Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1791
(1791)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
[pagina 383]
| |
Dr. benjamin franklin te doen kennen, door de Leevensbyzonderheden van dien gryzen Wysgeerigen Staatsman, zo verre men die hadt kunnen verzamelen, alsmede een schets van zyn Character op te geevenGa naar voetnoot(*), twyfelen wy niet om dien uitsteekenden Man, die, in Grasmaand des jongst verloopen Jaars, zynen roemryken Leevensloop eindigde, nog nader te doen kennen, en 'er by te voegen eene Opgave van de Schriften deezes onvermoeiden Schryvers. Men zal uit dit Berigt, gevoegd by het hier boven aangeduide, een volkomener kennis krygen aan een Heer uit laagen stand gesprooten, en heel de Wereld door, in verscheide opzigten, met dubbel verdienden lof beroemd geworden.’
Benjamin franklin, een der vermaardste Wysgeeren en Staatkundigen der tegenwoordige Eeuwe, werd te Boston, in Noord-America, gebooren, op den zeventienden van Louwmaand des Jaars MDCCVI. Zyn Vader was een Kaarssenmaaker, hy verliet het Vaderlyk huis op zyn veertiende Jaar, om na Philadelphia te gaan; waar hy kennis kreeg aan den eenigen Boekdrukker in die Stad. Deeze ingenomen met franklin's voorkomen, nam hem in huis, en onderwees hem in de Boekdrukkunst. Franklin verdiende en verwierf door zyne geaartheid, vernuft en naarstigheid, de steeds aangroeiende genegenheid van zynen Meester. Niet min aangenaam was hy aan de zodanigen, die de Drukkery kwamen bezigtigen: de nieuwsgierigheid hiertoe was groot; en dewyl het Boekdrukken, in die streeken, toen een zeldzaam werk was, vervoegden zich veelen derwaards; zy vonden zich zo voldaan, over de kunde, vaardigheid en de gesprekken, van den jongen Drukkersgezel, dat zy zelden heenen gingen, zonder hem eenig blyk van hunne milddaadigheid te schenken. Welhaast begon hy te Philadelphia die zugt tot Geleerdheid en dorst na Kennisse te ontdekken, waardoor hy naderhand zo zeer uitstak: en, dewyl het bezwaarlyk viel Boeken uit Engeland te krygen, ging de jonge franklin een Societeit aan met eenige Jongelingen van zyne jaaren; die beslooten, alle Boeken, welke zy hadden, op ééne plaats by den anderen te brengen, en dus eene algemeene Boekery te vormen. Dit hulpmiddel, ter uitbreiding hunner kundigheden, vonden zy zo gering, dat de Societeit, op frank- | |
[pagina 384]
| |
lin's voorstel, zich liet overhaalen, om maandlyks eenig geld toe te leggen tot het koopen van Boeken te Londen. Daar door vermeerderde hun voorraad schielyk, en de Inwoonders van Philadelphia, begeerig om in hunnen letterschat te deelen, stelden voor, de Boeken uit te leenen, en een kleine som voor het leezen te betaalen. Langs deezen weg werd in weinig jaaren de Societeit ryk voorzien, en bezat meer Boeken, dan 'er misschien in alle de andere Volkplantingen gevonden werden. De Verzameling groeide aan tot eene Openbaare Boekery; en de andere Volkplantingen, bewust van de voordeelen daaruit spruitende, begonnen dergelyke Plans te ontwerpen; hieruit ontstonden de Boekkeryen te Boston, New-York, Charles-Town, enz. terwyl die van Philadelphia, tegenwoordig, voor geene in Europa behoeft te wyken. De Heer franklin was, niettegenstaande de voordeelen, welke hy zich te Philadelphia kon belooven, daarmede niet voldaan. Hy stak derhalven na Engeland over, in 't Jaar MDCCXXIV of MDCCXXV, en arbeidde als Drukkersknegt by den Heer watts. Deeze droeg hem veel agting toe, en behandelde hem met eene heuschheid, dat onze Wysgeer daaraan naderhand