Brief van een Vriend aan een Vriend. In zich bevattende Bescheidene Aanmerkingen op de Onbescheidene Handelwyze, door de Schryvers van de Algemeene Vaderlandsche Letteroefeningen gehouden omtrend den Eerwaardigen Tolle, Predikant te Vere. Ter verdediging van 't Werktje, den Titel voerende, Iets van Tollé, beoordeeld in de Algemeene Vaderlandsche Letteroefeningen voor 1791. No 1. pag. 41 tot 44. Alom te bekomen. In gr. 8vo. 17 bladz.
De zogenaamde bescheidene Aanmerkingen, van den Schryver deezes Briefs, bevestigen volkomen, dat onze onbescheidene Handelwyze daarin bestaan hebbe, dat wy het Iets van den Heer tollé juist naar waarde beöordeelden, en hetzelve niet roomden, om dat het geenen roem verdiende. Alle de gissingen, welken de Schryver van dit Stukjen opwerpt, om de aanleidende oorzaak van die onvriendelyke handelwyze te ontdekken, had hy veilig (zo wel als al zyn geschryf in deezen) weg kunnen laaten, nadien 'er maar ééne oorzaak is, die ons doet werken: namenlyk vrymoedig, en tevens onzydig, onzen Landgenooten te melden, wat de uitgekomene Boeken en Geschriften behelzen; en welke waarde zy bezitten. Wy hebben niets bespottelyks, in de bovengemelde Beöordeeling, gezegt: en wy doen het zelfs heden niet, nu een gepast medelyden, wegens de veele moeite die de Schryver zichzelven veroorzaakt heeft, ons doet bekennen: dat het ons een wezenlyk vermaak zal zyn, indien, in het gering geacht Veere, Boekdrukkers en Plaatsnyders opstaan, welken voor geene van het voorgaande, het tegenwoordig of het toekomend geslachte, behoeven te wyken. - Doch, zo lang dezelve geen beter Boeken in 't licht brengen, als oude Rymetyen en droevige Verdeedigingen van dezelve, zo verwachte men niet, dat wy de Veersche Producten onzen Landgenooten, op een of andere wyze, zullen aanpryzen.