| |
Verhandelingen van het Bataafsch Genootschap der Proefondervindelyke Wysbegeerte, te Rotterdam. IXde Deel. Te Rotterdam by D. en A. Vis, 1790. Behalven het Voorwerk, 257 bladz. In gr. 4to.
In dit Deel ontmoeten wy, vooreerst, het Afbeeldzel in een eenvoudig Hollands Gewaad, nevens eenige byzonderheden, van den Stichter van dit Genootschap, den Heer steven hogendyk, welke, op den 3den July des jaars 1788, in den ouderdom van ruim 90 Jaaren, zyn weldadig leeven, door den dood, geëindigd heeft. Een Man met zo veel vernuft, zo veel kunde, en een zo werkzaamen Geest begaafd, die teffens zo veel liefde voor zyn Medemensch en Vaderland gevoelde, en die altyd daardoor gedreeven wierd, om, zo verre zyne vermogens strekten, zelve nieuwe nuttige Ontdekkingen in de Proefondervindelyke Wysbegeerte te doen, en anderen, die zich daarop toeleiden, met raad en daad behulpzaam te zyn, gelyk zulks uit dit Berigt overvloedig blykt, verdient gewis by uitneemenheid boven veele anderen, wier grootste eer alleen in een aantal weidsche titels bestaat, by zyne Landgenooten, en zelfs by de laate Nakomelingschap, met roem bekend te zyn: gelyk wy dan ook met veel genoegen uit dit Berigt zien, dat het Borstbeeld van deezen waardigen Grysaard, door een voornaam konstenaar in marmer gebeiteld, tot eene dankbaare nagedachtenis, en tot sieraad van het Museum, in het zelve geplaatst zal worden.
Dit wordt gevolgd door de Handelingen van het Genootschap, waaruit wy alleen, ter herïnnering, zullen overnee- | |
| |
men, die Vraagen, welke tot nog toe ter Beantwoording openstaan, schoon een gedeelte daarvan, doch onvoldoende, beantwoord zyn.
‘I. Welke voordeelige gebruiken zyn 'er te maaken van het Roet van Turf, Hout en Koolen, het zy voor den Landbouw, het zy voor Fabrieken, het zy tot het vervaardigen van Ammoniak-Zout of in andere opzichten, en welke zyn de beste middelen daartoe?
II. Daar de Runderpest in ons Land aanhoudend blyfe woeden tot onnoemelyke schade van Landheeren, Bruikers, Bouwlieden en van alle 's Lands Ingezetenen; - daar men reden heeft om te wanhoopen, dat 'er immer een vermogend tegengift tegen de smetstoffe van die Veeziekte zal gevonden worden, hoe groot eene belooning men ook op de uitvinding daarvan zetten mag, en daar het, zedert lang, uit standvastige Proefondervindingen in andere Landen, ontegenzeggelyk zeker is gebleken, en nog aanhoudend blykt, dat de Veepest in haaren verderfelyken voortgang van besmettinge gestuit word, door het dooden der Runderen op het oogenblik, dat men aan dezelve de tekenen van Ziekte bespeurt, het zy op het Stal, het zy in de Weiden; zoo biedt het Genootschap den Eereprys der Goudene Medaille, ter zwaarte van 30 Ducaaten, aan hem, die de sterkste beweegmiddelen zal voordraagen, om het zelve by ons in gebruik te brengen en algemeen te maaken, benevens de klaarste en overtuigendste wederlegging van de bedenkingen en redenen, welke de navolging van dat voorbeeld van andere Landen tot hiertoe verhinderen.
III. Welke zyn de beste Werktuigen tot gemak van Doove en Hardhoorende Menschen? Zyn 'er ook eenige vaste regels, die men zoude kunnen volgen, zo wel in het vervaardigen, als in het gebruik derzelven?
IV. Welke zyn de gebreken der tot hier toe bekende Windmeeters? Hoedanig zoude een Windmeeter zamengesteld moeten zyn, om in allerlei gevallen de kragt van den Wind zeker en juist te kennen? En welke nuttigheden zoude zulk een Werktuig aanbrengen?
