| |
De uitwerkzels van nvd en jalousy, voorbeeldlyk geschetst.
Eene Geschiedenis.
(Uit het Engelsch van den Heer cumberland.)
Wy hebben zo veel gehoord van de treurige Uitwerkzelen der Jalousy, dat ik my onlangs niet weinig vermaakt vond, door een Verhaal, my medegedeeld van een Heer, die gelukkig geneezen werd van zyne Jalousy, zonder eenige van die treurige omstandigheden, welke, maar al te dikwyls, uit die Gemoedsdrift ontstaan, zelss dan, wanneer dezelve ongegrond is. Naardemaal de Jalouzy van dien Heer van deezen stempel was, heb ik te meer zin om zyne Geschiedenis te verhaalen, (met genoegzaame voorbehoeding, wat de Naamen en Persoonen betreft) dewyl 'er eene Zedeleerende regtmaatigheid is in de ontknooping, die behaagelyk zou weezen zelss in eene vercierde Geschiedenis; en
| |
| |
dubbel behaagelyk wordt, wanneer wy dezelve in het daadlyk leeven aantreffen.
De Heer paul testy, acht en veertig Jaaren bereikt hebbende, trouwde de schoone louisa in haar achttiende Jaar. Men vindt Ouders, die schynen te denken, dat een zogenaamd wel uithuwelyken, wat de bezittingen betreft, vergoeding kan opleveren, voor een zeer wyd verschil van Jaaren; louisa's Ouders dagten in diervoege over het stuk.
Eene ongehuwde Zuster van den Heer paul, verscheide jaaren jonger dan hy, hadt eenigen tyd vóór zyn Huwelyk met louisa zyne Huishouding bestuurd; en dewyl deeze jonge Juffrouw eene wonderbedreevene Huishoudster was, en daarënboven een vry goed onaf hangelyk kapitaal bezat, nam de voorzigtige Baronet zyne maatregelen zodanig, dat zy by hem zou blyven woonen; onder voorwendzel, van de onbedreevenheid der jong getrouwde te gemoet te komen, voerde zy het huislyk bestuur zo volstrekt als immer.
Naardemaal Juffrouw rachel beter te vrede zou geweest zyn op haar Broeder, hadt hy eene Vrouw gekoozen van minder schoonheid en meer middelen dan louisa aanbragt, valt 'er zeer aan te twyfelen, of zy naa zyn Huwelyk wel by hem zou gebleeven zyn, was zy niet vry verre heen geweest in een liefdehandel met een jong Heer, wiens aanzoeken, schoon in de daad op haar middelen gemunt, zy geloofde dat in opregtheid haar Persoon betroffen. - Deeze jonge Heer, dien ik den naam van lionel zal geeven, was ongetwyfeld een voorwerp de opmerking wel verdienende van eene Juffrouw in de omstandigheden van Mejuffrouw rachel; by eene schoone gestalte en een inneemend voorkomen, was hy van eene aanzienlyke geboorte; zynde een jonger Zoon van den Lord mortimer, een oud eerwaardig Pair des Ryks, die op zyn Familie's Landgoed zich met zyn Gezin onthieldt; 't zelve lag slegts weinige mysen van dat des Heeren paul, zy waren vrienden en bezogten elkander dikwyls. Lionel hadt zyn Vader veel kwelling veroorzaakt door jeugdige verkwisting en een spoorloos gedrag, groote sommen hadt deeze opgeschooten, om hem uit zyne schulden te redden; maar de middelen van den ouden Lord middelmaatig en vast gemaakt zynde op diens oudsten Zoon, was lionel genoodzaakt geweest zyn Krygspost te verkoopen, en nu t'huis te leeven, geheel van zyn Vader afhangende, met een zeer schraal zakgeld.
