Natuurlyke en naar 't leeven naauwkeurig gekleurde Afbeeldingen en Beschryvingen der Spooken, Wandelende Bladen, enz. By een verzameld en beschreeven, door C. Stoll.In 't Fransch en Nederduitsch. Te Amsterdam, by J.C. Sepp, 1790. In gr. quarto.
Zy, die zig toeleggen op de naspooring der Insecten, zullen, op het inzien van dit Stuk, t'over reden hebben, om hun genoegen over den verderen voortgang van dit Werk te betuigen, daar men steeds dezelfde naauwkeurigheid van uitvoering in 't oog houdt. Een aantal van 22 Insecten, die onder de zogenaamde Spooken en Wandelende Bladen behooren, worden hier naar den eisch beschreeven, en met veel juistheid gemaald, nu en dan ook met afbeelding van byzondere merkwaardige deelen, ter welker rechte beschouwinge de hulp van het Vergrootglas gevorderd wordt. Onder deezen is ook het Wandelende Blad, van die soort, welke men Mantis Religiosa. Oratoria of Precaria en Bidpaapje, noemt; omtrent welke benaaming de Autheur de volgende Aanmerking heeft. ‘Deze Benaaming komt welligt daarvan, dat allen van dit Geslacht, in den rustenden stand, den Kop en het Borststuk regt opwaarts houden, en de twee Vangpooten als zaamgevouwen tegens elkander en in de hoogte plaatzen.’ [Waardoor dit Insect alsdan eenigermaate eene biddende gestalte heeft, die de opmerkzaamheid van 't Bygeloof tot zig trekt.] ‘Deze gestalte heeft ook aanleiding gegeven voor de onkundige Inwoonders dier Landen, in welke deze Insecten worden gevonden, dat dezelve aldaar Louva-Dios, Prega Dion of ook wel Wegwyzers heeft genoemd; maar deze zo genaamde vroome houding komt ten eenemaal met het stilzitten der Spinnen in hunne Webben, en der Miere-Leeuwen (Formica Leo of Myrmeleon) in hunne tregterwyze gaten in het zand, overeen. Zy wagten naar Aas en Voedzel, het zy eene Vlieg, Mier of eenig ander Insect, 't welk zy dan ras de oorzaak van hun stilzitten doen gewaar worden.’