| |
Verslag van het leeven en de schriften van wylen den heer John Whitehurst. F.R.S.
John whitehurst, wiens wysgeerige en werktuigkundige naspeuringen en werken, zo zeer de aandagt zyner Land- en Tydgenooten trokken, was gebooren te Congleton in Cheshire, op den tienden van April, des Jaars MDCCXIII; zyn Vader was john whitehurst, Klok- en Horologiemaaker, in gemelde Stad.
Luttel weet men van het vroegste tydperk zyns leevens: iemand, die hoogbejaard sterft, laat 'er weinigen naa, in staat, om Berigten van zyne Jeugdige jaaren te geeven. Toen hy de School verliet, waar hy zeker geene meer dan gewoone opvoeding kreeg, werd hy door zyn Vader in diens beroep opgebragt; waarin hy, even als in andere werktuiglyke weetenschappen, welhaast blyk gaf tot welk eene beroemdheid hy, in deezen, zou opklimmen.
| |
| |
Omtrent één- en twintig jaaren bereikt hebbende, dreef zyne begeerte om nieuwe kundigheden op te doen, hem na Dublin, dewyl hy gehoord hadt van een wonder vernuftig uitgedagt stuk der Werktuigkunde daar ter Stede; bestaande uit een Klok, met zeer zeldzaame byvoegzelen: zeer verlangde hy dit Kunststuk te zien, en niet minder om met den Maaker te verkeeren. Toen hy te Dublin kwam, kon hy egter het Kunststuk niet te zien krygen, noch het minste bescheid, deswegen, van den Kunstenaar opdoen. In deezervoege te leur gesteld, was hy bedagt op een middel, om zyn oogmerk te bereiken: ten dien einde, nam hy zyn intrek ten huize van dien Werktuigkundigen; te rykelyker voor zyn kostgeld betaalende; in de hoop, om, door dat middel, de verlangde gunst te spoediger te verkrygen. Hy hadt zyn kamer recht over het vertrek waarin dit geliefde Kunststuk stondt, en zorgvuldig werd weggeslooten. Niet lang, nogthans, leed het, of hy kreeg voldoening. Want de Kunstenaar, op zekeren dag bezig zynde om iets aan zyn Kunststuk te doen, werd schielyk na beneden geroepen: de jonge whitehurst hoorde dit, en sloop stilletjes in het voor hem anders geslooten vertrek, bezag het Kunsttuig, en zich, wat het geheim der werking betrof, voldaan hebbende, ging hy ongemerkt in zyn eigen kamer. Het oogmerk zyner Reize was nu voldaan, hy nam kort daarop afscheid van den Kunstenaar, en keerde tot zyn Vader in Engeland weder.
Vóór dat hy na Ierland overstak, hadden de veelvuldige verbaazende verschynzels, welke het nabygelegene Derbyshire oplevert, zyne aandagt getrokken om derzelver oorzaaken op te speuren. Zyn Vader, een Man van een onderzoekgraagen inborst, moedigde hem aan in alles, wat strekken kon, om den kring zyner kundigheden uit te breiden, en vergezelde hem, by wylen, in zyne onderaardsche onderzoekingen.
Omtrent twee jaaren, naa zyne wederkomst uit Ierland, verliet hy Congleton, en ging voor zichzelven werken te Derby, waar hy een Klok maakte op de Marktplaats, om Burger te worden; 't welk geschiedde op den vyfden September, des Jaars MDCCXXXVII. De Klok en het Klokkegespel in den schoonen Tooren der Aller- Saints-Kerk werden ook door hem vervaardigd. Maar zyn groote roem, als Uurwerkmaaker, is zo lang en
| |
| |
welgevestigd geweest, dat het overtollig is, iets meer daar van te melden.
