Aaneengeschakelde Verklaaring van den Heidelbergschen Catechismus; met eenige tusschengevoegde Aanmerkingen, tot nutte stichting die in het Geloof is, door B. Ouboter,Rustend Leeraar van Woubrugge. Tweede Deel. Te Amsterdam by M. de Bruyn, 1790. Behalven het Voorbericht 721 bladz. in gr. octavo.
Van den Leertrant, welken de Eerwaerde Ouboter zich, in deze aeneengeschakelde verklaring van den Heidelbergschen Catechismus, voorgesteld heeft, by de uitgave van 't eerste Deel, een genoegzaem verslag gegeven hebbende, staet ons, ten dezen aenzien, nopens dit tweede, alleen te melden, dat zyn Eerwaerde op die eigenste manier voortgaet. Naer die inrichting ontvouwt hy, (na de negentien eerste Vragen, in 't voorige Deel overwoogen,) in dit tegenwoordige de volgenden, tot op de vier en zestigste Vrage ingesloten: blyvende het verdere uitgesteld tot het derde Deel, waermede dit Werk beslooten zal worden.