Een hoogmoedige dame naar verdiensten behandeld.
(Uit het Engelsch.)
Trotsheid is zo onbestaanbaar met waare Grootheid, als Schoolvossery met waare Geleerdheid. Het staat niet altoos in de magt van verkreegen Rykdom, 't gebrek aan Geboorte, of eene goede Opvoeding, te verhelpen. Laagheid van denkwyze, en aangemaatigde grootheid, zullen zich, by veele gelegenheden, verraaden, en toonen, dat de herkomst van die zich veel laat voorstaan, in de daad, verre te kort schiet by 't geen zy voorwendt. Niet zelden ook ontmoet zy vernederende slagen, en niet onverdiend, gelyk het volgende voorval uitwyst.
Een Dame, op welke de gegeevene beschryving ten vollen past, merkte onlangs, in een vol gezelschap, op, ‘dat, haars oordeels, 'er drie soorten van Menschen waren, de Adel, de Middelstand, en de Diensiboden of het Gemeen; zy mogten, haars inziens, verdeeld worden in Porcelein, Engelsch Aardewerk en Keukengoed!’ - Eene wyl naa het maaken van deeze schoone verdeeling en de met veel zelfsbehaagen uitgeboezemde vergelyking, beval zy den Knegt, die in de kamer diende, de Min beneden te roepen, en te belasten, dat zy het Kind mede afbragt. - Deeze Knegt, gestoord over de evengemaakte onderscheiding, vervoegde zich beneden aan den trap, en riep, met eene stem sterk genoeg om van het geheele gezelschap gehoord te kunnen worden, Keukengoed! breng het kleine Porcelein beneden! - In de kamer te rug keerende, bedreigde hem zyne Meesteresse, dat zy hem wegens zyne onbeschoftheid veelligt den zak zou geeven. ‘In de daad, Mevrouw,’ sprak hy, ‘gy kunt die moeite wel bespaaren: want ik gaa onmiddelyk heen!’