Geen wonder, dat lionel, die zyne eigene bekrompene omstandigheden maar al te zeer gevoelde, om eenig voeglyk redmiddel niet ter hand te neemen, gaarne zyn vervallen fortuin, door een voordeelig Huwelyk, wilde herstellen; en schoon Juffrouw rachel wel juist de Dame zyner verkiezinge niet was, bedagt hy zeer wyslyk, dat zyne omstandigheden hem het vermogen, om geheel naar zyne verkiezing te handelen, benamen. Tot dit middel van herstel, werd hy ook sterk aangespoord door zyn Vader,
| |
| |
aan wiens wenschen hy gaarne wilde voldoen, niet alleen uit hoofde van pligt, maar ook, om eenige vergoeding te doen voor de vroegere moeilykheden. Ten deezen tyde stonden de zaaken op een goeden voet, en 'er valt niet aan te twyfelen, of de party zou geslooten geworden zyn, was het Huwelyk van den Heer paul niet tusschen beide gekomen; doch, dewyl Mejuffrouw rachel, om boven opgegeeven reden, besloot, by haar Broeder te blyven, werd de verkeering tusschen de Gelieven hervat, zo ras de Heer paul zyne louisa in huis gebragt hadt, en alles genoeg in orde was, om de bezoeken van Vrienden en Nabuuren ter gelukwensching te ontvangen.
Ten deezen stonde werd de ongelukkige rachel een slagtoffer van de plaagendste aller menschlyke driften; haare Behuwd-Zuster bezat duizend bevalligheden, en zy ontdekte schielyk, of waande te ontdekken, dat lionel's aandagt getrokken wierd door een schooner voorwerp dan zy zelve. Dit gaf haar de sterkste beweegredenen om een waakzaam oog geslaagen te houden op louisa's gedrag; het is eene bestendige eigenschap der Jalousy, alle voorwerpen, welke zy in 't oog krygt, te vergrooten en te miskleuren. Eenigen tyd, nogthans, bedwong zy zich binnen de paalen van voeglykheid; nu en dan eene zydlingsche aanmerking voorzigtig aangevoerd by wyze van raadgeeving, was alles wat zy waagde; maar deeze aanduidingen werden door louisa, wier onschuldige vrolykheid na dusdanige vermaaningen niet luisterde, zo weinig in agt genomen, dat ze nu en dan op een ernstiger toon begonnen te klinken: wanneer die aanmerkingen in scherpheid toenamen, begon louisa een weinig kwaadaartig vermaak te scheppen in haar Zuster te kwellen, en gedroeg zich zodanig omtrent lionel, als zy misschien nooit zou gedaan hebben, hadt rachel's Jalouzy haar daar toe niet uitgelokt: zy was nog onschuldig; doch in zo verre onvoorzigtig, dat zy rachel's boosaartigheid in de hand werkte, die nu de zaaden van misnoegen, in 't ligt ontsteekbaar hart haars Broeders, begon te zaaijen.
In een dier hortende gesprekken, welke nu veelvuldigmaalen plaats greepen tusschen de Zusters, besloot rachel, naa over het oude onderwerp zich met eenige bitsheid uitgelaaten te hebben, haare lessen met eene menigte betuigingen van belangneeming in, en yver voor, louisa's geluk, en bragt, als eene verdeediging voor de vrymoedigheid haarer raadgeevingen in 't midden, dat zy aanspraak hadt op wat meerder Wereld- en Menschkunde, door ondervinding opgedaan, dan de andere was ten deele gevallen. Waarop louisa met eenige scherpheid antwoordde: ‘'t Is waar, gy hebt meer jaaren in de Wereld geleefd dan ik.’ Eenige weinige misschien, antwoordde rachel. - ‘Zo veel of zo weinig als het u behaagt te bekennen,’ voerde louisa haar te gemoet; met byvoeging: ‘dit is één, onder verscheide voordeelen, die gy op my hebt, en waarop gy al te edelmoedig zyt om op te roemen, en ik te nederig om des smert te gevoelen.’ - Wat
| |
| |
hier van ook zyn moge, sprak rachel, gy zult my toestaan aan te merken, dat gy dubbel gehouden zyt, u voegelyk te gedraagen; gy zyt eene getrouwde Vrouw.
‘Misschien zal die eigenste omstandigheid een bewys van myne onvoegelykheid zyn.’
Hoe dat, Mevrouw! ik durf zeggen, dat myn Broeder, de Heer paul, geen kwaade party voor u was; althans ik kan getuigen, dat gy van uwen kant wel eenige moeite aangewend hebt om hem te krygen.
‘Wel, myn waarde Zuster,’ zeide louisa, met eene gemaakte onverschilligheid, ‘naa zoo veel moeite is het niet vreemd, dat ik een weinig wensch uit te rusten.’
