naagedagtenisse, voor eene zeer talryke Vergadering, te Hackney. Beide deeze zien het licht.
(Het Vervolg en Slot hier na.) |
|