Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1789
(1789)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijTwee waarneemingen over het nuttig gebruik van den Radix Ypecacuanha, in kleine giften.
| |
[pagina 560]
| |
Deeze twee Waarneemingen, die ik de Eer hebbe aan het Publiek mede te deelen, zullen misschien geene andere nuttigheid hebben, dan dat zy bevestigen het geen anderen voor my geschreeven hebben; zy schynen my echter aanmerkelyk genoeg, om ze aan myne Konst-genooten mede te deelen. | |
Eerste waarneeming, Van een geneezen Waterzucht.In den Herfst van het Jaar 1787, wierd een Soldaat, van het Regiment Infanterie, van den Generaal Major van brakel, in Guarnisoen te Middelburg, aangetast met een Rot-Koorts (Febris Putrida) die op den zeventienden dag scheidde. Hier op kreeg hy een Hydrops ascitis, met de Water-zucht over zyn geheele lichaam, (anasarca). Zyne Ziekte nam in korten tyd zoo geweldig toe, dat hy nauwlyks eens Schippers overbroek konde aantrekken; hier by had hy een derdedaagsche Koorts, (Febris quartana) en wierd in deeze Ziekte (nog twee reizen van een Bloedspuwing (Haemoptysis) overvallen, die hy te vooren meer gehad had. Naar deeze Ziekte, op verschillende wyzen, en naar omstandigheid van zaaken, met de beroemdste Geneesmiddelen, een langen tyd vruchtloos behandeld te hebben, wilde ik den Braakwortel (Radix Ypecacuanha), met de witte Magnesie (Magnesia alba) beproeven: omtrent op dezelfde wyze, als dit middel door iemand, in de Nieuwe Algemeene Vaderlandsche LetteroeffeningenGa naar voetnoot(*) was medegedeeld, en gaf den Lyder, de volgende Poeders, ℞ Rad. Ypecac. Ʒij. Magnes. alb. Ʒiv m.f. pulver. No. xij. waar van de Lyder, driemaalen daags, een Poeder innam. Hier op volgden in het begin wel walgingen, en kleine braakingen, die vervolgens overgingen; maar ook eene zoo aanmerkelyke Pisloozing, dat het de aanschouwers, en my, verbaasde, en hy in weinige dagen zeer zigtbaar dunder werd; met de drie weeken kleine wandelingen deed; de koorts weg bleef, en vervolgens, in korten tyd, volkomen herstelde. Mogelyk heeft de Magnesia hier kragtig medegewerkt, | |
[pagina 561]
| |
dan de vermaarde j.b. sandifortGa naar voetnoot(*) verhaalt ons een soortgelyk geval, door lentink medegedeeld; waar in de Braak-wortel, met den Rhabarber vermengd, dezelfde uitwerking had. De ondervinding heeft my ook geleerd, dat, om den Braak-wortel, met vrucht, in de Waterzucht te gebruiken, men ten minste de boven voorgeschreve dosis, aan een volwassen Mensch, geeven moet. | |
Tweede waarneeming, Over het nuttig gebruik van den Braak-wortel, in Maag-Pynen.Men heeft, onder anderen, ook een Krampstillend vermogen, aan den Braak-wortel, (Rad. Ypecacuanha) toegeschreeven; zelfs heeft de vermaarde richterGa naar voetnoot(†), dezelve boven het Heulzap (Laudanum) willen verheffen, vooral, wanneer men deezen wortel, in een zeer kleine gift, toedient. Het volgende geval zal dit helpen bevestigen. Een jonge Jufvrouw, vyftien jaaren oud, van een aandoenlyk en teer gestel, had omtrent drie jaaren, aan eene telkens wederkomende, en zomtyds geheele dagen aanhoudende, Maagpyn (cardialgia) gesukkeld, zonder dat de toegediende middelen haar eenige verligting hadden konnen aanbrengen. By eenen nieuwen aanval van Pyn, diende ik haar eenige druppels, uit het Laudan. Liquid. Sydenh., met Tinct. ass. foetid. toe, dan, wel verre dat de pyn hier door verminderde, werd zy heviger; wanneer ik haar deeze Poeders voorschreef, ℞ Rad. Ypecac. gr. v. Sachar. Cand. Ʒij. m.f. pulv. No. x. Om hier van alle twee uur één Poeder in te neemen, waar op de pyn schielyk bedaarde, en vervolgens geheel overging. Waar naar ik haar deeze Poeders nog drie maalen daags toediende, met dat gelukkig gevolg, dat zy, onder het gebruik van deeze Poeders, van de Maagpynen bevryd bleef. Ik heb vervolgens dit middel, aan meer andere Lyderessen, en met het zelfde gelukkig gevolg, toegediend. |
|