| |
| |
| |
Weetenswaardige en keurige narigten van de Circassiers, een der zeven volken, die de landen, tusschen de Zwarte en de Caspische Zee, bewoonen.
(Ontleend uit een Werk, getyteld: Memoir of a Map of the Countries comprehended between the Black sea and the Caspian, with an Account of the Caucasan Nations.)
De Circassiers zyn verdeeld in drie Rangen, - de Prinsen, - de Edelen, daar Usdens geheeten, en de Vassalen, of het Volk. - Een zeker aantal Volks is toegekend aan elke Prinslyke Familie. Groot Cabarda wordt dus verdeeld in drie gelyke deelen, tusschen de drie Familien van giambulak, moisauost en atashuk. In ieder deezer wordt de oudste aangemerkt als het Hoofd der Familie, en als Regter, Beschermer en Vader van alle de Vassalen, daar toe behoorende. Geen Prins kan een Landbezitter weezen; hy heeft geen anderen eigendom dan zyne Wapens, zyne Paarden, zyne Slaaven, en de Schatting, welke hy nabuurige Volken kan afknevelen. De Persoon deezes Opperhoofds niet alleen, maar van elk Prins, is heilig; en dit zonderling voorregt strekt zich zelfs uit tot de Prinsen van de Crim. Dit egter is de eenige onderscheiding aan de Geboorte gehegt, als dezelve niet gepaard gaat met persoonlyke verdiensten. De grootste Eer, welke een Prins kan inleggen, bestaat daar in, dat hy de eerste des Volks is, die op den vyand losgaat. De tegenwoordige bezitter van dat voorregt wordt gezegd het zelve verkreegen te hebben door eene daad van verregaande roekloosheid; hy ondernam het, met drie Medemakkers, door de kolom der Russen heen te breeken, en 't gelukte hem; zyne Medegenooten verlooren het leeven in deeze schitterende, doch vrugtlooze, onderneeming. De Prinsen kunnen, in tyd van Vrede, van de Edelen, of zelf van het Volk, nauwlyks onderscheiden worden; zy gebruiken 't zelfde Voedzel, dezelfde Kleeding, en hunne Huizen zyn een weinig beter.
De Edelen, of Usdens, worden door de Prinsen uit den laageren rang gekoozen. Zy zyn Officiers van den Prins, en Uitvoerders der Wetten, en worden op de algemeene
| |
| |
Volksvergaderingen gebruikt, om de toestemming des Volks te winnen tot de maatregelen, van de Prinsen voorgesteld.
Het Volk, zo wel als de Usdens, bezit Landen. Zomtyds, hoe strydig dit ook moge weezen, maatigen zich de Prinsen het regt aan, en zoeken het uit te oefenen, om den geheelen eigendom van een hunner Vassalen zich toe te eigenen: doch de Vassal heeft, ten zelfden tyde, het regt, om, wanneer hy zich bezwaard agt, zich onder een ander Prins te vervoegen: ingevolge van dit voorregt, zyn de Prinsen genoodzaakt de genegenheid hunner Vassalen te winnen; van deezer gereedheid, om hun in het veld te volgen, hangt al hun hoop op grootheid en rykdom te eenemaal af.
Het blykt niet, dat de Circassiers ooit eenige geschrevene Wetten gehad hebben; zy worden geregeerd door eene algemeene Wet, of liever door eene verzameling van oude gebruiken. By groote gelegenheden wordt het geheele Volk zamengeroepen; de oudste der Prinsen doet op die Vergadering den voorslag, over denzelven wordt eerst gehandeld onder de Usdens, en vervolgens onder de Afgevaardigden des Volks, die bejaarde Lieden zyn, ten dien einde verkoozen, en dikwyls meer invloeds op het Volk bezitten dan de Prins zelve. Wordt de voorslag omhelsd, dan is het een Volksbesluit, bekragtigd door een plegtigen Eed des ganschen Volks. Deeze plegtigheid geschiedt doorgaans op een plek gronds, byzonder daar toe geschikt, naby de verblyfplaats van den Prins.
