Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1791

De zonde van overspel, uit een bepaald oogpunt beschouwd, en het onregt, en de schade, die men zyn evennaasten daar door kan aandoen en veroorzaaken, aangetoond.

Er is byna geen Zonde, welke onder groot en klein menigvuldiger en openlyker wordt bedreeven, dan de Zonde van Overspel. Een ieder, die de waereld gezien heeft, en door de verkeering met menschen weet, wat 'er in dezelve omgaat, zal my dit gereedelyk toestemmen. Het begaan van deeze Zonde wordt door veelen slegts aangezien als een Galanterie, eene ten kwaade niets betekenende zaak. 'Er zyn my voornaame getrouwde Lieden, van beide de Sexen, bekend, die 'er schier openlyk voor uitkomen; die op de Concerten, in de Comedie, in de Gezelschappen, ja zelfs in de Kerken, met woorden en door gebaarden toonen, dat de vormoedens, welke men van hunne onbetaamelyke en zondige gemeenzaamheid heeft opgevat, niet dan maar al te waar zyn. Zou men deeze verregaande onbeschaamdheid, en het toeneemen van deeze Zonde, niet veelal daar aan kunnen toeschryven? Voorëerst, dat dezelve thans genoegzaam straffeloos kan worden bedreven; en ten anderen, dat de meeste Menschen dezelfde uiterlyke hoogachting betoonen voor die geen, die voor een Overspeeler of Overspeeleresse bekend staat, als voor Lieden van een onbesproken wandel? En echter kan, ja moet, men de Zonde van Overspel, om deszelfs gevolgen, onder de grootste en onder de zwaarste van alle de Zonden tellen. - Ik zal maar één bewys, onder de menigvuldige die voor handen zyn, ter bevestiging van myn gezegde aanvoeren; - een bewys, waarvan men, ter bestraffing en beteugeling van deeze gruwelyke Zonde, zeer weinig gebruik maakt, en het welk evenwel, myns oordeels, geen van de minste is; - eindelyk een bewys, genomen uit een zeker geval, waarin ik, min of meer, ben betrokken geweest; en 't welk my, ter oorzaake der ongelukkige Kinderen, die, door de gevolgen van het begaan deezer Zonde, eene zeer aanmerkelyke Erfenis hebben verlooren, en daar door tot nypende Armoede zyn gebragt, veel droefheid heeft veroorzaakt.

Door het begaan van de Zonde van Overspel, met de Vrouw van zyn Evennaasten, dringt men immers zeer dikwils één of meer vreemde Erfgenaamen in deszelfs Familie in. Deeze in de daad Onechtelingen deelen met de wettige Kinderen van den

[p. 263]

zo godloos bedrogen Man, die ter goeder trouwe meent, dat deeze ook zyne wettige Kinderen zyn, na zyn overlyden, deszelfs Nalatenschap; of, zo deeze Man geen Kinderen, die uit hem zyn voortgesprooten, nalaat, zo sleepen deeze onwettige Kinderen, eene geheele Erfenis na zich, die anders aan de Broeders, Zusters, of de Neeven en Nichten, van deezen Man, zou te beurt zyn gevallen.

Dit is het nog niet al! Maar hoe dikwils gebeurt het, dat wettige Erfgenaamen, die boven den vierden graad aan iemand bestaan, door tusschenkomst van deeze Onechtelingen en ingedrongenen in eene Familie, die dan quasi een graad nader aan een overleden Bloedverwant, ab intestato, bestaan, worden buiten gesloten. En dit was het geval, 't welk ik bedoelde, en waardoor ik, aan braave, naarstige en Godvrugtige jonge Lieden, eene aanzienelyke Nalaatenschap heb zien ontvreemden, waarop zy eene wettige aanspraak hadden; en welke hen, die zeer bekrompen moeten leeven, en zich zeer naauw, vooral de Meisjes, behelpen, ongemeen wel zou zyn gekomen.

Zie daar, onder anderen, de gevolgen van uwe ontugtigheid, gy Overspeelers en Overspeeleressen; bedenkt dit, en beeft: uwe overgewonne Bastaarden, die ongelukkigen, onweetende dat zy in zonde en ongerechtigheid zyn geteeld, hebben geen schuld aan dusdanig eene diefstal, - aan het berooven van hunne Medeschepzelen. - Neen! deeze misdaad blyft voor ulieder rekening! - voor ulieder rekening alleen! Gylicden moogt het pleegen van deeze gruwelyke Zonde eene Galanterie noemen, die de Waereldsche Rechter, op zyn hoogst, met eene Geldboete straft; maar de Hemelsche Rechter zal deeze misdaad uit een ander, - uit een waar, oogpunt beschouwen; en, zo gy in het begaan van deeze Zonde voortgaat, en onbekeerd sterft, u daar voor gestrengelyk, en naar verdiensten, straffen