altoos met dankbaarheid gedagt. De Heer watts voorspelde menigmaal, dat deeze jonge Americaansche Knegt, ten eenigen tyde, een groot figuur in de wereld zou maaken; en hy leefde lang genoeg om zyne voorspelling vervuld te zien, ten opzigte van franklin's Wysgeerige Ontdekkingen, schoon niet om hem de groote rol van Staatsman te zien speelen. Eenigen tyd te Londen gewoond hebbende, keerde hy na Philadelphia te rug, waar hy den Drukker, by wien hy voorheen woonde, overhaalde om een Nieuwspapier uit te geeven; dit ging zo voordeelig, dat zyn Meester hem aandeel in de zaak, en zyne Dogter ten Huwelyk, gaf. - In deezer voege zich als Drukker te Philadelphia nedergezet, en eenige middelen verkreegen hebbende, vondt zich Dr. franklin in staat, om, met meerder ruimte van tyd, de natuurlyke aandrift van zyn vernuft te volgen. Zeer gesteld zynde op de Natuurkunde, en de ontdekking van de Leydsche Proeve, in de Electriciteit, dit gedeelte der Natuurkunde tot een voorwerp van algemeene Weetgierigheid gemaakt hebbende, lag zich de Heer franklin daar in 't byzonder op toe, en stak welhaast in dit stuk uit. Bovenal staat hy bekend voor den eersten, die het in de gedagten kwam, om de Gebouwen voor den Blixem te beveiligen | |
[pagina 385]
| |
door Afleiders: in 't algemeen, houdt men hem voor den Uitvinder van den Electrikaalen Vlieger, schoon zommigen die vinding aan een ander toekennen. Zyne Theorie van de Positive en Negative Electriciteit verwierf ook het zegel der openbaare goedkeuring. De Leden van de Koninglyke Societeit te Londen kantten zich in den beginne aan tegen zyne Theorie; maar toen hy, in den jaare MDCCLV weder in die Stad kwam, weezen zy hem den Gouden Eerpenning toe, welke 's jaarlyks uitgereikt wordt aan den Inleveraar van het weetenswaardigst en belangrykst Onderwerp. Hy werdt, desgelyks, tot Lid van die Societeit aangenomen; maar, ten dien tyde, deedt de Oorlog, tuschen Groot-Brittanje en Frankryk uitgebrooken, hem na America te rug keeren, en hy begon deel te neemen in de openbaare zaaken van dat Land. Het Hoogeschool van Oxfort schonk hem den Eeretrap van Doctor in de Regten. In den jaare MDCCLXII, een plan ontworpen hebbende, van de Posteryen door het vaste Land van America, werdt hy Algemeene Postmeester in dat Land. In den jaare MDCCLXVII, werd hy voor het Huis der Gemeenten ondervraagd, wegens de veel gerugts maakende Stamp Act, of Acte der Gezegelde Papieren. Tot Agent voor de Provincie Pensylvania aangesteld zynde, stak hy na Engeland over, ten tyde toen de Geschillen, tusschen Groot-Brittanje en America, op 't punt stonden om tot een uiterste te komen: hy trok toen de aandagt van het Algemeen, door een Brief over het Tweegevegt tusschen de Heeren whatley en temple, en wegens de uitgave der Brieven van den Gouverneur hutchinsonGa naar voetnoot(*). Op den negen en twintigsten van Louwmaand des volgenden jaars, werdt hy voor den Geheimen Raad onderzogt, wegens een eisch lang voorheen door hem gedaan, als Agent van Massachusets Bay, tegen den Heer hutchinson; doch deeze eisch, niet in den smaak vallende van het Staatsdienaarschap, werdt zeer haastig verworpen, en Dr. franklin, kort daarop, van zyn Algemeen Postmeesterschap in America afgezet. De Engelsche Staatsdienaars begonnen hem nu met zulk een nayverig oog aan te zien, dat zommigen dagten om hem in hegtenis te zetten, als een Opstooker van Muitery. Dan | |
[pagina 386]
| |