V. Op Scheikundige gronden aan te toonen, het onderscheid tusschen de beste en minst vrugtbaare soorten van Kleigronden, vooral van ons Vaderland, en ingevolge daarvan, zekere regels en middelen ter verbeteringe van de laatstgemelde vast te stellen.
VI. Hoe ver is men in de Theorie der Straalbuigingen
| |
| |
(Refractien) gevorderd? Hangen de veranderingen, welke zy in den Dampkring ondergaan, alleen af, van de verschillende digtheid en warmte der Lucht, en zyn zy daaraan evenredig, of zyn 'er nog andere oorzaaken, welke haar aandoen? Zoo ja, welke zyn de wetten, waar aan dezelve onderworpen zyn?
VII. Dewyl men meent, dat 'er in de manier om Arak te brouwen, zoo als die beschreven is in het tweede Deel der Verhandelingen van het Bataviasche Genootschap, (bladz. 162) volgens de beginzelen der hedendaagsche Scheikunde, aanmerkelyke en voordeelige Verbeteringen te maaken zyn, zoo belooft men den gewoonen Gouden Eereprys aan hem, welke die Verbeteringen, gegrond op Scheikundige Proeven, aanwyst, en bovendien nog een dergelyken Eereprys van gelyke waarde, wanneer het blykt, dat men in de Indiën dezelve by de proef goedgevonden heeft.
VIII. Zyn de Knoest- en Kreeftgezwellen, en de tusschenpoozende Koortzen, alleen aan den Mensch eigen? Zoo ja, welke zyn 'er de byzondere redenen van? Door welke tekenen worden de eerstgenoemde gebreken van andere soortgelyke volkomen onderkend? Zyn 'er goede gronden om te hoopen, dat men dezelve immer zoo gelukkig zal kunnen voorkomen en geneezen, als de laatstgenoemde Ziekten?
IX. Welke zyn de bekwaamste middelen en Werktuigen om in de Rivier de Nieuwe Maas, den verderen aanwas der Plaaten, even boven en beneden Rotterdam, op eene min kostbaare wyze te voorkomen, dezelve te doen verminderen, en zo ver mogelyk is weg te neemen?
X. Wat gebruik kan men maaken van de Weerkundige Waarneemingen, waarop men zig tegenwoordig zoo yverig toelegt? Wat nuttigheid kunnen zy aan de Geneeskunde in het byzonder, en aan de Menschelyke Samenleeving in het algemeen, toebrengen? En welke is de beste wyze om dezelve daarop toepasselyk te maaken?
XI. Nadien 'er reden is om te denken, dat het Werktuig door den Heer achard uitgedagt, en in de Nouveaux Memoires de l'Academie des Sciences & Belles lettres de Berlin, Année 1779, beschreven, een zeer bekwaam middel is, om de Lucht in een vertrek te dephlogisteeren, zoo belooft het Genootschap een Gou- | |
| |
den Medaille, ter zwaarte van 30 Ducaaten, aan hem, die proefkundig aantoont, hoe dit Werktuig bekwaam is: 1. Om de Lucht wezenlyk te dephlogisteeren, tot welken graad en hoeveelheid, in eenen bepaalden tyd en in een vertrek van eene bepaalde grootte. 2. Om 'er de Lucht eenen genoegzaamen tyd en in eenen vereischten graad zuiver te houden, en voor welke kosten. 3. Om op een Schip, in alle de gedeelten daarvan, de nodige verversching en verbetering van Lucht te bezorgen; en hoe het, om dit met de minste kosten en meeste nut te doen, zoude moeten toegesteld zyn. 4. Om goedkoop, spoedig en in eene groote hoeveelheid, gedephlogisteerde Lucht te verkrygen; en hoe dezelve best bewaard en in gereedheid kan gehouden worden, om 'er des noods gebruik van te maaken?’
Alle voorgemelde Vraagen zyn thans voor een onbepaalden tyd ter beantwoording voorgesteld. - Voor den 1sten Maart 1792, zyn noch open.
‘I. Welke zyn de oorzaaken of middelen die de Rotting verhaasten, en welke, die dezelve voorkomen, vertraagen en stuiten, zoo in, als buiten, het dierlyk ligchaam, vooral van den Mensch? Welke nuttigheden kunnen de onderscheidene Weetenschappen en Konsten, inzonderheid de Genees- en Heelkunde, uit de kennis van al het voorgaande trekken?
