Mengelwerk, tot fraaye letteren, konsten en weetenschappen, betrekkelyk.
Regelen, ter bestuuring van den yver op den predik-stoel.
1. Denk, by het maaken van uw opstel, niet aan een byzonder persoon, en zoek het kwaad niet op, om het op den Stoel ten toon te stellen; beschouw het niet als iets, 't welk dadelyk bestaat, maar alleen mogelyk is, en behandel het zoo, als of gy het niet anders, dan uit de schoole der Zedekunde, had leeren kennen.
2. Word by het bestraffen van de Zonden niet personeel.
3. Denk niet, dat de yver van den Heere Jezus door u in alles moet worden nagevolgd. Hy, de kenner der harten, had veel, 't welk aan zyn karakter alleen eigen is.
4. Leg u toe, om de schuldigen door uwe bestrassingen te roeren, opdat zy zich schaamen mogen; maar maak hen niet, door uwe handtastelyke verwytingen, onbeschaamd.
5. Wanneer gy yvert, ontdek dan uwe zwakke zyde niet. Laat de yver voor den Godsdienst niet in een Temperaments-yver veranderen; en maak niet, door bestendige en scherpe verwytingen, de schuldigen afkeerig van uw voorstel.
6. Maak een bedagtzaam onderscheid tusschen waaren ernst, en het onheilig vuur van kwalyk bestuurde drift. Gebruik zulke woorden, welke genade en stichting aan uwe hoorders geeven kunnen, en bewyzen zyn van uwe heerschende bedoeling, om u door de openbaaring der Waarheid te veraangenaamen aan de gemoederen der Menschen, als in de tegenwoordigheid van God, en hunne harten voor den Heer te winnen.
7. Zie wel toe, om nimmer over de staatkundige geschillen van uwen tyd op den Stoel der waarheid te spreeken. Gy staat in den dienst van eenen Heer, die zoo plegtig verklaarde: ‘Myn Koningryk is niet van deze Waereld,’ die in de dagen van zyn vleesch, wanneer men zyne beslissing vroeg over het een of ander stuk, of zyn