vlokken, die maar weinige waren, zyn gesmolten, en - verliezen zich in kronkelende beeken. - De dampkring verspreidt en breidt zich uit: - de aangename Winden komen ten voorschyn, vervrolyken de Aarde, en - geeven haar het leeven en de beweeging weder. - De blyde Landman aanschouwt de herboren natuur; hy voert zyne sterk gespierde Ossen uit den warmen stal; en geleidt hen in het jong uitbottend groen der velden: en ook soms, ter plaatse daar het nuttige ploeg-yzer gebezigd wordt; daar hy, door middel van het blinkende staal, de Aarde doorsnydt, en - dus de netgeschikte vooren vormt: terwyl zyn gehoor zich verlustigt in den overheerlyken zang der schoone Leeuwrik, die - al klapwiekende ten hoogen Hemel opstygt, en - op de dunne lucht zweeft.
Nu begint de Landman het Aardryk met afgemeeten passen te doorloopen; werpende het zaad, in den vruchtkweekenden schoot der Aarde; en - zie daar, - het eerste Tooneel van het aanminnig Jaargetyde. - De nyvre Bouwman heeft zyn taak volbracht: nu verwacht hy den vruchtbaarmakenden dauw, de zachte Regenvlagen, en - de alles koesterende stralen der Zon, van Hem die ieder jaargetyde kroont met zyne goedheid. - Nu schieten de leevenwekkende stralen der Zou in de ingewanden van het Aardryk, en dringen tot de donkerste schuilhoeken der groejende waereld door. - De aangename warmte verspreidt zich, in - een aantal uitbottende planten; en doet het Aardryk, door duizenden van verschillende coleuren, eene prachtige, eene heerlyke, vertooning opleveren, door eene mengeling van licht, en schaduw met elkanderen. - Alles lacht het oog des aanschouwers van alle kanten toe; en - hy verwondert zich met eerbiedigheid tevens: daar hy ziet, hoe alles zich langzaam ontwikkelt. Hoe schiet reeds voor 't Vee de tedere grasscheut uit, - en - hoe spruit het brood, nog in den halm besloten, uit de Aarde voort: terwyl de jeugdige knoppen van het geboomte zich, van tyd tot tyd, als ontploojen; daar intusschen het aangenaam gezang der boschbewoonderen alle harten begint te streelen, door hunne onderscheidene wyzen; laatende, uit het loof, hunne schelle stemmen hooren. Ja! - hoe wordt hier de mensch getroffen over de diepe kalmte, welke 'er heerscht! - De toonen van den Nachtegaal, die van verre rollen; - het verliefd snavelen der Vo-