II. Nadien het gebruik der Brillen en andere Oogglazen steeds meer en meer algemeen vervroegd word, en eene bepaaling daaromtrent van geen gering aanbelang voor het Menschdom zyn kan, belooft het Genootschap den gewoonen Eereprys aan hem, die uit de gronden der Gezichtkunde, inzonderheid uit den aart en gesteldheid der deelen van het Oog, door welke de onderscheidene gewaarwordingen van het licht meer of min leevendig aan het Sensorium Commune overgebragt worden, best voldoende aantoont, in hoe verre de Brillen en soortgelyke Glazen door verheldering of vergrooting, zoo tot verbetering, als bewaaring, van het Gezicht wezenlyk nuttig, en zelfs onvermydelyk noodig zyn, en in hoeverre zy als een Volksgewoonte, vooröordeel en een waar misbruik, nadeelig mogen en moeten aangemerkt worden.’
Het Werk zelve vervat, de met de gewoone Gouden Eereprys bekroonde beantwoording der Vraage: ‘Brengen de Droogmaakeryen, onder de Bewoonderen derzelve,
| |
| |
doorgaande Ziekten van eenen byzonderen aart voort, of verzwaaren zy alleen de gewoone Ziekten van het Najaar? - Zoo ja, welke zyn 'er de oorzaaken van? - En welke de middelen om die te voorkomen, en 'er zig tegen te behoeden?’ Door l. bicker, Med. Doctor, en Directeur van het Bataafsch Genootschap. De 2de, waaraan insgelyks de Gouden Medaille en vervolgens de premie van 100 Ducaten toegelegd is, der Vraage: ‘Welke zyn de beste middelen, om de Overstroomingen der Rivieren te bepaalen, in haare gevolgen minder verderfelyk, en in sommige opzigten voor die Landen voordeelig te maaken? Welke kosten zouden daartoe vereischt worden?’ Door den Heer cs. zillissen. De 3de, eene insgelyks met de Gouden Medaille bekroonde beantwoording, op de Vraag: ‘Welke zyn de oorzaaken van het Beslag op de Tong? Welke zyn deszelfs verscheidenheden? In hoe verre is het een kenmerk van den onderscheiden Aart, en van de Oorzaaken der verschillende Ziekten? Wat grond geeft het den Geneesheer tot het maaken van eene goede voorzegging; en welke aanwyzingen verschaft het hem in het behandelen der Ziekten?’ Door gadso coopmans, A.L.M. Phil. & Med. Doctor, Med. Professor ordin. aan 's Lands Universiteit te Franeker. De 4de, Eene Memorie om op eene minkostbaare wyze samen te stellen het Zout, in Engeland bekend en in gebruik onder den naam van Sal Catharcticus Novus, of Nieuw Purgeer-Zout. Door den Heer j.b. van der sande, Meester in de Pharmacie en Chymie, honorair Lid van de Societeit van Emulatie te Luik. De 5de, Waarneemingen met de Etterdrachten van den Heere percivall pott, in de Lammigheid of onbruikbaaren staat der onderste Ledemaaten. Door den Heer w. leurs, Chirurgyn in 's Gravenhage.
En, eindelyk, ten 6den, Eene Verhandeling over de Inlandsche Zoetwater-Spongie, eene huisvesting der Maskers van Puistenbyteren, door c. nozeman.
De zeer geleerde Heer bicker beantwoordende de Vraag, over de Ziekten onder de bewoonderen van de Droogmaakeryen, vind geene zwarigheid, om het eerste gedeelte der voorgestelde Vraag ontkennend te beantwoorden, te weeten, dat de Ziekten by hun, althans die, welke geduurende de Droogmaaking van Bleiswyk, in de gemelde jaaren geregeerd hebben, en waarop het Genootschap byzonderlyk schynt het oog te hebben gehad, geenszins
| |
| |
doorgaande Ziekten van eenen byzonderen aart geweest zyn; maar wel degelyk de gewoone Ziekten van het Najaar, doch welke, door gewoone en buitengewoone omstandigheden van die Droogmaakinge, aanmerkelyk verzwaard zyn.