By de Circassiers vindt men weinig Handwerken. De punten hunner pylen is het eenig yzerwerk, 't geen zy zelve vervaardigen. Zy maaken eenige fyne Lakens, en een Vilt tot Mantels, 't welk zeer ligt en sterk is, hier by komt nog het werken in Leder, en het vercieren van de Paardentuigen. Hunne gemaliede Rokken, die zeer schoon zyn, komen uit Persie, en hunne Vuurwapenen van Kubescha. De Landbouw der Circassiers brengt nauwlyks zo veel voort als zy tot eigen onderhoud behoeven. Schaapen en Paarden maaken de hoofdartykels huns Handels uit, inzonderheid de laatste, welke zy tot hooge pryzen verkoopen: dan desniettegenstaande zou de balans des Handels zeer ten hunnen nadeele overslaan, werd zulks niet vergoed door de Slaaven, welke zy op hun roovende uittochten maaken. De kunst, om deeze Krygsuittochten te begeleiden, is daarom een allernoodzaak- | |
| |
lykst vereischte in een Circassisch Prins, en het groote voorwerp van eene langduurige en moeilyke opvoeding.
Als 'er een Prins gebooren is, wordt een Usden, of zomtyds een Prins van eene andere Familie, door den Vader tot diens Leermeester verkooren. Het Kind, den ouderdom van één jaar bereikt hebbende, wordt ten zelfden tyde eenig Speelgoed en Wapens voorgehouden; indien het de laatste de voorkeus geeft, wordt dit kinderlyk bedryf in de Familie met veel vreugdbetoons vereerd. Op het zevende (of, zo anderen willen, op het twaalfde) jaar verwisselt de jonge Prins het Huis zyns Vaders voor dat zyns Leermeesters. Deeze onderwyst hem in Paardryden, Wapenhandel, steelen, en het bedekken van het gestoolene. Het woord Dief is by de Circassiers de grootste smaadnaam, dewyl het de ontdekking van het gestoolene insluit. Met den tyd wordt hy aangevoerd om grooter en gevaarlyker rooveryen te pleegen, en keert niet tot zyns Vaders Huis weder, voor dat hy verondersteld wordt in list en behendigheid volleerd te zyn, en genoegzaame sterkte des lichaams bekomen te hebben. De Leermeester wordt voor zyne moeite beloond, door negen tiende deelen te trekken van den buit, die zyn Kweekeling maakte, geduurende den tyd dat hy onder zyn opzigt is. Men zegt, dat deeze wyze van opvoeden ingevoerd is om de verkeerde uitwerkzels van Vaderlyke toegeevenheid te voorkomen, en dat dezelve om die eigenste reden stand houdt. Deeze gewoonte is, geloof ik, byzonder eigen aan de Circassiers; doch het oogmerk der opvoeding is het zelfde onder alle de Bewoonders van het gebergte Caucasus, die, in 't algemeen, van roof leeven: te welker oorzaake de berigten van hunne woest- en wreedheid zeer vergroot schynen. Onder Volken, die zich in den hoogsten trap beschaafd agten, zyn menigvoud Oorlogen gevoerd, met geen ander oogmerk, dan om te rooven, en zodanige Oorlogen hebben geenzins verhinderd, den tytel van Menschlykheid aan die Volken toe te voegen. Om op de klagten der Reizigeren te antwoorden, zouden de
Prinsen van deeze kleine Stammen mogen zeggen, dat de geheimhouding hunner schuil- en wykplaatzen voor hun van de hoogste aangelegenheid is; dat zy met alle Vorsten een gemeen regt hebben om verspieders en vyanden te straffen; dat zodanige Kooplieden als door hun Land reizen, zonder hun verlof, te berooven, of tot Slaaven te maaken, niet wreeder is dan den
| |
| |
Sluikhandelaar ter doodstraffe, of tot de galei, te verwyzen; en daar zy met eene belanglooze gastvryheid en vriendschap de zodanigen ontvangen, die hunne bescherming verzoeken, mogen zy, op hun beurt, uitvaaren tegen de gewettigde afvraagingen van Tollen aan de Europische Tolhuizen.