Onvoeglykheid laat geen rust toe; gezondheid, eer, geluk, worden 'er aan opgeofferd; zy krenkt de agting eener Huisvrouw, en knakt de genegenheid van een Egtgenoot!
‘Hou u gerust!’ riep louisa, ‘indien gy geen oorzaak geeft om de genegenheid van een Egtgenoot te verwyderen; ik zal zorg draagen dat 'er geene gelegenheid gegeeven worde om de agting eener Huisvrouwe te kwetzen’
Op dit oogenblik tradt de Heer paul binnen, en, uit het gelaad der Dames, wel kunnende opmaaken, dat zy het niet volkomen eens met elkander waren, vroeg hy louisa, ernstig, waarom zy zo donker zag.
‘Ik zou,’ sprak louisa, ‘donker zien ten gevalle van myn gezelschap; maar ik heb een zo zuiver geweeten, en zo vrolyk een hart, dat ik geen donkerheid in 't gelaad kan zien, zonder daar over te lachen!’
Zy zeide dit met een oogslag derwyze op rachel gevestigd, dat de Heer paul in de toepassing niet kon mistasten. Louisa hadt de kamer niet verlaaten, of 'er volgde eene uitlegging tusschen den Broeder en de Zuster; in welke rachel-zulk een groote gifte deedt van haare eigene vergiftigende Jalousy, en in 't hart van den Heer paul stortte, dat hy, op de aankomst van Lord mortimer, welke hem juist in dat tydstip werd aangediend, het schielyk besluit nam deezen Heer te verstaan te geeven, hoe het voor zyn huislyk geluk noodig geworden was, den Heer lionel te verzoeken, om zyne bezoeken, ten zynen huize, te staaken.
Met deeze indrukken en met eenen ontrusten geest. tradt de Heer paul in zyn Boekvertrek, waar Lord mortimer hem zat op te wagten, in een niet min belemmerden staat; gedagt hebbende om eene Egtverbintenis tusschen de beide Familien voor te slaan, en te polsen hoe de Heer paul zou denken over een Huwelyk, tusschen zyn Zoon lionel en Mejuffrouw rachel.
Wanneer de eerste pligtpleegingen volbragt waren, 't welk vry lang aanhieldt, dewyl beide de Partyen strikte onderhouders waren der oude regelen van Welleevendheid, begon zyn Lordschap, op zyne gewoone wyze, om van verre te verneemen op welk een grond hy zich bevondt; dan zyn gelaad in een plooi van
| |
| |
ernsthaftigheid en beraad gezet hebbende, begon hy in deezer voeges ‘Indedaad, Mynheer paul, ik moet u verklaaren dat weinige dingen in dit leeven my meer vermaaks schenken, dan te bemerken, dat myn Zoon lionel uwe Familie zo dikwyls bezoekt.’ - De Baronet, wiens ziel, ten deezen stonde, niet in staat was om agt te slaan op eenig ander denkbeeld, dan 't geen betrekking hadt op zyne eigene Jalousy, stondt geheel versteld op deezen onverwagten voorflag, en was verlegen wat daar op te antwoorden; eindelyk, naa lang marrens, en op een toon van kwalyk gepaste boertery, gaf hy te verstaan: ‘wel te gelooven dat 'er ééne Persoon in zyne Familie was, aan wien de bezoeken van den Heer lionel wonder bevielen: en dewyl dit een onderwerp was 't geen hy zeer ter harte nam, ja het eenige waarvan de Eer en het Geluk van hem en zyne Familie afhingen, kon hy zyne Lordschap verzekeren, dat hy met gretigheid de gelegenheid aangreep om tot eene verklaaring te komen, welke hy hoopte dat zo vertrouwelyk zyn zou van de zyde zyner Lordschap, als van zyn kant.’ - Daar was iets in de wyze van voordragt van den Heer paul, zo wel als in de woorden zelve, 't welk de erflyke hoogmoed van den ouden Lord ontrustte, die, zich met veel ernsthaftigheid oprigtende, den Heer paul betuigde, ‘dat hy voor zyn Zoon lionel dit te zeggen hadt, dat mangel aan Eer nooit onder diens gebreken behoorde; ja dit kon nooit strafloos ten laste gelegd worden aan eenig Lid van zyne Famielje; en dat hy, om eenig verwyt van die soort te voorkomen, gegrond zynde op zyns Zoons geduurig oppassen van zekere Dame, deeze zamenkomst verzogt hadt om 'er met zyn goeden Vriend en Nabuur over te spreeken.’
