Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1791
(1791)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijGedenkschriften en Reizen des Graaven van benyowsky, door hem Zelven beschreeven, naar de Engelsche Vertaaling uit het oorspronglyk Handschrift overgezet. Eerste Deel. Te Haarlem by A. Loosjes, Pz. 1791. In gr. octavo, 198 bladz.Onveilig, en daarom ongeraaden, is het voor een Boekbeöordeelaar, zich op de Voorredenen van Schryvers of de Voorberigten van Vertaalers, te verlaaten; Eigenliefde, Eigenbelang, geeven niet zelden de pen in de hand, en doopen dezelve wel diep in den inkt van zelfsroem; doch wanneer de Boekbeoordeelaar een vertaald Werk zelf in 't oorspronglyke geleezen hebbe, mag hy, het Berigt des Vertaalers, met zyne waarneemingen onder 't leezen opgedaan, overëenkomstig vindende, zich vrymoedig en veilig van diens woorden bedienen. Wy doen het in het tegenwoordig geval, daar wy de Memoirs and Travels, of mauritius, augustus, Count de benyowsky, in den voorleden Jaare te Londen uitgekomen, met veel genoegen doorbladerden, en ons geenzins verwonderden, dat zo veele Boekhandelaars, binnen korten tyd, eene Vertaaling van dit Werk beloofden. De Vertaaler, die ons thans een eerste Stukje levert, schryft, met regt. ‘Indien veelvuldigheid en vreemdheid van Lotgevallen, en zonderlingheid van Character, de aandagt trekken; indien de Tooneelen waarop deeze gebeuren, en geene zich vertoont, deels in eenen schaars bezogten oord geplaatst zyn en bestendig afwisselen, de leesgraagte bezig houden, stellen wy, met dit Werk in 't | |
[pagina 486]
| |
Nederduitsch te kleeden, onzen Landsgenooten een Stuk ter hand, waaromtrent de keurige Schryvers van the Analitical Review betuigen, 't zelve ongelyk aan te doen, wanneer zy niet bekenden, 'er zeldzaam een ontmoet te hebben, 't geen hun een aangenaamer onderhoud verschafte.’ Hy vervolgt, een kort verslag van den Schryver, en den inhoud des Werks, geevende. ‘De Graaf van benyowsky staat van veele kanten bekend, voor een Man van bekwaamheid, en eene gesteltenisse, wonder geschikt tot vreemde ontmoetingen, opgebragt in de school des Burgerkrygs, waarin de onverschrokkenheid van zynen aart, en het vermogen 't geen hy bezat om anderen in zyne belangen over te haalen, en den toon aan hunne verrigtingen te geeven, steeds oefening vondt, en hem voorbereidde tot het doorworstelen van gevaaren, in welken anderen zouden hebben moeten bezwyken, en zich te redden uit bykans onuitkomelyke ongelegenheden, schoon men de middelen, door hem gebezigd, niet altoos konne goedkeuren, en veel op de noodzaaklykheid, waarin hy zich bevondt, moet afschryven. Wy ontmoeten hem in Poolen, zyn Vaderland, deelneemende in den Burgeroorlog; door de Keizerin van Rusland in Ballingschap na Kamchatka gezonden; vandaar ontkomen als Scheepsbevelhebber op een hachlyken Reistocht, uit dat Schier-Eiland door den Noorder Stillen Oceaan, Japan en Fermosa aandoende, na Canton in China; en eindelyk aan 't hoofd eener onderneeminge, om eene Fransche Vastigheid op het Eiland Madagascar te vormen.’ Vreemd moet het inkomen, dat dit Werk uit het Engelsch vertaald het licht zie; dan de Engelsche Uitgeever, de Heer w. nicholson, geeft 'er dit verslag van. ‘Omtrent het einde des Jaars MDCCLXXXIV, vertoonde my de Heer j. hyacinth de magellan F.R.S., een Heer, in 't geletterd Europa wel bekend, door de Wysgeerige Briefwisseling, die hy jaaren lang met de voornaamste Geleerden gehouden heeft, een papier in 't Fransch, behelzende den voorslag om de Gedenkschriften en Reizen des Graaven van benyowsky, in drie Deelen, by Inschryving, uit te geeven; een plan, 't geen men vervolgens liet vaaren. De Graaf bevondt zich toen niet in Engeland; maar was op een byzonderen Tocht na het Eiland Madagascar, tot welken de Heer magellan hem geen geringe som hadt opgeschooten. Deeze Tocht slaagde niet gelukkig. De Heer magellan bestoot toen het Werk het licht te doen zien, en stelde het | |
[pagina 487]
| |