Op den negenden van January, des Jaars MDCCXLV, trouwde hy elizabeth, Dogter van den Eerw. george gretton, Rector van Trusley en Dauberry, in Derbyshire: eene Vrouw, van welke allen, die haar beter gekend hebben, altoos met genoegen zullen spreeken, en aan haar, als een der beste Vrouwlyke Characters, denken. Haare bekwaamheden, door eene zorgvuldige opvoeding aangekweekt, waren zeer uitmuntend: zy was in staat, om eenige gedeelten van de Schriften haars Mans over te zien en te beschaaven. By haar hadt hy slegts één Kind, 't welk in de geboorte stierf.
Zeer onverwagt voor hem, door de aanbeveeling des Hertogs van Newcastle, tot Yker van de Geldgewigten aangesteld zynde, wanneer de Acte om de Goude munten te regelen, in den Jaare MDCCLXXV doorgegaan was, verhuisde de Heer whitehurst na Londen. Terwyl hy op 't Land woonde, steeds bepaald by zyne eigene en vry uitgestrekte bezigheden, werd hy, ten opzigte van meest alle onderneemingen, waar in hooge Werktuig-, Lugt- of Waterweegkunde te passe kwam, geraadpleegd in Derbyshire en naby gelegene Landschappen; doch, in de Stad zich nedergezet hebbende, werd zyn Huis de vergaderplaats van alle, die zich op dit slag van Weetenschappen bevlytigden, in- en buitenlanders van allerlei rang. Die bezoeken vermenigvuldigden zodanig, dat ze hem menigmaal hinderden in het geregeld voortzetten van zyne eigene bespiegelingen.
In den Jaare MDCCLXXVIII, gaf hy zyn Inquiry into the Original State and Formation of the Earth, of Onderzoek van den Oorspronglyken Staat en Vorming der Aarde, in 't licht, waar van eene Tweede Uitgave, veel vermeerderd en verbeterd, in 't Jaar MDCCLXXXVI uitkwam. 't Was de arbeid van veele jaaren. En de veelvuldige naspeuringen, noodzaaklyk om het te voltooijen, waren in zich zelven van zulk een moeilyken aart, dat ze by wylen, schoon hy natuurlyk van eene sterke gesteltenis was, zyne gezondheid niet weinig benadeelden. ‘Toen hy eerst deeze soort van navorschingen aanving, hadt hy geheel niet ten oogmerke de Vorming der Aarde op te speuren; maar deels om zulk eene maate van de Onderaardsche Aardrykskunde te verkrygen, als dienstig kon weezen voor 't menschlyk
| |
| |
leeven; door de Menschen op te leiden tot ontdekking van veele hoogschatbaare Zelfstandigheden, die bedekt lagen in de laagere Gewesten des Aardbodems’ Dit Werk zal een altoosduurend Gedenkteken zyns Naams blyven, in volgende Eeuwen.
Tot Lid van de Koninglyke Societeit, werd hy den dertienden van Mey MDCCLXXIX gekooren. Hy was ook Lid van eenige andere Wysgeerige Genootschappen, die hem, zonder dat hy vooraf deswegen kennis hadt, tot Lid koozen. Dan, zo verre was hy vervreemd van alles wat naar vertoonmaaking smaakte, dat weinigen, buiten den kring zyner gemeenzaamste Vrienden, zulks wisten. In gevolge hier van bezigde hy geen ander byvoegzel by zyn naam, dan het F.R.S.; een toevoegzel, 't welk hy zich eers genoeg rekende. Vóór dat men hem tot Lid aannam, hadt men drie onderscheide Papieren van hem in de Philosophical Transactions geplaatst.
Eene tweede Reis na Ierland, deedt hy in den Zomer des Jaars MDCCLXXXIII, met oogmerk, om de Gigants Causeway of de Reuzen Steenweg te bezigtigen, als mede andere Noordlyke gedeelten van dat Eiland, 't geen hy bevondt bykans geheel uit Vulkaanische stoffe te bestaan: een verslag, met afbeeldingen daar van, plaatste hy in de tweede Uitgave van het boven gedagte groote Werk.