De Opvoeding van een Kind maakt den Onderwyzer een soort van aangenomen Vader. Naardemaal dit een zeer wraakzugtig Volk is, tragt iemand, die een Prins gedood heeft, op alle mogelyke wyzen, een Kind van dezelfde Familie te steelen, om 't zelve op te voeden. De volvoering hier van is het eenig zekere middel om verzoening te bewerken. Eenige Reizigers verhaalen, dat een Vassal zomtyds den Zoon van zyn Prins steelt en opvoedt, en hier door den weg inslaat om tot den Adelstand verheeven te worden. Het stuk, waarin zy allen overeenkomen, is de noodzaaklykheid, dat het Kind, op een afstand van den Vader verwyderd, opgevoed worde.
Moeders voeden de Dogters op. Zy leeren borduuren, haare eigene Kleederen, en die haarer aanstaande Egtgenooten, maaken. De Dogters der Slaaven ontvangen dezelfde opvoeding, en worden, naar gelange van derzelver schoonheid, verkogt, van twintig tot honderd Ponden Sterl., en zomtyds veel hooger. Deeze zyn doorgaans Georgische Meisjes. Kort naa de geboorte van eene Dogter wordt een breede Lederen Riem om den middel vastgenaaid, en blyft daar tot dezelve barst, wanneer men 'er een tweede in plaats stelt. Door het herhaalen van deeze pranging worden de middels deezer Meisjes by uitstek dun; doch de schouders naar evenredigheid breed: een gebrek, 't welk uit het oog wykt door de schoonheid der borst. In den Huwelyksnagt wordt de Riem door den Bruidegom met een dolk stukken gesneeden, eene gewoonte, die wel eens droeve gevolgen baart. De Bruidegom betaalt voor zyne Bruid een Huwelyksgeschenk, Kalym geheeten, bestaande in eene Wapenrusting, of een gemalieden Kolder; doch hy mag haar niet zien, of met haar gemeenschap hebben, dan op de heimlykste wyze. Deeze wederhouding duurt het geheele leeven lang. Een Circassier zal zomtyds een Vreemdeling toestaan zyne Vrouw te zien; doch hy moet hem niet vergezellen. De Vader geeft, op den Huwelyksdag, aan de Bruid een geschenk; doch bewaart het grootste gedeelte van 't geen hy haar heeft toegedagt,
| |
| |
tot de geboorte van haar eerste Kind. Te deezer gelegenheid legt zy by hem een bezoek af, ontvangt het overschot der Bruidsgave, en wordt door hem als eene Matroone gekleed; de voornaamste onderscheiding van die kleeding bestaat in een Sluier. - Tot deezen tyd toe verschilt de kleeding der Vrouwen weinig van die der Mannen, uitgenomen dat de Mantel langer en meest altoos wit is, een kleur, nooit door de Mannen gedraagen. De Kap is in 't algemeen rood of roozenkleur.
Vóór het Huwelyk ziet de Jeugd, van beiderlei Sexe, elkander vrylyk by de kleine vrolykheden, die op Feestdagen plaats hebben. Eer de dans begint toonen de Jongelingen hunne vlug- en behendigheid in eene verscheidenheid van krygsverrigtingen; de vlugste en behendigste hebben het voorregt, om de schoonste Meisjes tot speelgezellinnen uit te kiezen. - Hunne Muzyk-Instrumenten bestaan in een lange Fluit, met slegts drie gaten, in eene soort van Mandoline, en een Tambourin. Hunne Danssen zyn in den Asiatischen trant, met weinig vrolykheid en uitdrukking; de passen schynen moeilyk; doch derven bevalligheid.
De Circassische Vrouwen deelen over 't algemeen in het Character des Volks; zy zyn trots op den moed haarer Egtgenooten, en verwyten dezelve op eene scherpe wyze, als zy te kort geschooten zyn. Zy houden de Wapenrusting glad, en draagen 'er alle zorge voor. De Weduwen trekken zich het hair uit, en mismaaken het aangezigt door krabben, tot betoon van haaren rouw. De Mannen hadden oudtyds dezelfde gewoonte; maar gedraagen zich thans bedaarder by 't verlies hunner Vrouwen en Bloedverwanten.