afschrift den tegenwoordigen Eigenaaren ter hand, teffens zich verbindende om de verrigtingen des Graaven, van het Tydperk, waar deeze Gedenkschriften eindigen, tot diens Dood, voort te zetten. Een onvoorzien toeval stelde dien Heer buiten staat, om aan zyne verbintenis te voldoen: want, kort naa Kerstyd, in den Jaare MDCCLXXXVIII, werd hy aangetast door eene zwaare krankheid, die zyn geheugen zodanig verzwakte, dat hy zich tot geen Letterarbeid, hoedanig ook, vervolgens heeft kunnen zetten.’ De oorspronglyke Fransche Papieren zyn, door de beschikking van den Heer nicholson, in het Britsche Museum ter bewaaringe geplaatst. ‘De Engelsche Uitgeever,’ meldt ons de Vertaaler, ‘heeft in een breedvoerig Voorberigt, de in- en uitwendige blykbaarheden, voor de waarheid deezer, in veele opzigten vreemde, Geschiedenissen bygebragt, en zouden wy niet nagelaaten hebben om dezelve hier plaats te geeven, tot voorkoming van niet weinige bedenkingen, die, onder het leezen, by veelen niet kunnen nalaaten op te ryzen; doch wy hebben, om reden, dat eenig vooruitzigt op nog nader toelichtende berigten aan ons gegeeven is, het beter geoordeeld, dit tot een Naaberigt te bewaaren, waarin wy teffens een verslag zullen doen van de Bedryven des Graaven, zints het einde zyner Gedenkschriften, tot den dag waarop hy sneuvelde; waartoe de Heer nicholson ons insgelyks in staat stelt. ‘Het Engelsche Werk bestaat,’ volgens berigt des Vertaalers, ‘uit twee zwaare Boekdeelen, in 4to, en is voorzien met eenige Plaaten en Gezigten van Kusten; doch wat deeze belangt, hebben wy geoordeeld, dezelve, tot vermyding van de kostbaarheid des Werks, wel te kunnen agterwege laaten; te meer, daar zy ons niet zeer belangryk voorkwamen, en ook de Plaaten in het Engelsche Werk niet alle gevonden worden, door het ongeluk van brand ten huize des Plaatsnyders. - Verder zyn wy te raade geworden, om het Werk, eenigzins, zonder benadeeling van den weezenlyken inhoud, te bekorten; bestaande die bekortingen, voornaamlyk, in op den Scheepstocht uit te laaten de dagelyksche Scheepsberigten, zo dezelve niets behelsden, 't geen op zichzelven gewigtig was, of vervolgens te passe kwam; en voorts de breedvoerige oorspronglyke stukken, gewisseld tusschen den Graaf en de Fransche Staatsdienaaren, Madagascar betreffende.’ Hoe de Vertaaler zal handelen met deeze uitlaatingen, die | |
[pagina 488]
| |
wy goedkeuren, dewyl een Dagverhaal', of Scheepsboek, veele, vervolgens geheel, onbelangryke zaaken behelst, kunnen wy niet oordeelen: dewyl wy in het tegenwoordig Deel den Graaf nog in Kamchatka vinden, bezig met het beraamen van de middelen ter ontkoming; doch te veel uitlaatingen zouden wy hem niet aanraaden; 't geen deezen van weinig aanbelang dunkt, is voor een ander niet zelden gewigtig. Die behandeling eens Werks vordert kunde, omzigtigheid en oordeelGa naar voetnoot(*). Naa een breedvoerig Berigt van 's Graaven Lotgevallen in den Poolschen Burgerkryg, volgt het Dagverhaal zyner Reize na Kamchatka, werwaards hy, krygsgevangen geworden zynde, gebannen was, op last des Raads van Petersburg. Dit Dagverhaal is in voeglyke Hoofdstukken afgedeeld; waarvan het vystiende dit Deel besluit, en de Geschiedenis en Beschryving van Kamchatka behelst. Wy neemen uit dit Hoofddeel over 't geen hy van de Inwoonders zegt. ‘De oorspronglyke Kamchatkaërs noemen zich Itelmen, 't welk zo veel zegt als Inwoonders des Lands. Indien wy de herkomst van dit Volk wilden afleiden uit den aart hunner taale, dan zouden wy 't zelve voor Afstammelingen van de Mongal-Tartaaren houden; hunne gedaante gelykt naar die van dat Volk, hun hair is zwart, hun baard dun, en hun aangezigt breed en plat. Dit Volk bezit geene overlevering wegens deszelfs afkomst, 't was talryk by de aankomst der eerste Cozakken, doch het is, zints dien tyd, sterk afgenomen. Geene andere middelen van bestaan hebben de Inwoonders van Kamchatka dan Visch, Wortelen, Beerenvleesch en Boombast; en drinken tot drank, zomtyds, Brandewyn, welken zy zeer duur aan de kooplieden betaalen. Schoon dit volk thans gekleed gaat, welk voordeel zy te danken hebben aan de Europeaanen, komt zulks hun zeer duur te staan, als men daar tegen over stelt de barbaarsche en dwinglandsche behandeling, welke zy van hunne nieuwe Meesters hebben moeten lyden. - De Vrouwen zyn zeer gesteld op opschik, zy doen haar keukenwerk niet zonder handschoenen aan te hebben, en | |
