| |
| |
| |
Brief van een reiziger door Rusland, behelzende een verslag van den toestand der kunsten en weetenschappen, en van de kabinetten te Petersburg.
(Uit Historisches Porte feulle.)
De Staat der Weetenschappen in Rusland is niets minder dan bloeiende, en kan, in de tegenwoordige omstandigheden, niet anders weezen. 'Er zyn Grooten, die dezelve met eenen gelukkigen uitslag kweeken; maar die ze by den Throon beschermen zyn niet meer. 't Is aan de orlows, die verscheide Geleerden, deels Inboorelingen, deels Vreemden, in verscheide gedeelten van het Russische Ryk zonden, dat wy de schoone berigten van veele dier Landschappen te danken hebben. Naa den dood van Prins orlow, en de verwydering van twee anderen, heeft dit gunstbetoon opgehouden; en de tegenwoordige Reis na de Rivier Lena is eer het uitwerkzel van geval dan van ryp overleg; dezelve is bevolen op 't verzoek van den Hoogleeraar pallas, die voor 't overige geen invloeds genoeg heeft, om het welslaagen dier onderneeminge te verzekeren.
Onder lieden van den Middelstand houdt men zich met geen Weetenschappen op, en nog minder onder die van een laager Rang. In Rusland vindt men geen Kweekschoolen in de Steden of op het Land. De zodanigen, die zich een eenigzins geleerde Opvoeding willen bezorgen, moeten ten dien einde in de openbaare of byzondere Kostschoolen gaan. Men houdt voor openbaare Kostschoolen, de Schoolen der Cadets, het School der edele Dames, en misschien eenige andere dergelyke inrigtingen. De byzondere Kostschoolen zyn de Kloosters, waar in men Jongelingen onderwyst, om 'er Monniken en Priesters van te vormen, als mede de Huizen van eenige Fransche en Hoogduitsche Meesters, die zich uitgegeeven hebben als bekwaame lieden, om de jeugd te onderwyzen. Het kost te veel gelds in die Huizen, om 'er lieden van een middelmaatig inkomen te plaatzen, daarenboven is het onderwys zo uitmuntend niet als men opgeeft. Men vindt zich, derhalven, doorgaans in de noodzaaklykheid, om eenige Roubels te geeven aan een
| |
| |
afgedankt Soldaat, om de Kinderen te onderwyzen, dat is te zeggen, om ze een weinig leezen, en zo veel schryven als zy noodig hebben, te leeren. Dit is de rede, dat men geen Christen volk aantreft, 't welk zo weinig van de beginzelen van den Godsdienst weet als de Russen, en waar men zelfs zo weinig lieden vindt die leezen en schryven geleerd hebben.
Zints korten tyd heeft men 'er Staatsschoolen willen invoeren; en was dit, in de schaarsheid van Meesters, de beste wyze, doch wanneer men ook de Schoolen der Hoogduitsche Kerken aan die Schoolwyze wilde onderwerpen, rees daar uit ongelegenheid. Zy hadden dus lang het regt gehad om byzondere Schoolen, voor de Kinderen hunner Kerkgemeenschap, te houden, daar over het opzigt te hebben, Meesters aan te stellen, en te bezoldigen, en zyn daar van beroofd, by gelegenheid van eenige moeilykheden, tusschen de Meesters ontstaan. Om zich van bescherming te verzekeren, namen zy uit zich zelven toevlugt tot de Opzienders van het Schoolweezen, en verzogten Staatsschoolen te mogen worden; zulks toegestaan zynde, heeft het zelve die Schoolen onder opzigt genomen, wilde het onderzoek in dezelve doen, en heeft allen, die weigerden zich daar aan te onderwerpen, van het voorregt, om School te mogen houden, beroofd. De Hoofden der Kerke hebben te vergeefsch deswegen Verzoekschriften ingeleverd: de berooving hadt voortgang. Op deeze wyze is de School van Catharina in Wasiliostrof opgeschort, om dat, de weggetoogene Meesters hunne Wedde behouden hebbende, 'er geen Fonds is om anderen aan te stellen. Ik ben tegenwoordig geweest by de laatste Vergadering der Hoogduitsche School van Catharina. Men deedt eerst onderzoek na de vorderingen der Kinderen, in 't leezen, schryven, rekenen, in de Geschied- en Aardrykskunde, in den Godsdienst en Zedekunde. Vervolgens deedt de Leeraar groot, in de hoedanigheid van Voorzitter der Schoole, eene Aanspraak, waarin hy zyn leedweezen betuigde over de slooping van eene School, die zo gelukkig hadt medegewerkt, om aan Petersburg een groot aantal braave Burgers te verschaffen. Voorts vatten de Meesters het woord op, namen afscheid van hunne Leerlingen; één hunner bedankte, uit aller naam, de Meesters voor hunnen betoonden yver en
zorge, in hun onderwys gedraagen. En hier mede werd de School geslooten.