Dr. franklin, op zyn hoede zynde, vertrok, met den aanvang des jaars MDCCLXXV na America, zo stil dat hy Engeland verlaaten hadt, vóór dat men eenige gedagten maakte van zyn oogmerk om te vertrekken. Tot een der Afgevaardigen na het Congres in America benoemd zynde, hadt hy veel deels in het uitbrengen der Verklaaring van Onafhangelykheid, van de zyde der Volkplantingen. In 't Jaar MDCCLXXVI, vaardigde het Congres hem af na Canada, om met de Inwoonders aldaar in onderhandeling te treeden, en dezelve aan te zetten tot het afwerpen van het juk van Groot-Brittanje; maar de Canadiaanen waren zo zeer ingenomen, tegen den heethoofdigen yver van de Nieuw-Engelanders, die eenige kunner Kapellen verbrand hadden, dat zy weigerden na de voorslagen van Dr. franklin te luisteren, schoon hy ze aandrong met alle bewyzen, welke hy daar voor kon aan voeren. Te Philadelphia wedergekeerd, zondt het Congres, weetende hoe zeer Dr. franklin in Frankryk geagt was, hem derwaards, om, eindelyk, de hand te leggen aan de geheime onderhandelingen van Mr. silas deane; gereedlyk nam franklin deezen last op zich, schoon hy toen reeds een en zeventig jaaren telde. Het daar door hem verrigtte is bekend; een Verdrag van Verbintenis en Koophandel, tusschen Frankryk en America, werd getekend. De Heer le roi verzekert, dat franklin zeer veel deedt tot deeze voltrekking, door den Heer maurepas ten sterksten aan te raaden, geen enkel oogenblik te laaten voorbyglippen, indien hy zich van de Vriendschap van America wenschte te verzekeren, en 't zelve af te scheiden van het Moederland. Hy verzekert ons desgelyks, dat niemand blyder kon weezen dan Dr. franklin was, op den dag dat de Britsche afgezant Lord stormont Parys verliet, uit hoofde van de vredebreuk tusschen die beide Volken. Het Congres benoemde, in den Jaare MDCCLXXVII, Dr. franklin tot Plenipotentiaris aan 't Fransche Hof. Ten laatsten de volkomene vervulling zyner wenschen gezien hebbende, door het sluiten van den Vrede in 't Jaar MDCCLXXXIII, die de Onafhangelykheid aan America schonk, verlangde hy zyn Geboorteland weder te zien. Hy verzogt, derhalven, opöntboden te worden, en, naar herhaalde aanzoeken ten dien einde, werd de Heer jefferson in zyne plaats benoemd. Op de aankomst zyns Opvolgers, vertrok hy na Havre de Grace, en het Kanaal | |
[pagina 387]
| |
oversteekende, landde hy op 't Eiland Wight; van daar terstond vertrekkende, kwam hy, na eene voorspoedige reize, te Philadelphia, in September des Jaars MDCCLXXXV. Hy werd onder veelvuldige toejuichingen eener ontelbaare menigte ontvangen, deeze, van overal toegevloeid, bragt hem in zegepraal in zyn eigen huis. In 't verloop van weinige dagen, ontving hy de verwelkoming-bezoeken der Leden van het Congres, en van de voornaamste Inwoonderen van Philadelphia. Tweemaalen werd hy tot Voorzitter van het Congres te Philadelphia gekoozen; doch, zyne toeneemende zwakheden noodzaakten hem te verzoeken om ontslag, en het overige zyner dagen in rust te slyten, 't geen men hem vergunde. Het grootste gedeelte zyns Leevens, was de Heer franklin zeer gezond geweest. In den Jaare MDCCLXXXV, werd hy aangetast door een Longekwaal, die eindigde in eene verzweering, by welker rypen en doorbarsten, hy zulk een overvloed van etter loosde, dat hy bykans stikte; maar van deeze ongesteltenis, als mede van eene dergelyke, die hem eenigen tyd laater overkwam, herstelde hy zo volkomen, dat zyne ademhaaling 'er niet in 't minst door belemmerd werd. Met het klimmen zyner jaaren, nogthans, geraakte hy onderhevig aan de Jicht, waarby in 't Jaar MDCCLXXXVII een Nierkwaal