Het Geheeläl is een allerontzaggelykst gevaarte, en ik geloof niet dat 'er iemand zyn kan, die, het zelve met eenige oplettendheid betragt hebbende, zich niet moet verbazen, en in verwondering als wegzinken over de grootheid van deszelfs Maker? - Men verlustigt zichzelven in deze overdenkingen! - Het Heeläl is een toneel van wonderen, in alle welke men een aantal van bewyzen ontdekt, voor de alles te bovengaande oneindige Magt; voor de ondoorgrondelyke diepte der Wysheid; voor de onnaspeuilyke wegen der kennisse van den oneindigen Schepper; die te wonderbaar is, om door een eindig vernuft volkomen gekend te worden. - Het Geheeläl is eene onuitputtelyke bron, die de scherpzienste Natuuronderzoekers nimmer zullen uitputten. - Oneindige Schepper! wat zyt gy groot, die een werk gewrogt hebt, dat 's menschen vernuft zulk een' ryken voorraad van bespiegeling verleent!
Uit voorgaande misslagen leert de mensch, wanneer hy oplettend genoeg is, best zyne gebreken verbeteren; dan geene beter dan die van anderen zyn in staat om ons te leeren, en tot voorzigtigheid op te spooren. Want, uit eigenliefde, gebeurt net dikwyls, of dat wy onze eigen mislagen niet bemerken, of dat wy, al worden ze ons door anderen onder 't oog gebragt, te weinig edelmoedigheid bezitten, om ze dadelyk voor misslagen te erkennen. Wy bedekken niet zelden onze gebreken, en trekken voor onze misslagen het harnas aan.
Hoe menig wel opgepronkt hoofd is van een jammerlyk slegten inboel voorzien! Welgepoederde lokken zyn geene bewyzen van een fraai vernust. - Eer zou men de dikverwarde hairbossen houden kunnen, als tekens van verwarde herzengestellen. - Het piepend en huppelend Saletpopje, het hooiligt Jonkertje, met zynen verwarden bol en met zyn vlasbaardje, loopt in een lugtig zomerkleedje, al zingende, trippelend, over straat; is zo vief of levendig, dat men ieder oogenblik verwagt dat hy zal gaan vliegen. - Zyn verstand is even vlug en ligt; het heele manneke weegt geen aasje zwaarder dan een ligte pluim; en, even gelyk een danzende mug om de kaars vliegt, kan men hem heen en weer zien springen en dansen om de mooi opgeschikte Salet-Juffertjes. Dit doet hy veelal om zyne viefheid te toonen, met zyn schitterend gewaad te pronken, en met zyne witgepoederde vlerkjes rondom het Jufferschap, en langs de trotsche, pronkende en lagchende Coquetten, te vliegen, en te fladderwieken.
C. v.d. G.