Waarop zyn Ed. laat volgen een Historiesch Verhaal van die Ziekten, en tevens van de omstandigneden die dezelve voorgegaan zyn en vergezeld hebben, waarby wel inzonderheid in aanmerking komen, de meer dan gewoone tyd tot deeze Droogmaaking besteed, waardoor het Water, veel langer dan gewoonlyk, op die Landen is blyven staan, - dat meest Vreemdelingen uit hooge drooge Landen in dezelve arbeiden, wier wooningen opgepropt waren van Menschen, zommige daarby ook van Vee, en wier Voedzel meestal uit bedorven Spys en Drank bestond; waarby kwam een by aanhoudenheid ongemeene Droogheid en stil Weder, waardoor eene menigte rottige Dampen opgetrokken wierden, die dan boven de gansche uitgestrektheid der Droogmaaking over Nagt bleeven hangen, welke zelf op zommige plaatzen eenen ondraagelyken stank van zig gaven; waarby eindelyk nog kwam, dat men geene voorzorgen, hoe genaamd, in het werk gesteld had, om voor, of toen zich de Ziekten reeds begonnen te openbaaren, dezelve behoorlyk te keer te gaan. Voorbereidende omstandigheden en verzwaarende oorzaaken, gewis meer dan te veel om zulke noodlottige gevolgen na zig te sleepen, gelyk hier gebeurd zyn; al het welk de Autheur verder, ook met de Doodenlysten dier plaatzen, aantoont.
De Ziekte zelve was een wezenlyke Galkoorts, en wel van dat soort, het welk pringle, een aflaatende en tusschenpoozende Herfst-Koorts, van laage en Moerassige Landen, genoemd heeft; deeze ontaarden vervolgens in kwaadaartige Rotkoortzen, al het welk door de gedaane Waarneemingen, en bondige redenen, bevestigd word. Nu gaat de Autheur, in zyn Tweede Hoofdstuk, tot het onderzoek der oorzaaken van het verzwaar, en besluit zyn Antwoord, met in het Derde Hoofdstuk de middelen aan te wyzen, om de oorzaaken van het verzwaar der Najaars-Ziekten in de Droogmaakeryen te voorkomen, en 'er zig tegen te beveiligen.
Het Voorbericht van het Antwoord op de 2de Vraag, te weeten, over de Rivieren, doet ons zien, dat de kundige Schryver derzelve zig, op verzoek van het Genoot- | |
| |
schap, de moeite gegeeven heeft, zyn voorig Antwoord geheel om te arbeiden, en met nog aanzienelyke byvoegzelen en hulpmiddelen te vermeerderen; in eene hierby gevoegde Lineaale Kaart, zyn alle de Overlaaten, doorsnydingen in de Linge en het Kanaal over Weischild aangeweezen, alsmede de mond van den Ouden Rhyn, de bywegen, doorsnyding der Bylandsche Waart, nieuw gegraaven mond van den Yssel, loop der verschillende Dyken en Rivieren, Steden en Dorpen, in de Verhandeling zelve aangehaald.
Ter beantwoording der Vraag zelve heeft de Heer zillissen onderzogt, eerst de verschillende soorten van Inundatien. Ten tweede, nagegaan den staat der bedoelde Rivieren, voor- en na- de daaraan gemaakte veranderingen, en waar ter plaatze dezelve by Opwater en Ysverstopping gemeenlyk inbraaken veroorzaaken. Ten derde, de gelegendheden der daaraan paalende Landen aangeweezen, en welke van die, door Inundatien, wel de meeste schadens lyden, uit hoofde van haare laager oppervlakte. Ten vierde, welke de zekere hulpmiddelen zyn, om het schadelyke der Inundatien, daar ter plaatze, voor altoos te voorkomen, met beantwoordinge der Aanmerkingen tegen dezelven. Ten vyfde, wat de kosten voor die aangeweezen hulpmiddelen beloopen. En laatstelyk, welke de waarschynelyke gevolgen zyn zullen, indien men om de verschillende (dikwyls met elkander strydende) belangens, der in deezen geinteresseerde Districten uitstelt, de voorgestelde middelen tot herstel ten uitvoer te brengen.