kwam; zints deezen tyd, was hy zo wel met het Graveel als met de Jicht geplaagd, en deeden deeze kwaalen hem, de twaalf laatste maanden zyns leevens, het bedde houden. Niettegenstaande deeze ongelukkige Lichaamsgesteltenis, mistte hy niets van zyne Zielsvermogens, noch van zynen genoeglyken aart. Zyn Geheugen was sterk tot het laatste toe, en hy scheen eene uitzondering op den algemeenen Regel, dat in zekeren leeftyd de deelen, die tot het Geheugen dienen, verhard worden; een uitsteekend voorbeeld hiervan is, dat hy het Fransch leerde spreeken, na dat hy den ouderdom van zeventig jaaren bereikt hadt. Omtrent zestien dagen vóór zyn dood, kreeg hy eene koortzige ongesteldheid, op den vierden of vyfden dag, vergezeld van pyn in de borst. Deeze werd in 't einde vry hevig, en ging gepaard met hoesten en moeilyk ademhaalen. In deezen toestand bleef hy vyf dagen, wanneer deeze pynlyke toevallen op ééns weeken, en zyne Familie hoope op herstelling begon te scheppen. Doch 'er was eene nieuwe bezetting in de Longen ontstaan, welke, schielyk losbreekende, gelyk zyne voorgaande Long- | |
[pagina 388]
| |
ontsteekingen, kon hy, door gebrek aan kragten, de etterstoffe niet geheel kwyt worden. Hier door werd de ademhaaling belemmerd, en hy viel in een slaapziekte, die allengskens verërgerde, en hem, op den zeventienden van Grasmaand des Jaars MDCCXC, 's avonds omtrent elf uuren, wegrukte, in den ouderdom van vier en tachtig jaaren en drie maanden. Dr. franklin liet een Zoon naa, den Gouverneur william franklin, een volyverig Koningsgezinde, en eene Dogter, getrouwd aan den Heer william bache, Koopman te Philadelphia. Deeze Dogter beminde hy allertederst; zy pastte hem dogterlyk op in zyne laatste ziekte. Drie dagen vóór zyn dood verzogt hy, dat zyn bedde in orde gebragt mogt worden, ten einde hy op eene voeglyke wyze mogt sterven. Mevrouw bache hier op haaren wensch te kennen geevende, dat hy nog mogt herstellen en nog jaaren leeven, antwoordde hy: Ik hoop het niet! Het grootste gedeelte zyner Nalaatenschap heeft hy gemaakt aan den Heer en Mevrouw bache, voor beider leeven; en om vervolgens, in gelyke deelen, onder hunne Kinderen verdeeld te worden. Aan zynen Kleinzoon william temple franklin Esq., besprak hy eenige Landeryen in den Staat van Georgia; als ook het grootste gedeelte van zyne Boekery en alle zyne Papieren, behalven nog eene bepaalde som, indien hy zich in den echt begave. Aan de Boekery van Philadelphia maakte hy 3000 Boekdeelen; aan den Regter hophinson zyne Werktuigen tot de Proefondervindelyke Natuurkunde, en aan den Voorzitter, in het Congres der Vereenigde Staaten, zyn Stok met een Gouden Knop, en wel met deeze woorden: ‘Myn Stok met een Gouden Knop, kunstig gewerkt in de gedaante van den Hoed der Vryheid, bespreek ik aan myn Vriend, en den Vriend des Menschdoms, den Generaal washington; indien het een Scepter ware, hy hadt dien verdiend en zou ze verkreegen hebben.’ Wat het Character van den Heer franklin betreft: men wil dat hy in gezelschap boudig, maar niet vloeiend, sprak; liever luisterde, dan het woord voerde, en eer een onderrigtend dan een bevallig gezelschapsman was; dat men iemand in de reden viel, kon hy niet dulden: by zodanig eene gelegenheid, haalde hy meermaalen de gewoonte op der Indiaanen, die eenigen tyd zwygen eer zy eene vraag beantwoorden, na welke zy met alle aandagt geluisterd hadden. - Wat zyn Godsdienst aanbelangt, | |
[pagina 389]
| |
