beeld ik my, voldoender kunnen beantwoorden, en genoeg natuurlyke reden kunnen geven, waar het by toekomt, dat veelal goede zaken zo weinig gelukken. - Wanneer men oplettend agt geeft op de handelwys der meeste Menschen, dan zal men de oorzaak daarvan niet ver behoeven te zoeken: maar de schuld by hen vinden: Zy zyn het zelve die volstrekt te wege brengen, dat vele zaken onmogelyk goed kunnen uitvallen. - Velen, ja de meesten, mogen bezield zyn met de beste inzigten, zy zyn nogthans vol driften, en vergunnen zich den tyd niet, dat de zaak hare behoorlyke rypheid kryge. - Anderen in tegendeel zyn al te traag en te slaphartig, om de ware belangens eener zaak te behartigen en voort te zetten - hier van daan dat zo vele goede zaken kwalyk worden aangelegd, en wegens eenen kwaden aanleg onmogelyk gelukken kunnen. Dit is het natuurlyk gevolg, wanneer men te driftig werkt, of te vroegtydig eene zaak wil uitvoeren; men legt ze dan verkeerd aan, en op deze wyze worden duizend schone oogmerken te leur gesteld. - Zo ook, als men wegens traagheid, slaphartigheid of uit vrees, de aangeboden gelegenheden laat voorbygaan; dan moeten de beste zaken, de heilzaamste oogmerken, in eeuwigheid wel mislukken. - Hoe vele en welke voortreffelyke zaken heb ik niet zien bederven,
welke schone voornemens niet zien verydelen, louter door eenen onverantwoordelyken aanleg. - Hier van zou ik in staat zyn een gantsch register op te tellen. - Dan een yder ga zyn eigen, en het gedrag van zynen evenmensch, nauwkeurig na; - ik houde my verzekerd, hy zal ras deze waarheid door eene menigte voorbeelden bevestigd vinden.
Wat baat het, wat voordeel zal het aanbrengen, dat iemand een uitmuntend man zy, dat hy in grootheid uitblinke boven zyne natuurgenoten, dat hy aanzien en gezag hebbe; wat helpt het iemand, dat hy een geleerd, een welsprekend rededenaar, een bekwaam Wysgeer, een welgeoefend Letterkundige, een diepdenkend, een welbedreven, Theologant zy, indien hy, met alle die schone bekwaamheden, met alle die uitmuntende begaafdheden, met alle die fraye tytels, nogthans een bedorven hart bezit, een hart, overgegeven aan de driften, ten prooy gegeven aan bedorven neigingen? - Zo de uitgangen van zyn hart ondeugend zyn, en zyn gemoed ledig is van gevoelens van eer, is dat alles van geene wezenlyke waarde voor zodanig een mensch. - Dat men derhalven boven alle dingen zyn pligt leere; dat men zyne verkeerde neigingen bestryde, en leere over zich zelven bestier te voeren. - Het vermaak, aan pligt, aan beginzels van deugd, aan zuivere gemoedsneigingen, verknogt, is het grootste vermaak, dat men genieten kan; terwyl wroeging aan misdryven onafscheidbaar verbonden is.