Op deeze Reize vervaardigde hy een Werktuig, om water uit een Wél tot den top van een Berg te brengen, in een daar toe zeer ongeschikten grond, te Tullidoi, in het Land van Tyrone; het werkt door een stroomend water, en wordt, in nuttigheid, misschien door geen Waterwerktuig, in eenig Land, geëvenaard.
In den Jaare MDCCLXXXVII zag van hem het licht: An Attempt towards obtaining invariable Measures of Lengths Capacity and Weight, from the Mensuration of Time, of Eene Pooging, om onveranderlyke Maaten van Lengte, Vatbaarheid, en Gewigt te verkrygen, door het meeten van den Tyd. In dit Werk merkt hy op, dat, in den Jaare MDCCLXXIX, aan de Societeit der Kunsten, enz. door den Heer hatton, in gevolge van een opgehangen Eerprys eener Gouden gedenkpenning, of honderd Guines, door die Societeit vier jaaren vroeger aangeboden, eene wyze was voorgesteld, ‘om onveranderlyke Maatstokken van Gewigten en Maaten te verkrygen, die, ten allen tyde, en aan alle Volken kunnen medegedeeld worden.’ Het plan van den Heer hatton be- | |
| |
stond in de toevoeging van een beweegbaar punt van ophanging aan een en denzelfden Slinger, ten einde daar door te wege te brengen de volkomene en volstrekte uitwerking van twee Slingers, 't verschil van welker lengte de beoogde Maat was. Verscheide jaaren, nogthans, waren 'er verloopen, zonder eenige pooging van de zyde van den Heer hatton, wegens eene meerder betekenende toepassing van het beginzel door hem opgegeeven: en dewyl het algemeen begrip daar heen liep, dat die Heer geheel en al de verdere naspeuring van dit Onderwerp ter zyde gesteld had, was de Heer whitehurst opgewekt, om eenige verbetering toe te voegen aan den toestel van den Heer hatton, ten einde diens denkbeeld te behoeden voor eene al te schielyke vaarenlaating. Het Plan van den Heer whitehurst is eene maat van de grootste Lengte te verkrygen, die de omstandigheid gehengt, van twee Slingers, wier Slingeringen in de evenredigheid van 2 tot 1 staan, en wier Lengten met de Engelsche Maat in
geheele getallen overeenkomt. De getallen, door hem gekoozen, duiden een groot verstand aan. Op eene veronderstelling, dat de Lengte eens Slingers van een Seconde, op de Breedte van Londen, 39. 2. Duimen is, moet de Lengte van een Slinger, die 42 Slingeringen in een Minuut doet, 80 Duimen zyn; en van een ander die 84 maalen in een Minuut slingert, 20 Duimen weezen: en derzelver verschil 60 Duimen, of vyf Voeten, is de vaste Maatstok. By de Proefneemingen, nogthans, word het verschil van de Lengte der twee Slingers bevonden 59. 892, Duimen te zyn, in stede van 60, 't welk toegeschreeven moet worden aan eene dwaaling, in de aangenomene Lengte van den Secondeslinger, op 39. 2, Duimen gesteld, 't welk grooter dan de waarheid was.
De Toestel, door welke men het verschil der Slingers bepaalde, is keurlyk, en verdient opmerking. De Weetgraagen kunnen in de Plaaten, by het Werk gevoegd, zich hier omtrent voldoen. Dan wy moeten eene zeer weetenswaardige byzonderheid, tot den Slinger behoorende, hier aantekenen. Dezelve bestaat uit een ronden looden bal, twee duimen over 't kruis, weegende 25 Oz. 10 D. 11 Gr. Troysgewigt, hangende aan een staalen draad, waar van 80 Duimen slegts drie Grein weegen. De groote fynheid van dit Draad gaat bykans het geloof te boven. De Lengte en Breedte word niet opgegeeven;
| |
| |
doch, by berekening, 80 Duimen in de Lengte, drie Grein weegende, en de soortlyke zwaarte van getemperd Staal, 7. 704 zynde, zou de dikte, ware het een vierkante roede, niet meer dan het 228ste gedeelte van een Duim weezen. Dit draad draagt niet te min meer dan 2 Pond Lood; een verbaazend voorbeeld van de aaneenkleeving der deelen. Het vervaardigen van deezen geheelen toestel beloopt meer dan twintig Ponden. Dezelve is thans in bezit van Dr. george fordyce.