hy geloofde vast in de Godlyke Openbaaring, in de Schriftuur vervat; en zyne gedagten over den Dood mogen wy opmaaken uit eenen Brieve, omtrent vyf en dertig jaaren geleden geschreeven aan Miss hubbart, by het afsterven van haar Schoonvader Mr. john franklin. ‘Wy zyn Geesten’ schryft hy: ‘Dat ons Lichaamen geleend zyn, dewyl zy ons vermaak kunnen verschaffen, ons bystand bieden in het verzamelen van kundigheden, en het weldoen aan onze Medemenschen, is een gunstbewys van god. Wanneer zy onbekwaam worden tot het verrigten deezer diensten, en smert in stede van vermaak aanbrengen; en, in plaats van hulp te bieden, ons tot last verstrekken, en aan geen der oogmerken, waartoe zy ons geschonken zyn, beantwoorden; is het even goedgunstig, dat 'er een weg beraamd is, langs welken wy daarvan ontslagen geraaken. De Dood is die wegGa naar voetnoot(*). - Onze Vriend en wy worden elders verwagt, op een aangenaame Party, die eeuwig zal duuren. Zyn Rytuig was eerst gereed, en hy is ons voor- | |
[pagina 390]
| |
uit gereeden: wy kunnen niet welvoeglyk allen te gelyk vertrekken, en waarom zoudt gy of ik des bedroefd weezen, daar wy schielyk zullen volgen, en weeten waar wy hem zullen vinden.’ Dr. franklin, is de Schryver van verscheide Verhandelingen over de Electriciteit, en andere takken der Natuurkunde, als mede over veele Staatkundige Onderwerpen en Mengelstoffen. Zyn eerste Werk was, Experiments and Observations on Electricity, made at Philadelphia, in 't Jaar MDCCLIII uitgegeeven, in twee Deelen in 4to. Een derde Deel, over 't zelfde Onderwerp, verscheen het volgende Jaar, en deeze drie Deelen, met eenige ophelderende Aantekeningen, als mede vergezeld van Letters and Papers, on Philosophical Subjects, zagen in één Deel, met koperen Plaaten, het licht in 't Jaar MDCCLXIX. Onder deeze Philosophische Papieren, (waarvan 'er eenige voorheen geplaatst waren in de Philosophical Transactions of Tydschriften,) vinden wy eene Beschryving van zyne Nieuw uitgevondene Pensylvanische Vuurhaarden, geschikt tot het beter verwarmen der vertrekken, met weinig brandstoffe; Waarneemingen over de vermeerdering des Menschdoms, en de Bevolking der Landen; Aphorismen over de natuur en oorzaak der Uitdamping; de Oorzaak der Winden; Proeven over de Koude door uitdamping te wege gebragt; een Berigt van zyn Toestel, om de Gebouwen tegen den Blixem te beschutten; Waarneemingen over de Natuur van het Vuur, de voortbrenging der Dierlyke warmte; de Verschynzels en waarschynlyke oorzaaken der Dwarlwinden en Hoozen; eene Vergelyking tusschen de Oude Schotsche en de hedendaagsche Italiaansche Muzyk, enz. - In den Jaare MDCCLIX gaf Dr. franklin, zonder zyn naam, in 't licht, An Historical Review of the Constitution and Gouvernement of Pensylvania; een Geschrift veroorzaakt door de Geschillen, die langen tyd gezweefd hadden tusschen den Gouverneur en de Vergadering van dat Landschap. - In 't Jaar MDCCLX schreef en gaf hy uit een ander naamloos Geschrift, getyteld: The Intrest of Great Britain, considered with regard to her Colonies, and the Requisition of Canada and Guadeloupe. Gelegenheid hier toe gaf het toen gevoerd geschil, of het verkieslyk zou weezen, aan te dringen op den afstand van Canada of Guadeloupe, by het sluiten van eenen algemeenen Vrede. Onze Schryver gaf de voorkeus aan het eerste, en van zyn gevoelen waren, gelyk naderhand bleek, | |
[pagina 391]
| |