| |
| |
De Academie der Weetenschappen te Petersburg is, in het Russische Ryk, de aangelegenste Stichting tot derzelver bevordering. Zy telt onder haere Leden verscheide Geleerden van den eersten Rang, en geeft alle jaaren Verhandelingen uit, zeer veel toebrengende tot uitbreiding van het licht der Weetenschappen. De oude Prins rosamossky is 'er Voorzitter van. Schoon hy 'er zich geheel niet mede bemoeit, de Vergaderingen niet bywoont, noch zelfs zich verslag laat geeven van het verhandelde, heeft hy van het Voorzitterschap geen afstand willen doen. De Prinses dashkow, de Bestuurster der Academie, is, integendeel, geheel aandagt en werkzaamheid. Zy verscheen ten Hove als Gravinne van woronzow, onder de Regeering van elisabeth, en trouwde den Prins dashkow, die in Krygsdienst was. Zy heeft veel deels kunnen hebben in de Ryksomwenteling van den Jaare MDCCLXII, door haaren invloed op de Regimenten Lyfwagten, die dezelve bewerkte. 't Is daarom, dat de Keizerin haar tot Staatdame verhief, en met de Orde van Catharina beschonk. Eenige onaangenaamheden ten Hove hebben haar bewoogen zich eenige jaaren van 't zelve te verwyderen, in welken tyd zy veele vreemde Landen bezogt, en langen tyd in Engeland bleef. By haare wederkomst benoemde catharina haar tot Bestuurster der Academie. Zy deelt in de agting en het vertrouwen van catharina, en laat niet naa grooten invloed ten Hove te hebben, zo door zich zelve, als door haare Boeders en talryke Familie.
De Prinses dashkow, van Natuure met een kloek Vernuft begaafd, heeft het zelve versterkt en uitgebreid, door de verkeering aan 't Hof van Petersburg, door haare reizen by vreemde Hoven, en de onderscheide lotgevallen, haar bejegend. Zy spreekt zeer goed Fransch, ook Hoogduitsch, schoon het laatste met meer moeite. By een spraakzaamen en gullen aart heeft zy die natuurlyke beschaafdheid verkreegen, welke niemand eigen wordt dan in 't midden der groote Wereld, en op Reis. Vrylyk oordeelende, en met zo veel schranderheid als leevendigheid, over alles wat in Rusland omgaat, verkiest zy, nogthans, van 't Hof verwyderd te leeven, en verschynt 'er niet dan op groote Hofdagen. Haare bezigheid bestaat in verscheide lofwaardige verrigtingen.
Nu eens verlustigt zy zich met het bouwen van een Lusthuis met een Tuin, in den Engelschen trant, aange- | |
| |
legd met eene eenvoudigheid en houding, 't welk te Petersburg tot een voorbeeld van goeden smaak kan strekken; dan eens zet zy zich tot het houden van Briefwisseling met Grooten en Geleerden, die zy op haare Reis, bovenal in Engeland, heeft leeren kennen, dat Land, waar op zy meer dan eenig ander gesteld schynt; dan weder kweekt zy zelve de Weetenschappen aan, van welke zy eene verlichte Beschermster is. De goede diensten, welke zy aan dezelve gedaan heeft, maaken haaren Naam onsterflyk.
De Russische Academie, in welke zy Voorzitster is, opgerigt om de Russische Taal en Geschiedenis te bevorderen, heeft haare Oprigting aan haar dank te weeten, 't geheele plan is 't haare. Zy heeft van de Keizerin een genoegzaam Fonds voor deeze Academie verworven, en een Verblyfplaats in den Tuin van den Baron ash, thans de nieuwe Kruidtuin, waar de Academie haare Vergaderingen houdt, en de Hoogleeraar lepechin woont, als Secretaris van die Academie.
De Academie der Weetenschappen heeft ook een groote verpligtingen aan de Prinses dashkow. Zy heeft voor dezelve een nieuwe Kruid- of Planttuin bezorgd, die in ligging en uitgestrektheid de oude wyd en verre overtreft. De nieuwe heeft toebehoord aan den Baron ash, van wien de Keizerin, op verzoek der Prinsesse dashkow, dezelve gekogt heeft, om ze te vereeren aan de Academie der Weetenschappen. Deeze Tuin is tot nog niet veel meer dan een Moestuin; in 't jongst verloopen voorjaar heeft men eerst begonnen, om 'er Oranjehuizen en Stookkassen te bouwen, als mede Wooningen voor de Tuinlieden.
