De patriotsche Chineesche keizer Yao.
Eene Chineesche Anecdote.
Het Geluk des Volks was niet alleen het hoofdvoorwerp, 't geen de goede Keizer yao, geduurende zyne eigene Regeering, bedoelde. Hy droeg zorge, om deszelfs gelukstaat, naa zynen dood, te doen stand houden, door het Ryksbestuur aan een Deugdzaamen Opvolger over te laaten. ‘Ik moet,’ was zyn taal tot zyne Hovelingen, ‘myn éénigen Zoon van de Throonopvolging uitsluiten; onder een schoon Voorkomen bedekt hy de snoodste Zielsgebreken; en de banden des Bloeds kunnen nimmer zo heilig zyn als die Liefde, welke den Vorst aan zyne Onderdaanen verbindt.’ - Hy liet xun, een Landman, voor den Deugdzaamsten in China bekend, ten Hove ontbieden; en stelde deezen aan tot Landvoogd over een Gewest, ter beproevinge zyner bekwaamheden. Deeze proeve aan de welgegronde verwagting beantwoordende, gaf hy xun zyne Dogter ter Vrouwe, en nam hem aan tot Mederyksbestuurder. Eene reeks van jaaren regeerden zy te gader gelukkig; en, naa den dood van yao, bleef xun het Chineesche Ryk met denzelfden roem beheerschen, - teffens de Vader en Heilbezorger van Millioenen Onderdaanen, die in hem de naagedagtenis van den Vaderlandlievenden yao zegenden.