de Onderhandelaars by den volgenden Vrede. In den Jaare MDCCLXXIX zag men eene Uitgave in 4to. en 8vo. van franklin's Political, Miscellaneous and Philosophical Pieces; geen van welke voorheen byeen verzameld waren. De Papieren, in deezen Bundel, zyn geschikt in vyf afdeelingen: de eerste behelst Schriften over de Staatkunde in 't algemeen; de tweede Stukken over Onderwerpen in America, eer de Burgeroorlog uitborstGa naar voetnoot(*); de derde, Papieren geduurende den Burgerkryg opgesteld; de vierde betreft alleen het Staatkundige der Americaansche Gewesten; en de vyfde alle zyne Mengelwerken en Wysgeerige Stukjes, die elders niet in druk verscheenen waren. - Onder de Papieren, in deeze Afdeeling, moeten wy niet vergeeten byzonder te vermelden een Stukje, 't welk zyne Landgenooten met veel greetigheids en voordeels lazen, het droeg ten tytel: The Way to Wealth, as clearly shewn in the Preface to an Old Pensylvania Almanack, entitled Poor Richard Improved. Dr. franklin, die, veele jaaren geleden, Poor Richard's Almanack in Philadelphia hadt uitgegeeven; vermeerderde die met veele Spreuken en Gezegden, voornaamlyk betrekking hebbende op Vlytbetoon, Oplettenheid in den arbeid, en Spaarzaamheid: het grootste gedeelte van deeze laatste verzamelde en verwerkte hy in de bovengemelde algemeene Voorreden. - In deeze Afdeeling treffen wy desgelyks aan, eenige byvoegzels tot de Proefneemingen in de Electriciteit, en eene veronderstelling over het NoorderlichtGa naar voetnoot(†). - Met één woord, het doel van deezen grooten Man was, algemeen nuttig te weezen. Zyn Raad aan de Dienstboden; aan die zich in America nederzetten; zyne Regels voor Gezelschappen; - zyne hulpmiddelen tegen het rooken der Schoorsteenen, enz., wyzen ten overvloede uit, dat hy geen Onderwerp te gering voor zyne pen rekende, indien het met mogelykheid eenig nut kon aanbrengen. | |
[pagina 392]
| |
De beroemdste Buitenlanders hebben den Wysgeerigen arbeid van Dr. franklin hoogst bewonderd, en 'er met grooten lof van gesprooken. Signor beccaria, heeft voor zyne keurlyke Verhandeling Elettricismo Artificiale, een Brief aan onzen Wysgeer geplaatst, waarin hy hem aanmerkt als den Vader der Electriciteit; hy spreekt van de Ontdekkingen door hem gedaan, met deeze driftvervoering: ‘Aan U was het gegeeven, de Menschen in die nieuwe Weetenschap te verlichten. Gy waart het, die den Donder van alle zyne verschrikkingen beroofde; en uw veel onderneemende Geest heeft het Vuur des Hemels, 't geen men aanzag als een wapentuig der Almagt, geleerd naar uwe stem te luisteren.’ - ‘Descartes,’ schryft de Ridder de chatellur, in zyn Vertoog de la Félicité Publique, ‘heeft de wetten der Dioptrica, newton die van de Optica, ontdekt; eene groote en heerlyke ontdekking was voor deeze tyden bewaard, en deeze is de Electriciteit; de verbaazende uitwerkzels daarvan hebben het Menschdom op eene hoogte gebragt, gelyk aan die van de Goden der Oudheid, daar franklin, als een andere prometheus, de Kunst gevonden heeft om het Vuur van den Hemel te haalen, en te doen gehoorzaamen aan zyne Wetten.’ De Heer d'alembert verwelkomde hem, by zyne aanneeming tot Lid der Fransche Academie, zinspeelende op franklin's Wysgeerige Staatkundige verrigtingen, met deezen stouten regel,
Dat is: Hy heeft den Hemel den Blixem, den Tyrannen den Schepter ontweldigd. En de Heer dubourg, de eerste Franschman, die openlyk de zaak der Americaanen voorstondt, schreef, onder een Afbeelding van franklin, deeze regelen:
Il a ravi le feu des cieux;
Il fait fleurir les arts, en des climats sauvages;
L' Amerique le place à la tête de ses Sages
La Greque l'auroit mis au nombre de ses Dieux.