Dit zeggen strookte zo zeer met de opvatting waar van den Heer paul vol was, dat hy onmiddelyk uitriep, ‘Ik zie uwe Lordschap is niet onkundig van iets, dat maar al te zeer in 't oog loopt van een ieder, die in dit huis verkeert: maar, dewyl ik weet dat uwe Lordschap een Man is van de kieschte Eer in uw eigen Persoon, zal ik my hoogst aan u verpligt rekenen, als gy uw Zoon beduidt om dergelyke beginzels aan te neemen, ten opzigte van zekere Dame onder dit dak, en hem te vermaanen af te laaten van die oppassingen, die gy zelve bemerkt hebt, en waarvan ik, om u de waarheid rondborstig te belyden, geen ooggetuigen kan zyn, zonder den grootsten hinder en het uiterst misnoegen.’
Op deeze woorden rees de oude Lord, zo vlug als zyne jaaren wilden gehengen, van zyn stoel op, en sprak op den verzekerendsten toon. - ‘Mynheer paul testy, indien dit uw wensch en begeerte is, dan betuig ik u is het de myne ook: myn Zoon zal zyne Bezoeken hier ten Huize nooit herhaalen; stel uw hart gerust; lionel mortimer zal u, noch de uwen, geene verdere stoorenis geeven!’
De Baronet antwoordde. ‘Mylord, ik voel my doordrongen
| |
| |
van een diep gevoel van uw loflyk oogmerk, en de warmte met welke gy u hebt uitgedrukt over een Onderwerp, zo allernaauwst verknogt aan de rust myns gemoeds: gy hebt myn hart ontlast van een zwaar pak, en ik zal 'er u altoos voor danken!’
‘Mynheer,’ hernam de Lord, ‘'er is meer dan genoeg gezegd over dit onderwerp. Ik durf zeggen, myn Zoon zal deeze zyne te leurstelling wel te boven komen.’ - ‘Dat durf ik u verzekeren!’ zeide de Heer paul, en voegde 'er by: ‘Ik heb ook geen twysel aan 't wel slaagen der onderneemingen van den Heer lionel: ik hoop alleen dat hy ze omtrent een ander Voorwerp zal te werk stellen.’
Lord mortimer murmelde eenige dingen by zich zelven, welke de Heer paul niet hoorde, en waarop hy misschien niet lette, en nam spoedig zyn afscheid. - Wanneer wy den Leezer deezes voorvals zeggen, dat Mejuffrouw rachel nooit, zelss niet in 't allerminste, van haare geneigdheid voor den Heer lionel ontdekt hadt aan haaren Broeder, integendeel hadt zy alles ten zorgvuldigste voor hem verborgen gehouden, zal dit misverstand niet onnatuurlyk, of ontbloot van waarschynlykheid, voorkomen.
Lionel, wiens kleine galanterien met louisa zo verre niet gegaan waren, dat ze eenigen indruk op zyn hart gemaakt hadden, was ligt af te brengen van zyne Liefde tot Mejuffrouw rachel, die meer haar beurs dan haar Persoon goldt: weshalven hy zich gereedlyk kon schikken naar het afscheid, zo gemaklyk door zyn Vader verworven, en hy gehoorzaamde, zonder moeite, aan het Vaderlyk bevel, om geene bezoeken meer ten huize van den Heer paul testy af te leggen.
Aan de Dames, ten diens huize, hadt dit wegblyven een alzins vreemd en onoplosselyk voorkomen. De Heer paul hieldt het geheim geheel voor zich zelven, en sloeg louisa met Argusoogen gade: wanneer hy ontdekte dat zy het niet komen van den Heer lionel zich niet meer aantrok, dan dat ze zich eene vlugtige aanmerking liet ontglippen, dat hy elders meer vermaaks zou vinden, begon hy zyne Jalousy te laaten vaaren, en kreeg meer lusts.
