aantal van keurige aanmerkingen gevonden worden, die deezer oefeninge, van meer dan ééne zyde, veel lichts byzetten.
In 't eerst opgenoemde Stuk komen voor, de oordeelkundige waarneemingen, welken de geleerde Valckenaer der Academiejeugd medegedeeld heeft, om aan dezelve den weg te baanen ter naspooringe der Grieksche Woordafleidinge, tot eene geregelder kunde van de betekenis der woorden en spreekwyzen dier taale, ten einde daarvan gebruik te maaken ter verbeteringe der Woordenboeken. Hier toe strekken ook de daarbygevoegde Academische Lessen van den taalkundigen van Lennep, over de regelmaatigheid der Grieksche Spraake, en 't geen men omtrent derzelver regelmaatige inrigting behooit gade te slaan: welk geschrift de geoefende Scheidius met zyne leerzaame opmerkingen, over dit onderwerp, vermeerderd heeft.
Het vervolgens gemelde Stuk, in twee deelen gesphtst, behelst eene soort van arbeid aan de voorige Lessen verknogt, als in welken de Hoogleeraar van Lennep reeds aangeduid had, dat hy, na de ontvouwing van de regelen der woordschikkinge, zig stond te verledigen ter nadere verklaaringe van de bepaalde betekenissen der woorden; om, naamlyk, te toonen, hoe, uit de eigenlyke en lichaamlyke betekenissen, die den wortelwoorden eigen zyn, de overdragtlyke betekenissen, door de verschillende buigingen en schikkingen der daaruit afgeleide woorden, ontstaan mogen weezen. Overeenkomstig met dit bedoelde, heeft hy een aanvang gemaakt van zulk een Grieksch Woordafleidkundig Werk, of het opstellen en voordraagen van zyne waarneemingen deswegens; schikkende dezelven in die orde, welke de arbeidzaame Scapula, in het vervaardigen van zyn bekend en zo gebruikelyk Grieksch Woordenboek, gehouden heeft. De Hoogleeraar van Lennep heeft zynen opgenomen taak, in zyne Academische voorleezingen, vlytig voortgezet; dan eene lichaamlyke ongesteldheid, en de daarop gevolgde dood, heeft de volvoering hier van verydeld. Zulks heeft den Hoogleeraar Scheidius genoopt de hand aan 't werk te slaan, en 't zyne toe te brengen, om dit Stuk verder af te handelen, door gebruik te maaken zo van zyne eigen beleezenheid, als van de Academische lessen der Hoogleeraaren Hemsterhuis en Valckenaer, die tot deeze soort van navorschingen betrekking hebben. - Hier beneffens heeft de onvermoeide Scheidius, de uitgave van dit Werk nog te uitge-