't Welk op deezen zin nederkomt:
Hy heeft den Hemel het Vuur ontweldigd;
Hy heeft, in woeste Gewesten, de Kunsten doen bloeijen;
America plaatst hem aan 't hoofd haarer Wyzen,
Griekenland zou hem onder 't getal zyner Goden gesteld hebben.
| |
[pagina 393]
| |
Dr. franklin werd den een en twintigsten van Grasmaand, op het Kerkhof van Christ Church te Philadelphia begraaven, in dat gedeelte, 't welk paalt aan de Arch-street; ten einde een Grafgedenkteken, zo het voor hem worde opgerigt, te voordeeliger stand hebbe. Nimmer hadt men te Philadelphia, een staatlyker bewyzing van de laatste Eere. De zamenloop des Volks, ter deezer gelegenheid, was ontelbaar. Dertig Geestlyken vergezelden de Lykstatie, Lieden van allerlei Rang en Belydenisse volgden dezelve in eene geregelde orde. Alle klokken der Stad maakten een dof geluid, en het Geschut werd losgebrand. De Nieuwspapieren zelfs verscheenen dien dag in den rouw, en niets verzuimde men 't welk ten betoon kon dienen, van de hoogagting der Burgeren, voor zulk een uitsteekend Character. Het Congres beval een algemeenen Rouw, voor een maand lang, in alle de Vereenigde Staaten van America. Dr. smith, Provost van het Collegie in Philadelphia, en Mr. rittenhouse, werden door de Philosophische Societeit benoemd, om zyne Lofreden te vervaardigen; en de Heeren van de Stads Boekery hebben een fraai Gebouw opgerigt, op welks tweede verdieping een Nis is opengelaaten, voor het Standbeeld van derzelver Weldoener, 't welk in Italie zal vervaardigd worden. De Nationaale Vergadering in Frankryk nam, voor drie dagen, den Rouw aan over den Heer franklin, en, op den een en twintigsten van Zomermaand, betaalde de Algemeene Raad van Parys eene Eerschatting aan zyne Nagedagtenis, door het bywoonen eener Lykreden over hem uitgesprooken, door den Abbé fauchet, in de Rotundo, die met zwart behangen, met lampen en kaarssen verlicht, en met op die omstandigheid passende spreuken vercierd was. Met een uittrekzel uit deeze Lofreden, zullen wy dit Leevensberigt besluiten. ‘Gy helderschynend Licht der Vryheid,’ dus liet de Abbé fauchet zich hooren: ‘waarom zou ik u de Groote noemen? Grootheid is maar al te dikwyls de geessel des Menschdoms, welks Geluk te bevorderen, de onaflaatende pooging was van uwe Goedheid. Geniet het Geluk voor u bereid, door uwe Deugden. Het moet zuiver, het moet verheeven weezen, door de heuchlykste nagedagten. Vóór dat de toorts, met welke Gy de Wereld verlichtte werd uitgebluscht, waren 'er duizenden aan ontstooken, die thans het heilig vuur der Vryheid over de geheele wereld verspreiden. | |
[pagina 394]
| |
