hoe dieper, in den slokdarm vastdrukte. Men nam dan andere dingen by der hand, de Lyder slokte een taamelyke hoeveelheid boomoly in, het geen voor eenige oogenblikken verzagting aanbragt, maar niets meer: Hy gebruikte laauw water, waar in een goed gedeelte keukenzout gesmolten was, dit verwekte walging, en vermeerderde daar door de pyn aldergeweldigst. Twee nagten en den volgenden dag wierden zeer onrustig en pynelyk doorgebragt, waarop de Lyder door een Vriend geraaden wierd, een langwerpig stukje versch raauw spek, waardoor een stevige draad gestoken en aan het eind behoorlyk vastgemaakt was, door te zwelgen, het welk men vervolgens weder op konde trekken, en op die wyze de vastzittende graat uit den slokdarm haalen. Na eenige zwarigheden, die de Lyder daar tegen inbragt, wierd deeze, gewis zeer moeielyke, geneeswyze ondernomen, en het gevolg daar van voldeed naar wensch.
Men had uit groote voorzigtigheid een vry stevige draad maletkoord gebruikt, dezelve door een stuk versch spek, van omtrent een en een half duim lengte en een half duim dikte, gestooken, en aan het einde met een strik en knoop bevestigd, het doorzwelgen daarvan ging nog al vry gemakkelyk toe, doch het weder uittrekken geschiedde niet zonder de verschrikkelykste benaauwdheid en allerhevigste pyn; maar men bevond, tot groote blydschap van den Lyder en alle de Omstanders, dat een stevige, meer dan een duim lange graat, waaraan een kleine weerhaak zig bevond, in het stukje spek vast zat, en de Lyder, binnen weinige uuren, van alle verdere ongemak bevryd wierd.