Zy heeft de Keizerin ook bewoogen, om aan de Academie der Weetenschappen, 's jaarlyks, 20,000 Roebels toe te staan, tot het bouwen van een nieuw Academiehuis; haare Voorgangers in 't Bestuur hebben dit zelfde genooten, zonder dat het werk verre gevorderd is. Zy draagt 'er thans zorge voor, en 'er loopt geen week voorby, of zy bezigtigt het geheele werk. Eindelyk heeft zy de Keizerin overgehaald, om het Kabinet Delfstoffen, van den Vice-President der Mynwerken, narthof, te koopen, ten einde het aan de Academie te schenken. Het is nog niet geheel in orde geschikt, weshalven een Reiziger over de waarde niet konne oordeelen. De Prinses heeft zelve veel toegebragt, om de Verzameling
| |
| |
der Academie te verryken, door het schenken van veele Stukken, in haar bezit.
Bovenal bestuurt de Prinses dashkow, met veel nauwkeurigheid en getrouwheid, het besteeden van het Fonds der Academie, 't welk zich in een zeer slegten staat bevondt, door de verwaarloozing, indien niet door de ongetrouwheid, van den voorgaanden Bestuurder demaschnew. Hy hadt zich veele Boeken, voor de Academie gekogt, toegeëigend, andere Boeken en Prentwerken, van geene waarde, gekogt; en dewyl hy geen rekening deedt, was de Academie 30,000 Roubels schuldig geworden. - De Prinses het Bestuur in handen gekreegen hebbende, ontving van de Keizerin bevel, om de agtergehoudene Boeken en Prentwerken te doen wedergeeven: onder dezelve vondt men de schoone verzameling van Tekeningen, op de Verkooping van fothergill gekogt, als mede om de schadelyke en schandelyke Boeken te verbranden. Niet alleen zyn, door haare goede wyze van huishouden, de schulden betaald; maar in plaats van schulden een kapitaal van 30,000 Roubels in de Bank gebragt, welker jaarlyksche Renten dienen om de Eerbelooningen te betaalen aan vier Russische Geleerden, die openbaar Lessen geeven, over de Natuurlyke Historie, de Chymie, de Wiskunde, en de Natuurkunde. Men kan nauwlyks gelooven, hoe veel moeite het inhadt om Persoonen te vinden, die het houden dier openbaare Lessen op zich wilden neemen. Bevelen waren 'er noodig, om hun daar toe te dwingen. Deezen zagen die werk als te moeilyk aan; geenen oordeelden het beneden hunne waardigheid. Het is, nogthans, het gemaklykst en zekerst middel, om den voortgang van nutte kundigheden te verspreiden; indien de Hoogleeraars welgekoozen worden, en zy hun post, naar eisch, waarneemen.
De Prinses Bestuurster dashkow heeft zo veel agting voor de Weetenschappen en de Academie, tot derzelver aankweeking strekkende, dat zy geen der Leden, die haar moet spreeken, ooit laat wagten. Op alles antwoordt zy nauwkeurig, met eene wonderbaare klaarheid, en men kan volstrekt op haar woord staat maaken. Zy heeft geen zin in de luidrugtige vermaaken van het Hof, zy verwerpt de veinzery der Hovelingen; men weet hoe en wat zy over elk onderwerp denkt. Zy is voor geen wederspraak, zelf van den kant der Academie, bevryd gebleeven; partyschap, nyd, en eigenliefde, beheerschen
| |
| |
al te zeer de gemoederen der Geleerden; en de Prinses kan 'er geen één begunstigen, zonder de jalousy van tien anderen gaande te maaken. Om zich niet bloot te stellen aan het onaangenaame der kleine oneenigheden, woont zy de Vergaderingen der Academie niet meer by. Pallas heeft haar met drift tegengesprooken. Toen de Keizer en de Koning van Zweden te Petersburg waren, hebben zy die geleerde Prinsesse hunne byzondere hoogagting betuigd. Zints dien tyd heeft de Keizerin niet opgehouden meer en meer agts op haar te slaan, en de byzonderste blyken van haare genegenheid te geeven. Thans wordt het Portrait van de Prinses dashkow te Petersburg gegraveerd.