De Proeven schynen met veel zorgvuldigheids en zeer naauwkeurig genomen. Met één woord, terwyl de Werktuigkundige 's Maakers Verstand in het vervaardigen van den Toestel bewondert, zal de Wysgeer diens Oordeel in het gelukkig toepassen verheffen. Hy heeft ten vollen zyn oogmerk bereikt, en getoond hoe een onveranderlyke Maatstok, ten allen tyde, kan gevonden worden. Hy heeft ook een stuk van groote aangelegenheid in de Natuurkunde zo nauwkeurig bepaald, als 't menschlyk verstand het schynt te kunnen bepaalen. Het verschil van de Lengten der Draaden, van twee Slingers, wier Slingeringen bekend zyn, is een Datum, waar uit men de waare Lengte der Slingers, de ruimten door welke zwaare Lichaamen in een gegeeven tyd vallen, en verscheide andere stukken, betrekkelyk tot de Leer der Zwaartekragt, de gedaante der Aarde, enz. kan ontleenen. Het Werk sluit met verscheide onderrigtingen, om aan te toonen, hoe de maat der Lengte toegepast kan worden op de bepaaling der onderscheide Maaten; en met eenige Tafelen van vergelyking der Gewigten en Maaten van onderscheide Volken, welker gebruik, in de Wysbegeerte en den Handel, van zelve in 't oog loopt.
Schoon de Heer whitehurst, eenige jaaren geleden, voelde, dat zyne kragten allengskens afnamen, liet nogthans zyn altoos werkzaame Geest niet af van de gewoone oefeningen. Zelfs in zyne laatste ziekte, voor dat dezelve hem geheel aan zyne kamer bond, was hy, by tusschenpoozen, bezig in het voltooijen eener Verhandelinge over de Schoorsteenen, Wind-verwekking, en Broeykassen, in den Jaare MDCCLXXXII aangekundigd; behelzende - I. Een verslag van de eigenschappen der Lugt, en van de Wetten waar aan de Vloeistoffen onderworpen zyn. - II. Derzelver toepassing op, en gebruik in, eene verscheidenheid van gevallen betrekkelyk tot het maaken der Schoorsteenen, en het wegneemen van zulke gebre- | |
| |
ken, als oude Schoorsteenen doen rooken. - III. De wyze om fraaije Kamers te lugten, zonder eenig zigtbaar vertoon van mismaaktheid, geschikt om Schilderyen, Prenten, Huiscieraaden, en fraaije Kamers te bewaaren voor de schadelyke uitwerkzelen van stilstaande lugt, damp van kaarssen, enz. - IV. De wyzen om Kantooren, Werkwinkels, waarin veel Volks werkt, en veele kaarssen en lampen branden, als mede om Hospitaalen, Gevangenhuizen, Stallen, enz., versche lugt te verschaffen. - V. Een Wysgeerig onderzoek omtrent het maakzel van Broeikassen, geschikt tot het kweeken van vreemde Gewassen. - VI. Eene beschryving van andere middelen, strekkende om de gezondheid der Menschen, en het genoegen des leevens, te bevorderen. - Het Handschrift en de Tekeningen berusten tegenwoordig in de handen van een Heer te Croydon.