Geheel anders was het gesteld met de ongelukkige Juffrouw rachel; haar hart stondt de grootste folteringen uit: want, schoon zy natuurlyk moest veronderstellen, dat haars Broeders Jalouzy de oorzaak was van lionel's wegblyven; kon zy nogthans zyn geheel stilzwygen, ten haaren opzigte, niet anders oplossen, dan door de veronderstelling, dat louisa's aantreklykheden zyn hart geheel van haar vervreemd hadden: eene ondraaglyke veronderstelling! Dag aan dag verliep 'er in angstvolle verwagting na een Brief. die haar deeze wreede veragteloozing ontvouwde. Geen Brief kwam 'er. Alle gemeenschap tusschen de Familie, en die van Lord mortimer, was asgebrooken. Geene kundschap kon van daar opgedaan worden: en op alle naavraagen, als zy van verre waagde aan haar Broeder voor te stellen, antwoordde hy zo kort, koel en droog, dat zy 'er niets uit kon opmaaken.
| |
| |
Wanneer hy intusschen, van tyd tot tyd, meer en meer met louisa bevredigd werd, nam zyne koelheid omtrent zyne Zuster toe, die nu te laat ontdekte, welke de heillooze gevolgen waren van zich in zaaken tusschen Man en Vrouw te steeken; zy verweet zich zelve ten sterksten haare gereedheid om diens Jalousy aan te vuuren.
Terwyl zy zich met dusdanige overleggingen aspynigde, en toen louisa reeds scheen vergeeten te hebben dat 'er ooit zulk een Persoon als de Heer lionel bestondt, verspreidde 'er zich een gerugt, dat hy gereed stondt om met een Dame van rang en middelen in den echt te treeden, en dat hy met Lord mortimer, ter voltrekking van dit Huwelyk, naar de Stad vertrokken was. - Deeze slag ontbrak 'er alleen aan om Juffrouw rachel geheel wanhoopig te maaken; in eene vlaag van vervoering, aan kiankzinnigheid grenzende, ging zy na haar kamer, sloot zich op, en gaf lugt aan haare drift, door een brief te schryven, vol klagten en verwyten, welken zy aan een vertrouwden Brenger overgaf, men volstrekten last om dien den Heer lionel in eigen handen te geeven, en met antwoord te rug te keeren. De Boodschap werd naar de letter volbragt, en zy ontving het volgend antwoord.
mejuffrouw!
‘Ik ben niet min verwonderd dan aangedaan over uwen Brief. Indien uw Broeder U zints lang niet onderrigt heeft van zyn gesprek met myn Vader, heeft hy zo onregtmaatig omtrent U gehandeld als omtrent Lord mortimer en my. Toen myn Vader den Heer paul ging opwagten, met het bepaald oogmerk om hem te onderhouden over de hoop die ik had om met U eene Egtverbintenis aan te gaan, en deswegen een voorslag te doen, ontving hy éénsslags zulk een kort en volstrekt afwyzend bescheid, ten mynen opzigte, dat ik, hoe zeer het my griefde, niet anders doen kon dan 'er my stil aan te onderwerpen, en my onthouden van eenig bezoek by eene Familie, waar men my als een onaangenaame Indringer beschouwde.
Wanneer ik u de waarheid verzeker, van het gerugt door u gehoord, en u berigt, dat ik deezen morgen getrouwd ben, zult gy het my wel kunnen vergeeven, dat ik thans 'er niet meer byvoeg, dan dat ik de eer heb van uw onderdaanigste Dienaar te zyn,
lionel mortimer.’
Het ontvangen van deezen Brief bluschte op eens alle hoop uit. De troostlooze Juffrouw rach l werd een der élendigste onder de Menschen. Naa, in een vlaag van woede, tegen haaren Broeder uitgevaaren te hebben, verliet zy zyn huis, met oogmerk om 'er nooit weder in te komen; zonder een bepaald plan waar zich neder te zetten En terwyl zy, by vlaagen, naauwlyks gezegd kon worden by haar verstand te weezen, zwerft zy van plaats tot plaats, om die rust te zoeken, welke zy met geene mogelykheid kon vinden. Waar zy komt verstrekt zy ten droeven toonbeeld van te leurgestelden Nyd en zelfplaagende Kwaadaartigheid. |
|