[pagina 489]
| |
zy zouden om geene reden, welke ook, dulden dat zy van een Vreemdeling gezien werden, zonder haare handschoenen en blanketzel, 't welk zy in ruimte op haare wanstaltige aangezigten smeeren. Zy woonen in twee soorten van huizen; de Winterwooning noemen zy een Yourth, en de Zomerwooning, een Balagan. De geheele Godsdienst der Inboorlingen van Kamchatka bestaat in het Geloof, dat hun god, voorheen in Kamchatka gewoond hebbende, zyn verblyf eenige jaaren lang aan de oevers van elke Rivier vestigde, en deeze plaatzen met zyne Kinderen bevolkte, aan welken hy, eer hy vertrok om zich elders te onthouden, het omliggend Land ten erfgoed gaf. Om deeze reden verlaaten zy nimmer een eigendom zo oud en onontvreemdbaar. De aandoeningen van dit Volk zyn enkel zinnelyk. 't Geluk bestaat, naar hun denkbeeld, in ledigheid en de voldoening van natuurlyke lusten. 't Is onmogelyk hun te overreeden, dat eenige wyze van leeven gelukkiger of aangenaamer kan weezen dan de hunne, en zy beschouwen altoos de Leevenswyze in Rusland als ten uitersten versmaadenswaardig. Eene byzondere wyze hebben de Kamchatkaërs in het voltrekken hunner Egtverbintenissen; doch daar spamberg dit breedvoerig beschreeven heeft, zal ik 'er niets van gewaagen. Groote gemeenschap heeft 'er tusschen lieden van beide de Sexen plaats; en, volgens de beginzelen deezes Volks, is de Veelwyvery geoorlofd; doch het Russisch Gouvernement verbiedt dezelve, in welk opzigt het misschien strekt tot ontvolking deezes Lands. Het valt bezwaarlyk te begrypen wat een zo elendig Volk, 't welk niets te winnen of te verliezen heeft, kan aanzetten om een Oorlog aan te vangen. Maar het gaat vast dat zy zeer wraakzugtig zyn. Het oogmerk hunner Oorlogen kan geen ander zyn dan om Gevangenen te bekomen, en de Mannen tot werken en de Vrouwen tot hun vermaak te gebruiken. - Het lydt, nogthans, geen twyfel, of de Cozakken verwekten, by hunne aankomst, onlust en verdeeldheden onder de Kamchatkaërs, ten einde voordeel te doen met hunne Binnenlandsche Krygsvoeringen. Het te onderbrengen van dit Volk heeft den Cozakken veele moeite gekost: want, schoon het zwak is in het doorgaand elendig leeven, betoonde het zich schriklyk in zyne verdeediging. Zy hebben zich | |
[pagina 490]
| |
bediend van krygslisten en verraadery, als geweld te kort schoot; en hoewel het waar mooge weezen dat dit Volk laf is, vermag de vrees des Doods onder hun zo weinig dat de Zelfmoord zeer dikwyls gepleegd wordt. Men heeft voorbeelden van dit Volk, dat zy, in eene wykplaats door de Cozakken belegerd, en van alle hoop op uitkomst verstooken, eerst de halzen van hunne Vrouwen en Kinderen afgesneeden; en vervolgens zich zelven gedood hebben. Het gebruik van Muchomor is zeer geschikt tot dat einde; eene zekere heeveelheid daar van ingenomen, doet hun, in een diepen slaap, van alle aandoening beroofd, sterven. De Muchomor is eene soort van Champignon, zeer algemeen in dit Land; deeze, in den drank gemengd, veroorzaakt dronkenschap en vrolykheid; doch, in overmaat gebruikt, verwekt het sterke stuiptrekkingen, die in den dood eindigen.’ De Vertaaler, op dat wy 'er dit, ten slot onzer Aankondiginge, byvoegen, wil den Leezer verzogt hebben, ‘zo hem iets zeer vreemds voorkome, geen te voorbaarig verwerpend oordeel te stryken; maar af te wagten, wat tot opheldering van 't zelve, schoon niet altoos tot verdeediging van het Character des Graaven, te zeggen valt.’ - In de daad, het Character van den Graaf is ons eer bewonderens- dan agtens en beminnenswaardig voorgekomeh: zyn gedrag omtrent aphanasia nilow, 's Gouverneurs jongste Dogter, die in de bedryven op Kamchatka een hoofdrol speelt, is verre van verdeedigbaar, gelyk den Leezer in 't vervolg zal blyken: dan benyowsky offerde alles aan zyn Plan ter Ontkoming op. |
|