Nu en dan was de Heer whitehurst onderheevig aan kleine vlaagen van Jicht. In November des Jaars MDCCLXXXVII, had hy een meer geregelden aanval. Op den vyfden December, daar aan volgende, kreeg hy, zich onvoorzichtig aan eene koude blootgesteld hebbende, een schielyk toeval van dit ongemak in de maag. Deeze kwaal werd eerlang erger, en byzonder daar dezelve vergezeld ging van een hardnekkige verstopping in de Ingewanden; hier by kwamen verzweeringen, zich waarschynlyk uitbreidende door het geheel het tot voeding dienend kanaal. Zyne ziekte was langduurig en smertelyk, Dr. david pitcairn, Dr. austin, Dr. willan, en Mr. champney, bezogten hem gestadig, en hunne poogingen bezorgden hem, eindelyk, eenige verligting in de smertelyke toevallen.
Omtrent het midden van January des Jaars MDCCLXXXVIII, ging hy by een Vriend te Chelsea zyn intrek neemen, om te beproeven, of de verandering van Lugt hem zou baaten; men sprak toen van een keer na Bath, indien zyne kragten zo verre mogten herstellen, dat hy de vermoeienisse der reize kon uitstaan. Na een week verblyfs te Chelsea, de verwagte baat niet erlangende, en ontrust door het eenigzins wederkeeren van de verschynzelen zyner kwaale, begeerde hy na zyn eigen Huis weder te Keeren. Hier gekomen, begonnen zyne kragten sterk af te neemen, door Koortzen, die bestendig alle nagten wederkwamen; hy werd een geraamte gelyk. Gevoelende dat zyne Ontbinding naby was, wagtte hy dezelve in
| |
| |
met eene volkomene onderwerping, en eindigde, op den achttienden van February, in het vyf en zeventigste Jaar zyns ouderdoms, zyn werkzaam en nuttig leeven.
Zyn dood wierd niet alleen beklaagd door zyn groot aantal Vrienden, maar ook door ieder Liefhebber van Weetenschap en Deugd. Men begroef zyn overschot op St. Andrew's Kerkhof, in Gray's-Inn-lane, waar zyne Vrouwe in den Jaare MDCCLXXXIV was bygezet. Hy liet twee jonger Broeders naa, james, een Klok- en Horologiemaaker te Congleton, en george, die van zyne middelen te Repton in Derbyshire stil leefde. Aan zyn Neef john, zoon van james, die hem in zyn Werk te Derbey opvolgde, had hy het grootste gedeelte zyner bezittinge, en een klein goed te Congleton, 't welk, zints de Vermeestering, in 't bezit der Familie geweest was, besprooken.
Hoe zeer ook de Heer whitehurst agting verdiende, van wegen zyne bedreevenheid in de Werktuigkunde, en andere deelen der Natuurkunde, op welke hy zich byzonder bevlytigde, was hy nog veel agtenswaardiger by zyne Vrienden en Bekenden, uit hoofde van zyne Zedelyke Hoedanigheden. Om niets te zeggen van de Opregtheid en Stiptheid in alle zyne handelingen, betrekking hebbende op zyn bedryf, hadden weinige Menschen een Weldaadiger Hart dan hy, of, deeden het, zulk een hart bezittende, met meer oordeels, tot de beste einden werken. Hy was, in den uitgebreidsten zin dier benaaminge, een Menschenvriend. In alles wat strekt ten nutte van het Menschdom, was hy altoos, en bovenal in drukkende ongelegenheden, volyverig bezig; oordeelende, dat niets Menschlyks ooit van een Mensch vreemd moest zyn. Schoon zeer wel bekend by veelen der Grooten, om wier gunst te bejaagen men vleijery in 't algemeen voor den gereedsten weg gehouden heeft, moet men te zyner eere aanmerken, dat hy nimmer tot die laage wyze van Gunstbejag zich vernederde. Vleijery hield hy voor de laagste Ondeugd van eene laage Ziel. Niet alleen had hy een gezetten afkeer van Vleijery, maar ook van alle andere afwyking van de Waarheid, en mag hy in allen deele een getrouw Dienaar van dezelve genaamd worden. Dagelyks was hy meer of min bezig om de Waarheid na te speuren, en, in den geheelen loop van een lang en bovenmaate nuttig leeven, blonk de Waarheid in zyne daaden uit.
|
|