Hoe klein, hoe schynbaar niets beduidend, is de eerste oorsprong van groote Omwentelingen! Een kop Thee, by uw ontbyt voorgediend, en naderhand het voorwerp geworden van eene drukkende belasting, keerde de oude Gesteltenis van America om. Uw doordringend Verstand, 't geen, met een wydstrekkend oog, het voorledene, het tegenwoordige en het toekomende, doorziet, ontdekte van verre de ketens, welke men voor uw Land smeedde. Uwe Wysheid en Moed zetten u aan om ze te verbreeken, eer zy konden aangelegd en vastgeklonken worden. Door een uitsteekend voorbeeld te geeven, hebt gy alle Volken aangezet, om te besluiten tot het nedervellen van Eigendunklyke Magt. De Franschen, edelmoedig en grootsch, zelfs toen zy hygden onder het juk der Dwinglandye, stonden u met hunne dapperheid en wapenen ten dienste. Vegtende voor de Americaansche Vryheid, leerden zy de Vryheid des Menschdoms eerbiedigen, en werden op de Vryheid verliefd. In elk gedeelte van Frankryk zyn thans Tempels ter eere van die Godinne opgerigt. De meeste Priesters, die hunne Altaaren bedienen, zyn opgekweekt in uwe School. Zie onder hun den Mededinger van washington, de la fayette, wiens bekwaamheden, wiens deugden, wiens opregtheid en Vryheidsmin uitwyzen, hoe veel voordeels hy getrokken heeft van uwe lessen! Eerbiedenswaardige Schim van den grooten franklin, gy moogt nu met een zegenenden lach nederzien op uwen Kweekeling; gy moogt nu den Voorvegter der Menschlykheid, den dapperen Handhaaver der Vryheid in twee Werelddeelen, aanschouwen! Gy zyt de Weldoender geweest van het Heelal! Uw Naam zy eeuwig geëerbiedigd! Mag deeze de troost der ongelukkigen, en de vreugd van alle Vryen, wezen! Wie is meer geregtigd tot onze Dankërkentenisse, ik had bykans gezegd, tot onze Aanbidding? Het was u niet genoeg, aan den Blixem wetten voorgeschreeven, en het woeden des ontzettenden Onweers afgewend, te hebben. Gy hebt het Menschdom een veel grooter dienst beweezen, gy vernietigde den Blixem in de hand der Overheerschers, welken zy gereed hielden, om los te laaten op hunne beevende Onderdaanen. Welk een genoegen moet het u geschonken hebben, dat gy, nog op aarde zynde, de Franschen aanschouwde, zich bedienende van uwe Lessen en van uw Voor- | |
[pagina 395]
| |
beeld; daar zy het haatlyk gevaarte der Dwinglandy nederwierpen, om, op de overblyfzels, het heerlyk Gebouw der Vryheid op te rigten? Met welk een veel grooter verrukking, moet gy nu aanschouwen de verspreiding van dat Licht, 't welk eerst in u opkwam, en van u afstraalde! Welhaast, zal het de wyde wereld overschynen, en de Mensch, zyn eigene waarde gevoelende, zal oog en hart ten Hemel heffen; en zich aan geene Heerschappy, aan geene Wetten, onderwerpen, dan die der Deugd en der Rede. Slegts éénen wensch, heb ik nog uit te boezemen. - Een wensch aan u altoos hoogst dierbaar; een wensch, dien gy steeds koesterde in uwen deugdzaamen en goeddaadigen boezem. - Zeker, die wensch zal voor den Throon van god aangenaamer zyn, daar wy denzelven, in den naam van franklin, uitboezemen, - de wensch: - dat de menschen, vry wordende, ook mogen leeren beter te worden! Dit is de eenige weg, langs welken zy kunnen betoonen der Vryheid waardig te weezen.’ |
|