Het getal der binnenlandsche Academisten is niet bepaald. Zints het vertrek van ferber zyn 'er niet meer dan zestien, zo Russen als Duitschers; zy hebben elk duizend Roubels tot een jaarwedde; eenigen daarenboven vry wooning, en veel brandhouts. By de Stigting der Academie was die wedde genoegzaam, om vreemde Geleerden na Rusland te lokken; doch, de duurte en de verteering, welke men in Petersburg moet maaken, brengen te wege, dat veele Geleerden, dit Jaargeld te klein vindende, de roeping na Petersburg van de hand geweezen hebben; en dat de Academisten tot andere middelen de toevlugt namen, om 't zelve te vermeerderen, 't zy door de Cadets in verscheide Weetenschappen te onderwyzen, 't zy door zich te verbinden tot de opvoeding van den Adel en vermogende Jongelingen, of het Secretariaat van eenige byzondere Stigting op zich te neemen. Hier door verdubbelen zy hun inkomen; doch worden afgetrokken van de voorwerpen, tot welke zy als Leden der Academie zich hoofdzaaklyk moesten bepaalen.
De pligt der binnenlandsche Academie-Leden bestaat, in zich tweemaalen ter week in de Vergaderzaal der Academie te laaten vinden, en te handelen over de Weetenschappen, en wat tot de huislyke schikking der Academie behoort; doch zy verzuimen menigmaal daar te komen, onder voorwendzel, dat 'er niet te doen valt. Zy zyn ieder, hoofd voor hoofd, gehouden twee Stukken in te leveren, waardig om in de Verhandelingen der Academie geplaatst te worden. Het staat den Vreemden niet vry de weeklyksche Vergaderingen by te woonen.
Het getal der gewoone buitenlandsche Leden is op tien
| |
| |
bepaald geweest; niet te min zyn 'er slegts vyf; ieder ontvangt een Jaargeld van 200 Roebels, hier voor op zich neemende 's jaarlyks twee Stukken aan de Academie toe te schikken, die verdienen gedrukt te worden. - 'Er is een groot aantal Leden Honorair: daarom neemt men ze niet meer aan, vóór dat 'er veelen zullen gestorven zyn.
Ik heb het geluk gehad, om bykans alle Duitschers, die tot de Academie behoorden, te kennen. Hunne verdiensten zyn te wereldkundig, om door my opgehaald te worden. Ik had wel gewenscht, myn Vriend ferber daar te ontmoeten; doch, uit hoofde van deeze en geene onaangenaamheden, heeft hy zyn ontslag verzogt en bekomen, en Petersburg verlaaten. De Lugtstreek beviel hem niet, zyne gezondheid nam af, en hy trok zich kleinigheden te zeer aan. Ondertusschen beschermde de Prinses dashkow hem op eene byzondere wyze: zy hadt hem der Keizerinne voorgesteld, en van den Hertog van Courland voor hem eene gifte van 1800 Dukaaten verworven; daarenboven was hy beter gehuisvest, en trok grooter wedde dan anderen.
Van de Russische Academisten heb ik 'er geene gekend dan lepechin, die veel eers met zyne reizen ingelegd, en zyn intrek heeft in de Nieuwe Kruidtuin. - De Academie der Weetenschappen is alleen een Gezelschap van Geleerden. Veelen hadden gewenscht, dat de Leden gehouden zouden geweest zyn, om openbaare Lessen in 't Russisch te geeven; doch de nutloosheid dier Lessen hielden veelen voor beweezen, zonder des de proeve te neemen. Een gedeelte der Leden is niet aan 't Les geeven gewoon, en zou het niet met genoegen gedaan hebben. De Smaak der Weetenschappen heerscht nog niet genoeg te Petersburg, waar zo veele gelegenheden tot uitspanningen voorkomen. De Nieuwsgierigheid mogt in den aanvange eenige Toehoorders getrokken hebben, doch welhaast hadden de Gehoorzaalen ledig gestaan.
De Inkomsten van de Academie der Weetenschappen bestaan in 53,000 Roubels, 's jaarlyks, van wegen 't Ryk daar aan vergund, en in 20,000 Roubels, welke zy trekt van de Almanakken, Russische, Hoogduitsche, en andere Nieuwspapieren. Deeze inkomsten, wel te raade gehouden, kunnen niet alleen strekken om de gewoone behoeften te voldoen; maar 'er schiet jaarlyks over.
| |
| |
De Academie bezit twee groote Gebouwen, naast elkander, in Wasiliostrof, recht tegen over het Winter-paleis. Men is bezig een derde, nog grooter, daaromtrent te bouwen. De Boekery, de Verzamelingen van verscheidenerlei aart, zyn in 't voorste Gebouw geplaatst, in het agterste de Werktuigen, tot het doen van Natuurkundige Proeven, de Vergaderzaal, de Drukkery, en Boekverkoopery. Boven het eerstgemelde deezer Gebouwen, verheft zich een ronde Toren, die tot een Observatorium dient; hier vindt men Telescopen en andere Werktuigen, tot de Starrekunde behoorende.
(Het Vervolg en Slot by de naaste gelegenheid.)
|
|