gen, dan hy den beminnaaren van Staatkundige Schriften, met de uitgave van deeze verminkte, en zonder oordeel zamengelapte, Vertaling gedaan heeft.
Dat wy met deeze Aanmerking den Vertaler geen onrecht doen, kan uit het volgende blyken: - de smaak dezer Wetenschap, (zegt hy bladz. 86. §. 115.) wakkerde dan aan, en nu voegde men de afzonderlyke Beschryvingen der Ryken by elkanderen, en de eerste algemeene Historie, hoe gebrekkig ook, zag het licht: - tot dat conring het besluit nam om ook de Staatkunde op de Hooge School te leeraaren, helmstad en otto breide deeze Wetenschap meer en meer uit, en het is de laatsten wien wy in dit vak wel het meeste verschuldigd zyn. Wie ziet hier niet hoe de Vertaler Algemeene Historie en Staatkunde met elkanderen verwart, en hoe hy helmstadt, eene Universiteit in den Nedersaxischen Kreits geleegen, voor een Professor schynt aan te zien, gelyk otto was, zonder eenig gewag te maaken van den laatsten, dat hy nam. de eerste was, die de bronnen opgaf, waar uit hy geschept had?
Bladz. 90. § 119. Zegt hy, dat Aantekeningen, die meest uit getallen bestaan zeer nuttig zyn, mits dezelven door eenen busching, schlözer, sprengel, riesbeck, enz. zyn opgesteld: deeze laatste echter, dien hy ook (§ 76. in not.) bisbeek noemt, word van veele Staatkundigen, met het meeste recht, over zyne Briefe eines Franzosen, beschuldigd dat zyne opgave in getallen meest altyd à la francaise, dat is zeer onnauwkeurig en onzeker, zyn.
Bladz. 92. § 120. plaatst hy (misschien tot opheldering) onder de Werken van schlozer, sprengel en anderen, die de Staatkunde niet weinig licht byzetten, le droit public de l'Europe par mably; een boek, dat enkel het Staats-recht bevat, en dus, by de opgenoemde Schriften, over de geheele Staatkunde handelende, in het geheel niet behoort.
Bladz. 93. § 1. word, onder de boeken, betrekkelvk tot de Staatkunde van Spanje, genoemd: E. Musio, J: And: Schmedii, Helmstad 1702, 4to, wie kan hieruit den waaren tytel van dit Staatkundig Werk opmaaken? hy heeft hier willen of zullen schryven: J.A. Bosii Hispaniae, Ducatus Mediolanensis, & regni Neapolitani notitia, e museo Schmidii, Helmstad 1702, 4to. Hoe is het toch mogelyk, dat de Vertaler, welke, zo als uit deeze proef blykt, de Staatkundige Schriften, zelf niet by hun naam, kent, zig heeft durven vermeeten, om, in dit Werk, verschikkin-