Dit is de manier waarop dit Antwoord, met zeer veel moeite, niet minder kunde, en op de onderscheide plaatzen zelve gedaan onderzoek, behandeld is; de zaak is van te grooten gewigt, dan dat wy een oogenblik kunnen twyffelen, dat niet alle, welke daar belang in stellen, deeze Verhandeling zelve leezen, en met ons den Geleerden Autheur, voor zynen aangewenden yver, om de, in meer dan een opzicht, vervallen staat van ons Vaderland, van wezenlyk nut te zyn, hartelyk danken zullen.
Het Antwoord op de laatste Vraag, door den in de geleerde Waereld overgenoeg met roem bekenden Hoogleeraar g. coopmans, handelende van het Beslag op de Tong, heeft, tot Inleiding, een Betoog van de noodzaakelykheid, om, behalven op andere verschynzelen, ook vooral by het onderzoeken en beöordeelen der Ziekten, op de Tong, en het geen men daaromtrent ontdekken kan, agt te geeven.
| |
| |
In het eerste gedeelte word dan onderzogt, welke de oorzaaken zyn van het Beslag op de Tong; na de gevoelens van zommige oude Geneeskundigen opgegeeven, en, daar het noodig was, tegengesproken te hebben; gaat de Autheur over tot het naspooren, hoe, en door welke redenen de Tong door Koortzen, en wel voornamelyk door heete Ziekten, haare natuurelyke vogtigheid verliest, en met verschillend Beslag bedekt word; ten dien einde eenige verschynzels, aan de Koortzen eigen, onderzogt hebbende, word daaruit dit besluit opgemaakt; dat de vermindering der wateragtige deelen en de verdikking der overige vloeistoffen, uit de aangehaalde oorzaaken voortgebragt wordende, volgens het gevoelen der oordeelkundigste Mannen, de oorsprongen zyn, waaruit de droogheid van het Vel, die der Tong, gelyk ook deszelfs verschillend Beslag, behoort afgeleid te worden. Hierop volgt een onderzoek der redenen, hoe, en waarom de Tong bestaat, door plaatzelyke ongesteldheden en gebreken van den Mond: alsmede, hoe, en waarom de Tong dikwyls beslaat door gemoedsaandoeningen en uit medegevoeligheid der Zenuwen van andere beledigde deelen; dan de verscheidenheden die men in het Beslag op de Tong waarneemt, waarby opgegeeven word; 1. de Verscheidenheid van den bedorven of verbasterden smaak, die veeltyds de Ziekten verzelt; 2. de afwykingen welke de Tong in haare kleur van de natuurlyke ondergaat; 3. de verscheidene gedaanten onder welke zig het Beslag op de Tong vertoont; 4. de veranderingen die de Tong zomwylen lydt in haare natuurlyke grootte; 5. de droogheid en ruwheid der Tong, standvastige gezellinnen der menigvuldige toevallen in heete Ziekten; 6. de hieruit geboren wordende hardheid der Tong, en deszelfs, het zy natuurlyke het zy tegennatuurlyke, zagtheid; 7. de trilling, stuipachtige beweeging en lamheid der Tong; en, eindelyk, ten 8sten, de graad van warmte der Tong. Wy kunnen den geleerden Autheur niet verder volgen, en het opgegeevene zal reeds genoeg zyn, om den practiseerenden
Geneesheer te doen zien, van hoe veel dienst deeze uitmuntende Verhandeling hem, zo in de behandeling, als ook in de voorspelling der Ziekten, en de daarmede verzeld gaande toevallen, zyn kan.
De volgende Memorie, van den Heer van der sande, en de Waarneemingen van den Heer leurs, over de Etterdragten in de lammigheid der onderste Ledemaaaten, zyn voor den Artzenykundigen, den Genees- en Heelmeester,
| |
| |
aanmerkings- en der leezing overwaardig; terwyl de Heer nozeman den liefhebberen der Natuurkennis een aller-aangenaamst geschenk maakt, met zyne geleerde en naauwkeurige Verhandeling, over de Inlandsche Zoetwater-Spongie, tot welker opheldering de bygevoegde Afbeelding niet weinig bydraagt. |
|