De Wooning van een Circassier bestaat uit twee Hutten; dewyl de Man en Vrouw verondersteld worden niet zamen te woonen. Een deezer Hutten is voor den Man en het ontvangen van Vreemdelingen geschikt, de andere voor de Vrouw en het overige Gezin: het Plein, 't welk dezelve van elkander scheidt, is met staaken omzet. By de maaltyden vergadert het geheele Gezin, zo dat hier, even als onder de Tartaaren, elk Dorp op een zeker aantal Ketels gerekend wordt. Hun voedzel is zeer eenvoudig, bestaande in een weinig vleesch en gierst, en eene soort van bier, van gierst gebrouwen.
Men beschuldigt de Circassiers van veelvuldige Meineedigheden en Bondbreuken; doch men zegt, dat zulks
| |
| |
onder hun eene nieuwe ondeugd is. Welke ook de oorspronglyke Godsdienst deezes Volks moge geweest hebben, zy zyn beurtlings tot het Christendom, of het Mahomethaanendom, bekeerd geweest, en hebben thans onder zich geen Godsdienst altoos. Zonder schroom verbreeken zy Eeden, op den Bybel of den Koran gedaan; doch 'er zyn zekere vedzweeringen afgelegd op eenige Plaatzen, niet verre van de Ruïnen, (die men voor overblyfzels der Christen Kerken houdt,) op welker naakoming men kan vertrouwen.
Hun moed, hoe groot dezelve ook moge weezen, is nogthans niet bestand tegen verschrikkingen, uit den Godsdienst ontleend. Gelyk alle Barbaarsche Volken, gelooven zy, dat alles, wat toevallig mag genaamd worden, onder den invloed staat van zekere Plegtigheden. In een slag met de Russen werd een Circassisch Prins dood geschooten. Een Kosak van Kislar, kundig in de gebruiken der Circassiers, vloog terstond na het lichaam des gevelden, opende 't zelve, haalde 'er het hart uit, en waschte het, na een Rivier loopende, af; wierp het op eenigen afstand van zich, in de richting van den Stroom, onder al dit bedryf de schriklykste vloeken uitende. Hy hieldt zich overtuigd, hier door de overwinning voor de Russen verzekerd te hebben. - Eene Offerande, door het Volk van Tchetchen gedaan, schynt nog bet overeenkomstig met het algemeen Bygeloof. Op den dag, naa een bloedigen veldslag, in welken zy gelukkig geweest waren, bragten zy een Russisch Gevangene na het Slagveld, waar zy deezen het leeven benamen, als een Slachtoffer aan de Geesten hunner gesneuvelde Landsgenooten, en een Zoenoffer aan den Hemel, voor het bloed, op den voorgaanden dag gestort.
't Is geenzins vreemd, dat de vryheid van hun Staatsbestuur, de krygshaftige geest hunner Vrouwen, hun gewoonlyke onthouding en gemeenzaamheid met gevaar, de Circassiers tot zeer gedugte vyanden van de in kryg onopgewiegde Georgiers maaken: maar hun vernuft in den Oorlog doet hun zelfs gedugt worden voor geregelde Krygsbenden. In een hunner gevegten tegen de Russen kwamen zy te velde, voor zich uitvoerende een beweegbaar bolwerk, tegen 't welk het geschut niets vermogt. Zy hadden tusschen de wielen van hunne karren eene soort van verschanssing gevormd, uit wol en andere zagte stoffe bestaande, bekleed met huiden. Deeze
| |
| |
werktuigen, beweeglyk zynde, booden bykans geen wederstand aan de kogels, die 'er indrongen, en in zitten bleeven, zonder eenig leed te doen. Naa een langduurig gevegt, in 't welk de Russen veel manschap verlooren, door het welgeregeld vuur der Circassiers, vielen zy op deeze kunstige versterking aan met gevelde bajonetten, en dwongen de Circassiers te rug te wyken.
De Circassiers hebben geen Letterschrift, hun byzonder eigen: de zodanigen onder hun, die zich in geschrifte begeeren uit te drukken, moeten zich van Arabische Letteren bedienen.
|
|