Waarneemingen en vorderingen in de starrekunde, gedaan in den jaare MDCCXCI, volgens de opgave van den heer J.C. de la Métherié.
(Journal de Physique, Jan. 1791.)
Het getal der Comeeten is nog onbekend. Eene optelling maakende van die men, op verschillende tyden, heeft waargenomen, vindt men een zeer groot getal; en de Wysgeeren hebben, in gevolge van verschillende veronderstellingen, dit getal nog zeer veel vermeerderd. Lambert veronderstelde een Millioen Comeeten.
Maar, in de Starrekunde, gelyk in alle andere deelen der Natuurkundige Wysbegeerte, heeft men alle veronderstellingen verbannen, en na wel beweezene daadlyk bestaande Voorwerpen gezogt. In 't Jaar MDCCXC heeft men drie Comeeten gezien, welke, gevoegd by de zes en zeventig wel bekende, ons verzekeren, van het bestaan van negen en zeventig Comeeten.
Mejuffrouw herschell ontdekte den 7 January een Comeet in het Gestarnte Pegasus.
Den 9 January nam de Heer mechain eene tweede waar, in het Snoer der Visschen. Deeze is de achtste Comeet door dien bekwaamen Starrekundigen ontdekt.
Eindelyk heeft Mejuffrouw herschell een derde Comeet ontdekt in 't Gestarnte Andromeda, op den 17 April. De Heeren mechain en messier hebben dezelve waargenomen tot den 28 Juny.
Men heeft derzelver Loopkring berekend in het benedenste gedeelte; maar men weet den Omlooptyd deezer Comeeten niet, en kan denzelven niet weeten, voor dat zy ten tweedemaale wederkomen.
De Starrekunde is elk Jaar nieuwe ontdekkingen verschuldigd aan den Heer herschell. De gewigtigste, welke hy, in 't jongst verloopen Jaar, gedaan heeft, betreft den Ring van Saturnus. Deeze was toen zeer weinig zigtbaar; dewyl dezelve alleen van ons op den kant in de dikte gezien wordt. De Heer herschell heeft dien Ring waargenomen, met zyn groote Telescoop van veertig voeten. Hy ontdekte op dien Ring een genoegzaam lichtend punt om hem te doen zien, dat dezelve eene beweeging heeft op zichzelven, rondsom de Planeet. Die omdraaijing